Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Nieuw Nederlands

0 #Rep:mijn 'eindtoets'

Jaar 1 (Gymnasium)

hoe vind je het onderwerp van een tekst (blz.7 en 8) = waar gaat de tekst vooral over, lees zoekend
wat zijn deelonderwerpen (blz. 49) = onderdelen van het hoofdonderwerp van de tekst, iedere alinea is meestal 1 deelonderwerp van de hele tekst
wat vertelt een inleiding = het vertelt waar de tekst over zal gaan en wat er over het onderwerp vertelt zal worden
wat vertelt een slot = het maakt het verhaal rond:het vertelt een conclusie of geeft een mooi einde aan het verhaal
wat is de hoofdgedachte (blz. 92) = er wordt in 1 zin verteld waar de tekst over gaat
wanneer moet je zoekend lezen (blz. 134) = als je een specifiek onderdeel uit de tekst moet vinden
hoe moet je zoekend lezen = lees de opvallende letters, titel en de eerste en laatste zin van iedere alinea, bekijk ook de illustratie
wat zijn de 4 doelen die een schrijver kan hebben bij het schrijven van zijn tekst(blz. 175-176) = amuseren, informeren, overtuigen, activeren
wat zijn illustraties = bijvoorbeeld foto's, tekeningen, schema's, kaartjes, tabellen enzovoort
wat zijn de 4 doelen die illustraties kunnen hebben = verfraaien, aandacht trekken, verduidelijken, informatie aanvullen
hoe zie je of het 1 zinsdeel is = je kunt het in de zin voor de pv zetten
hoe vind je de persoonsvorm (blz.25-27) = het werkwoord in de zin dat verandert als je het getal of de tijd verandert ; het eerste ww in de zin
hoe vind je het onderwerp in een zin(blz. 67 en 69) = wie of wat doet of doen er iets
wat is het werkwoordelijk gezegde ( blz.109 en 111) = alle ww in de zin
hoe vind je het lijdend voorwerp (blz. 151en blz. 153) = wat+ww gez+ow?
hoe vind je het meewerkend voorwerp ( blz. 193) = aan wie of voor wie+pv+ow+lv?
hoe vind je bijwoordelijke bepaling ( blz. 235 en 237) = alles wat overblijft na alle andere zinsdelen ; waar, wanneer, hoe
wat is het onbepaalde lidwoord = een
wat zijn de bepaalde lidwoorden = het en de
wat is een zelfstandig naamwoord ( blz.28 en 29) = een mens, dier, ding of eigennaam
wat zijn de kenmerken van een zn = eer kan vaak een lw voor, ev en mv van gemaakt worden, verkleinwoord van gemaakt worden
wat zijn werkwoorden (blz.70 en 72) = dat wat iets of iemand doet of overkomt
wat is een bijvoeglijk naamwoord (blz.112 en 114) = een woord dat iets zegt over een zn
wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden = die(bij de-woord daar), dat(bij het-woord daar), deze(bij de-woord hier), dit(bij het-woord hier)
wat zijn de vragende voornaamwoorden ( blz. 154) = wie, wat (voor), welke
wat is een onbepaald voornaamwoord ( blz. 115-156) = een onduidelijk voornaamwoord, zoals 'iemand' ; een onduidelijke aanduiding van iets of iemand, zoals 'iets' of 'iemand'
wat is een voorzetsel ( blz. 196 en 198) = een 'kast-woord' ; een 'feest-woord ; een woord dat een plaats aangeeft
wat is een bijwoord (blz. 238) = een woord dat iets zegt over een ww
hoe spel je de(regelmatige) pv tegenwoordige tijd ev = 1e p=stam,2e p?=stam,2e p=stam+t,3e p=stam+t
hoe spel je de(regelmatige) pv tegenwoordige tijd mv = hele ww ; infinitief
hoe maak je de stam van een regelmatig ww = hele ww-en ; infinitief-en
wat is een sterk ww = een ww met in de verleden tijd klank-verandering
hoe vervoeg je een zwak ww in de verleden tijd = stam+de(n)/te(n)
wat is de onvoltooide tijd van smurfen = smurfend(e)
wat is de voltooide tijd van smurfen = gesmurfd
waar staat een bijvoeglijk naamwoord in de zin( blz. 199) = voor een zn of in het nw deel van het gezegde
hoe spel je een stoffelijk bijvoegelijk naamwoord = stof+en, behalve bij plastic
wat is de lange vorm van mooi = mooie
vul in:g, gg of ch: a...re...atietoestand = aggregatietoestand
vul in:g, gg of ch: a...lomeratie = agglomeratie
vul in:g, gg of ch: su...estie = suggestie
op wat voor plekken gebruik je een komma = als je een bij zin aan een hoofdzin vastmaakt, als je 2 zinnen aan elkaar maakt of als je een opsomming uitschrijft
op wat voor plekken gebruik je een dubbele punt = tussen de aankondiging dat je iets gaat vertellen en dat wat je gaat vertellen of voor het aanhalingsteken voor een letterlijk sitaat
op wat voor plekken gebruik je aanhalingstekens ( blz. 241 en 242) = voor en naa een letterlijk sitaat
vul in:k, ck of c: fa...toren = factoren
vul in:k, ck of c: ...o...pit = cockpit
vul in:k, ck of c: ...oalitie = coalitie
vul in:k, ck of c: bu...et = bucket

Ingezonden op 21-06-2016 - 2399x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 20-12-2016.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Handig he? Die 'vorige antwoord goedrekenen' knop? Het zijn echt pokke-lange antwoorden. Bovendien heb ik sommige woorden dan wel weer afgekort en andere niet.. Maar ik heb gewoon niet altijd zin om het hele woord op te schrijven of eigenlijk nooit, alleen stond het er al toen ik de mail van mijn docent kopieerde, met de pladzijdes enzo die wij moesten leren, ik denk dat ik de enige ben die dit ooit ga gebruiken, bovendien heb ik dit eigenlijk alleen gemaakt om het goed door te nemen, maar oke.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Nieuw Nederlands

0 #Rep:mijn 'eindtoets'