Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn boekje sga
› 2 WW 26 tm 30
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn boekje sga
, deel 1
2 WW 26 tm 30
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
adire = gaan naar;bezoeken exire = uitgaan; naar buiten gaan;komen;vertrekken inire = naar binnen gaan;beginnen obire = tegemoet gaan;bezoeken;sterven redire= teruggaan;terugkeren subire = gaan onder; op zich nemen; doorstaan transire = oversteken abire = weggaan; vertrekken ire = gaan rapere, rapui, raptus = grijpen;pakken;roven diriperere = plunderen, verwoesten caederem, cedidi,caesus = vellen;doden;neerslaan fallere, fefelli, falsus = bedriegen;misleiden;om de tuin leiden detegere, - texi - tectus = blootleggen;onthullen tegere = bedekken invitare = uitnodigen accipere = aannemen; ontvangen; krijgen;vernemen recicpere = terugnemen;opnemen;ontvangen capere = nemen;pakken; innemen;gevangen nemen imperare = bevelen;heersen over; macht uitoefenen iudicare = rechtspreken;vonnissen; beslissen;besluiten; oordelen dicere = zeggen;spreken;bedoelen reddere = teruggeven; maken tot condere = stichten;bouwen credere = geloven; vetrouwen dedere = overgeven;uitleveren perdere = verliezen; te gronde richten;vernietigen prodere = verraden tradere = overgeven; overleven dare, dedi, datus = geven regere = recht houden;richten; besturen; heersen over regnare = heersen over corrigere = verbeteren contingere = aanraken; lukken; ten deel vallen tangere = aanraken; raken ; ontroeren; treffen promittere = beloven committere = tot stand brengen; toevertrouwen facere, feci, factum = doen;maken spernere = afwijzen; versmaden;verachten;minachten contendere = zich inspannen; zich haasten; ijlen; strijden;vechten gignere = baren;voortbrengen captare = grijpen naar;proberen te krijgen volvere = wentelen;rollen carpere, carpsi, carptus = afplukken;afvreten flectere, flexi, flectus = buigen;wenden vulnerare = verwonden ardere, ardi = branden, gloeien valere = gezond zijn; sterk zijn; gelden; van kracht zijn invidere = jaloers zijn op;benijden;misgunnen videre, vidi, visus =zien constituere = vaststellen;afspreken;aanstellen;besluiten statuere = plaatsen;vaststellen stare= staan vitare = mijden;ontwijken ignorare = niet weten;niet kennen conspicere = in het oog krijgen; zien ; bekijken respicere = omkijken;denken aan;rekening houden met solvere = losmaken;bevrijden; oplossen;afbreken
Ingezonden op 25-06-2016 - 1189x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!