Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
taalvaardigheid 2 - UGent
› 24 Werkwoorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
taalvaardigheid 2 - UGent
24 Werkwoorden
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
andare = gaan, lopen, rijden, werken, functioneren andare a piedi = te voet gaan andare in macchina = met de auto gaan non andare più = niet meer werken/functioneren andare in tilt = down zijn, tilt slaan andare di moda = in de mode zijn andare pazzo per qc/qu = stapelgek zijn op iets/iemand avere = hebben, bezitten, krijgen, te...hebben avere molta pazienza = veel geduld hebben averne fin sopra i capelli di qc = ergens schoon genoeg van hebben averne per qualche tempo = ergens enige tijd mee zoet zijn avere molto di qu = veel weg hebben van iemand avere da fare qc = iets te doen hebben avere ... anni = ... jaar oud zijn non avere che da chiedere qc = slechts iets hoeven te vragen avercelo/la/li/le = iets hebben capitare = verzeild raken, langskomen, gebeuren sono cose che capitano = het zijn dingen die gebeuren capitarsi per caso di incontrare qu = iemand toevallig tegenkomen capitare dalle parti di qu = in de buurt zijn van iemand comportare = met zich meebrengen, inhouden comportare una grande responsabilità = een grote verantwoordelijkheid inhouden continuare qc = doorgaan met iets continuare a fare qc = iets blijven doen continuare fino a = rechtdoor/verder volgen tot continuare da anni = al jaren doorgaan dovere = moeten, mogen dovere qc a qu = iemand iets verschuldigd zijn, iets te danken hebben aan iemand Quanto Le devo? = Hoeveel ben ik u verschuldigd? dovere molto a qu = veel aan iemand te danken hebben effettuare = uitvoeren, maken, tot stand brengen/realiseren effettuare uno scambio tra studenti = een studentenuitwisseling tot stand brengen essere = zijn, zich bevinden Sarà quel che sarà = wat zal zijn, zal zijn essere dei nostri = erbij zijn c'era una volta = er was eens quant'è? = hoeveel is het? essere in buone condizioni = in goede conditie zijn, gezond zijn Che cosa c'è da ridere? = Wat valt er te lachen? avere da fare = van alles te doen hebben non sapere più cosa fare = niet meer weten wat te doen fare sì che = er voor zorgen dat fare da testimone alle nozze di qu = getuige zijn bij iemands huwelijk farsi fare un vestito = zich een kleed laten maken far vedere qc a qu = iets aan iemand laten zien due e due fa quattro = 2 en 2 is 4 farsi furbo/a = slim worden far ridere = aan het lachen maken fare la fame = honger lijden il far del giorno = het aanbreken van de dag fare schifo = lelijk doen/walgelijk doen farsi qc = zich iets kopen fare freddo/caldo = warm/koud zijn (in huis, buiten, ...) fare da mangiare = koken, eten maken fare le ore piccole = tot in de vroege uurtjes doorgaan fare l'amore con qu = met iemand vrijen fare presente a qu = iemand erop wijzen non fare per qu (es. questo non fa per me) = niets zijn voor iemand (bv. dat is niets voor mij) fare in modo di arrivare puntuali = ervoor zorgen op tijd te komen farla finita = aan iets een einde maken 'No', fece lui = 'Nee', zei hij finire col cadere, ... = eindigen met vallen, ... finire qc = iets opgebruiken Finiscila! = Hou toch eens op! andare a finire = (achter)blijven fare = doen, maken, veroorzaken, laten, zeggen, zijn, worden finire = afmaken, beëindigen, ophouden (met) finire di fare qc = klaar zijn met iets te doen finire male = slecht aflopen guardare = kijken (naar), uitkijken, oppassen, letten op guardare un film = een film bekijken Guarda che bello! = Kijk eens hoe mooi! guardare i bambini = op de kinderen letten guardare di + verbo = ervoor zorgen dat guardarsi da = oppassen voor guardare le spalle a qu = iemand in de gaten houden importare = nodig zijn, van belang zijn non importa = het is niet belangrijk importare molto a qu = heel belangrijk zijn voor iemand a voi cosa importa? = wat kan het jullie schelen? incominciare = beginnen (met), aanvangen interessare = interesseren, betreffen, begaan zijn met Cosa ti interessano queste cose? = Wat gaat jou dit aan? cercare di interessare gli altri = de anderen proberen erbij te betrekken il maltempo interessa tutta la zona = het slechte weer geldt voor de hele zone lasciare = (toe)laten, verlaten, overlaten, nalaten, achterlaten lasciare qc = iets achterlaten lasciare qu = iemand verlaten Lascia fare a me! = Laat dat maar aan mij over! lasciare qc a qu = iets afstaan/nalaten aan iemand lasciar parlare qu = iemand laten (uit)praten lasciare detto qc a qu (dare disposizioni orali o scritte) = iemand iets laten weten lasciare qu in asso (abbandonare qlcu. in cattivo stato, senza aiuto) = iemand in de steek laten Le sue parole lasciano il tempo che trovano (Una cosa lascia il tempo che trova quando risulta inefficace, inutile e vana) = Haar woorden halen niets uit levare la parola di bocca a qu (prevenirlo nel parlare) = iemand de woorden uit de mond nemen Leva le mani dalle tasche! = Haal je handen