Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Engels CAE Result

5 Word list

Jaar 5 (vwo)

Het hoort erbij = It comes with the territory
Ergens aan bijdragen = To contribute to something
Daaropvolgend = Subsequent
Belangrijk = Significant
Regelmatig bewegen = To take regular exercise
Het verhoogt de hartslag = It quickens the pulse
Met mate = In moderation
Een hartaanval krijgen = To suffer a heart attack
Het was nogal een verrassing = It came as something of a surprise
Gezonde levensstijl = Healthy lifestyle
Ergens aan ten onder gaan = To succumb to something
Iets bepalen = To determine something
Iets bereiken = To achieve something
De risico’s verminderen = To reduce the risks
De eisen = The demands
De eisen = The requirements
Onderzoek op dit gebied = Research in this area
Toenemen = To increase
Zwaar = Severe
Ernstig = Severe
De vastberadenheid = The determination
Vaardig zijn in = Be proficient in
In staat zijn om = Be capable of
Strijden = To compete
Voorgaande = Previous
Bijkomend = Additional
Blessurebehandeling = Injury treatment
Het bereik = The range
De beenspieren = The leg muscles
De roltrap = The escalator
Lichaamsbeweging = Physical exercise
De bloedvaten = The blood vessels
De hartslag = The heart rate
Het herstel = The recovery
De hersteltijd = The period of recovery
Het uithoudingsvermogen = The endurance
De bloeddruk = The blood pressure
De dij = The thigh
De elleboog = The elbow
De schouder = The shoulder
De hiel = The heel
The rib = The rib
De kin = The chin
De schedel = The skull
De duim = The thumb
De heup = The hip
De pols = The wrist
De palm = The palm
Het middel = The waist
De enkel = The ankle
De kuit = The calf
De wang = The cheek
De scheen = The shin
Iets breken = To break something
Iets breken = To fracture something
Iets verdraaien = To twist something
Iets verstuiken = To sprain something
Uit de kom gaan van iets = To dislocate something
De verdraaide enkel = The twisted ankle
De schouder uit de kom = The dislocated shoulder
De verstuikte enkel = The sprained ankle
De aandoening = The ailment
De infectie = The infection
De hartkwaal = The heart condition
Het geneesmiddel = The cure
Het slechte zicht = The bad eyesight
Een goede nachtrust = A good night’s sleep
Uitgeput = Exhausted
Geen energie hebben = To lack energy
Slecht slapen = To sleep badly
De behandeling = The treatment
Geopereerd worden = To have surgery
Ongelukkig = Unfortunate
Het gevaar = The hazard
Gevaarlijk = Hazardous
Wetenschap = Science
De wetenschapper = The scientist
Wetenschappelijk = Scientific
Ingrijpen = To intervene
De ingreep = The intervention
Ongeneeslijk = Incurable
Iemand/iets behandelen = To treat someone/something
Aanwezig zijn bij iets = To attend something
De aanwezigheid = The attendance
Te voorkomen = Avoidable
Wenselijk = Desirable
Voorspelbaar = Predictable
Onvoorspelbaar = Unpredictable
Prettig = Agreeable
Verklaarbaar = Explicable
Onverklaarbaar = Inexplicable
Gedenkwaardig = Memorable
Niet verrassend = Unsurprising
Onprettig = Unpleasant
Niet te tolereren = Intolerable
Presteren = To perform
Optreden = To perform
De prestatie = The performance
Het optreden = The performance
Verdedigen = To defend
De verdediging = The defence
Ongelooflijk = Incredible
Onredelijk = Unreasonable
Onbegrijpelijk = Incomprehensible
Onvolwassen = Immature
Onhandig = Impractical
Onpraktisch = Impractical
Oneerlijk = Dishonest
Verkeerd begrepen = Misunderstood
Onbegrepen = Misunderstood
Geweldloos = Non-violent
Onleesbaar = Illegible
Onlogisch = Illogical
Onvoldoende = Insufficient
Het lid = The member
Het lidmaatschap = The membership
Afnemen = To reduce
De afname = The reduction
Het voordeel = The benefit
Voordelig = Beneficial
Calorieën verbranden = To burn calories
Van dezelfde waarde = Of similar value
Er gaat een virus rond = There’s a bug going round
Het is van groot belang om = It’s vital to
Gezond blijven = To keep fit and healthy
Aan de beterende hand zijn = To be on the mend
Je niet helemaal lekker voelen = To feel under the weather
Een spier scheuren = To tear a muscle
Iemand helpen = To give someone a hand
De rekening betalen = To foot the bill
Iets begrijpen = To get your head around something
Het ligt op het puntje van mijn tong = It’s on the tip of my tongue
Ergens heen gaan = To head for something
Het kostte een vermogen = It cost an arm and a leg
Je kapot werken = To work your fingers to the bone

Ingezonden op 25-06-2016 - 398x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 29-06-2016.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Engels CAE Result

5 Word list