Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grandes Lignes Bob
› 6 on bouge
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grandes Lignes Bob
, deel 1
6 on bouge
Jaar 1 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
voetballen = faire du foot(ball) hardlopen = faire de la course à pied zwemmen = faire de la natation volleyballen = faire du volley(-ball) tennissen = faire du tennis paardrijden = faire de l'équitation ik train = je m'entraîne de wedstrijd = le match het team = l'équipe v winnen = gagner een doelpunt scoren = marquer un but sinds = depuis de keer = la fois meedoen = participer Doe je aan sport? = Tu fais du sport? Ja, ik schaats. = Oui, je fais du patinage. Train je vaak? = Tu t'entraînes souvent? Ja, twee keer per week. = Oui, deux fois par semaine. Hou je ook van zwemmen? = Tu aimes aussi la natation? Nee, ik heb een hekel aan zwemmen. = Non, je déteste la natation. het doel = le but de eerste = le premier / la première de laatste = le dernier / la dernière aanmoedigen = encourager plaatsvinden = avoir lieu schaatsen = faire du patinage aan atletiek doen = faire de l'athlétisme fietsen = faire du vélo een sport beoefenen = pratiquer un sport sportief = sportif / sportive de hobby = le passe-temps de snelheid = la vitesse reizen = voyager de droom = le rêve vaak = souvent dit jaar = cette année op de leeftijd van = à l'âge de het kampioenschap = le championnat helaas, jammer genoeg = malheureusement Doe je aan meer sporten? = Tu pratiques d'autres sports? Ja, ik doe aan voetbal. = Oui, je fais du foot. Wat is je favoriete sport? = Quel est ton sport préféré? Dat is schaatsen. = C'est le patinage. Waarom? = Pourquoi? Omdat ik van snelheid houd. = Parce que j'aime la vitesse. Hoe heet dat? = Comment ça s'appelle? bergbeklimmen = faire de l'escalade de competitie = la compétition de lichamelijke conditie = la condition physique de medaille = la médaille het wereld-kampioenschap = le championnat du monde de passie = la passion bijvoorbeeld = par exemple het onderwerp = le sujet ik heb nodig = j'ai besoin de spelen = jouer de avond = le soir elke dag = tous les jours deze middag, vanmiddag = cet / cette après-midi vandaag = aujourd'hui het spijt me = je me suis désolé(e) vooral = surtout jammer = dommage hier is / hier zijn = voici al = déjà open = ouvert(e) gratis = gratuit(e) de nieuwtjes = les nouvelles v mv verliefd = amoureux / amoureuse het spijt me = je suis désolé(e) ik ben klaar, gereed = je suis prêt(e) de activiteit = l'activité v de huur, de verhuur = la location nodig hebben = avoir besoin de warm, heet = chaud(e) surtout = vooral dansen = danser, faire de la danse skiën = skier, faire du ski toneelspelen = faire du théâtre (ijs)hockeyen = faire du hockey (sur glace) naar huis gaan = rentrer à la maison tot morgen = à demain goedenavond = bonsoir ik zou graag willen = je voudrais spellen = épeler proberen, passen = essayer de groep = le groupe echt = vraiment de straat = la rue de plaats = la place bellen met = téléphoner à Kun je je naam spellen? = Tu peux épeler ton nom? Heb jij een leuk weekend gehad? = Tu as passé un bon week-end? Ja, super. = Oui, super. Wat heb je gedaan? = Qu'est-ce que tu as fait? Zaterdag, heb ik aan een voetbalwedstrijd meegedaan. = Samedi, j'ai participé à un match de foot. Met wie? = Avec qui? Met mijn broer. = Avec mon frère. zich inschrijven = s'inscrire het tijdstip = l'horaire m de open dag = la journée portes ouvertes e avond = la soirée gisteren = hier het einde = la fin samen = ensemble de speler = le joueur vals spelen = tricher bewegen = bouger zingen = chanter de stem = la voix de beste = le meilleur / la meilleure eten = manger het water = l'eau v tegen = contre arm, zielig = pauvre Hebben jullie gewonnen? = Vous avez gagné? Ja, we hebben met 3-2 gewonnen. = Oui, nous avons gagné 3-2. Waar was het? = C'était où? Het was in Montréal. = C'était à Montréal. Heb je ook tv gekeken? = Tu as aussi regardé la télé? Nee, ik heb op de PlayStation gespeeld. = Non, j'ai joué à la PlayStation. Néerlandais = Français beschikbaar = disponible het ding = le truc het was = c'était de avond = la soirée de schuld van = la faute de tricher = vals spelen iemand die niet tegen zijn verlies kan = le mauvais joueur dankzij = grâce à Kan je je naam spellen? = Tu peux épeler ton nom? participer = meedoen j'ai participé = ik heb meegedaan tu as participé = jij hebt meegedaan il/elle a participé = hij/zij heeft meegedaan on a participé = wij hebben meegedaan nous avons participé = wij hebben meegedaan vous avez participé = jullie hebben / u heeft meegedaan ils/elles ont participé = zij hebben meegedaan Wij hebben gewonnen. = On a gagné. Anaïs heeft het derde doelpunt gescoord. = Anaïs a marqué le troisième but. J'ai fait = Ik heb gedaan/gemaakt J'ai regardé ton clip sur YouTube! = Ik heb je clip op YouTube gekeken! Je n'ai pas joué. = Ik heb niet gespeeld. je fais = ik doe/maak tu fais = jij doet/maakt il/elle fait = hij/zij doet/maakt on fait = wij doen/maken nous faisons = wij doen/maken vous faites = jullie doen/maken / u doet/maakt ils/elles font = zij doen/maken Je fais du patinage. = Ik doe aan schaatsen. / Ik schaats. On fait de la natation. = Wij doen aan zwemmen. / Wij zwemmen. Vous faites de l'athlétisme. = Jullie doen aan atletiek. / U doet aan atletiek.
Ingezonden op 20-06-2016 - 399x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!