Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
CatoCuijpers
› 2 PROEFVERTALING SGL M4K2 2016
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
CatoCuijpers
2 PROEFVERTALING SGL M4K2 2016
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ad + acc=naar; tot aan; bij alii ... alii=sommigen ... anderen amicus=vriend autem=echter capere/io=(in)nemen consilium=plan; besluit contemnere=minachten cum + abl=(samen) met ducere, {pf} dixi=leiden; voeren dux, duces [m]=leider; aanvoerder ego=ik equitatus [4]=ruiterij esse=zijn et=en; ook etiam=zelfs; ook exclamare=uitroepen exercitus [4]=leger fama est=het gerucht gaat habere=hebben; houden Hannibal, Hannibalem=Hannibal hic, haec, hoc=deze; dit hostis, hostes [m]=vijand iam=nu; reeds; al ideo=daarom imperator, -ores [m]=veldheer in + abl=in; op; tijdens in + acc=naar ... (binnen); in invadere=aanvallen iratus=woedend ire=gaan is, ea, id=1. hij, zij, het ;2. die, dat locus=plaats manere=blijven; te wachten staan miles, milites [m]=soldaat milia [mv o groep 3]=duizend(tallen) moenia [mv o groep 3]=(stads)muren munire=verstevigen; ommuren nec=en/ook niet non=niet nos=wij noster, nostra, nostrum=onze nunc=nu omnes [mv]=alle(n) parcere + dat=sparen paus [mv]=enkel(e); weinig(e) perficere/io=voltooien; afmaken pervenire=bereiken; aankomen in posse=kunnen postquam (+pf)=nadat postremo=ten slotte putare=denken; menen qui, quae, quod [betrekk. vnw]=die; dat qui, quae, quod [vragend vnw]=welke quia=omdat regnum=(konink)rijk; macht; heerschappij respondere, {pf} respondi=antwoorden Roma=Rome Romam [acc.]=naar Rome Romanus=Romein; Romeins scire=weten sed=maar se dedere=zich overgeven servare=redden; bewaren si=als statim=meteen superare=overwinnen suus=zijn, haar, hun tempus, -ora [o]=tijd tum=dan; toen tunc=toen; op dat moment unus=één; alleen; enige urbs, urbes [v]=stad valde=zeer velle=willen victor, -ores [m]=overwinnaar victoria=overwinning vincere, [pf] vici=overwinnen vir, viri [groep 2]=man vires, -ium [mv gen v]=krachten dies [5 m/v]=dag
Ingezonden op 14-06-2016 - 1135x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
22-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!