uit je zakken! levarsi di mezzo (andersene,allontanarsi da un luogo) = ophoepelen levare = wegnemen, verwijderen, uittrekken mettere = zetten, leggen, aantrekken, gaan... , erover doen mettersi a fare qc = aan de slag gaan met iets, iets beginnen doen mettere un vestito = een kleed/kostuum aantrekken mettere qc = iets (veronder)stellen mettere in evidenza qc = iets onderstrepen, duidelijk stellen metterci (impiegare un determinato tempo) = tijd kosten, erover doen mettere allegria = vrolijk laten worden mettere qc su qc = iets ergens op plaatsen, leggen mettere in (dis)ordine = op zijn plaats zetten/(alles overhoop halen) Mettila come vuoi, non cambia nulla = Hoe je het draait of keert, er verandert niets avere a che fare con qc/qu = iets te maken hebben met iets/iemand Quanti abitant fa Roma? = Hoeveel inwoners heeft Rome? porre = stellen, zetten, plaatsen porre le fondamenta di qc = de fundering van iets leggen porre il problema = het probleem stellen porre in atto un progetto = een project uitvoeren porre una domanda = een vraag stellen porre un freno a qc = iets een halt toeroepen potere = kunnen, mogen non poterne più (non essere più in grado di sopportare, di resistere e sim.) = er genoeg van hebben, iets niet meer aankunnen, iets niet meer kunnen verdragen potere molto = veel invloed hebben a più non posso (con la massima forza, con il maggior impegno possibile, con gran impeto - p.e. correre, gridare, lavorare a più non posso) = ... zo hard ik kon (bv. werken zo hard ik kon) rendere = teruggeven, ... maken, opleveren rendere testimonianza = getuigenis afleggen rendere qc = iets teruggeven rendere qu felice = iemand gelukkig maken non rendere conto di niente a nessuno = aan niemand rekenschap van iets hoeven af te leggen rendersi conto di qc (comprendere le ragioni, le cause di qlco.) = iets beseffen, zich iets realiseren, zich van iets bewust zijn rendere bene (male) ((non) Fruttare, produrre) = veel (weinig) opleveren, renderen rendere le cose difficili = de zaken ingewikkeld maken sentire = voelen, horen, proeven, ruiken sentire freddo/caldo = het koud/warm hebben sentire musica = naar muziek luisteren sentirsi = zich voelen sentire affetto per qu = voor iemand genegenheid voelen non sentirci da un orecchio = doof zijn aan één oor Non sentirci da quell'orecchio ((fig.) di qlco. di cui non si vuole assolutamente sentir parlare, su cui non si è disposti a fare concessioni e sim.) = niet goed horen langs die kant (figuurlijk) Sentirci bene, sentirci poco (avere l'udito buono, poco buono) = een goed/slecht gehoor hebben far sentirsi = zich laten horen sentirsela di (essere disposto, avere la forza o il coraggio) = ergens iets voor voelen, de kracht/moed hebben om iets te doen smettere di = ophouden met Smettila! = Hou ermee op! Senta! = Luister eens, mag ik eens wat vragen? sentire l'odore di qc = de geur van iets ruiken sentire un odore, un profumo, un puzzo = een geur, parfum, stank waarnemen stare = zijn, staan, zich bevinden, wonen, blijven, bezig zijn, aan het ... zijn, op het punt staan Come stai? = Hoe gaat het met je? Stare a + città; stare in + paese = wonen/verblijven in stad/land stare in piedi = recht (blijven) staan Dove sta il vino? = Waar staat de wijn? Il suo problema sta nel fatto che non trova lavoro = zijn probleem zit hemin het feit dat hij geen werk kan vinden stare da qu = bij iemand blijven Come stanno le cose? = Hoe (ver) staan de zaken? sta 2 a 0 per la nostra squadra = het staat 2-0 voor onze ploeg stare ai fatti = bij de feiten blijven lasciar stare qu = iemand met rust laten fatto sta che... = Feit is dat... stare per fare qc = op het punt staan om iets te doen stare facendo qc = bezig zijn met iets te doen tendere = (aan)spannen, neigen naar, streven naar tendere di più una corda = een touw wat meer aanspannen tendere di più a = meer neigen tot/naar tendere al successo = naar succes streven tendere a = neigen naar/tot venire = (aan)komen, meegaan, kosten, lukken, worden Non mi viene = Ik kom er niet op; Het lukt me niet Mi è venuto mal di pancia = ik heb buikpijn gekregen Quanto viene = Hoeveel kost het/op hoeveel komt het? Mi viene da piangere = ik moet huilen Il pane mi è venuto benissimo = Het brood (dat ik gebakken heb) is heel goed gelukt come viene viene = het komt zoals het komt venire su bene = goed groeien venir fuori = naar buiten komen volere = willen, wensen, verlangen Voglia Dio che questa tempesta finisca = Om Gods wil, laat deze storm ophouden una pianta che vuole molta acqua = een plant die veel water nodig heeft Sembra che voglia piovere = Het ziet er naar uit dat het gaat regenen Ti vuole tua madre = Je moeder is aan de lijn Queste parole non vogliono dire niente = Deze woorden betekenen niets Che vuol dire? = Wat betekent het? volersi molto bene = veel van elkaar houden
Ingezonden op 08-06-2016 - 935x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
17-06-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!