Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
basisbegrippen recht
› 1 Materieel recht
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
basisbegrippen recht
, deel 1
1 Materieel recht
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
het privaatrecht = le droit privé het publiekrecht = le droit public het familierecht = le droit de la famille / le droit familial / le droit des familles het personenrecht = le droit des personnes het erfrecht = le droit de succession het huwelijksrecht = le droit matrimonial het gerechtelijk recht = le droit judiciaire het verbintenissenrecht = le droit des obligations het burgerlijk recht = le droit civil het objectief recht = le droit objectif de subjectieve rechten = les droits subjectifs het Burgerlijk Wetboek = le Code civil de rechtsfeiten = les faits juridiques de rechtsgevolgen = les effets juridiques / les conséquences juridiques het rechtssubject = le sujet juridique de juridische persoonlijkheid = la personnalité juridique de staat = l’état het bezit van staat = la possession d’état de bekwaamheid = la capacité de feitelijke bekwaamheid = la capacité de fait de genotsbekwaamheid of rechtsbekwaamheid = la capacité de jouissance / la capacité juridique de handelingsbekwaamheid = la capacité d’exercice de persoon = la personne de fysieke persoon = la personne physique de rechtspersoon = la personne morale de rechtspersoonlijkheid = la personnalité juridique/ la personnalité morale het feitelijk samenwerkingsverband = l’accord de coopération de fait de beperkte aansprakelijkheid = la responsabilité limitée de onbeperkte aansprakelijkheid = la responsabilité illimitée de vereniging = l’association de vereniging zonder winstoogmerk = l’association sans but lucratif de stichting van openbaar nut = la fondation d’utilité publique de private stichting = la fondation privée de vennootschap = la société de vennootschap onder firma = la société en nom collectif de coöperatieve vennootschap met onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid = la société coopérative à responsabilité illimitée de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid = la société coopérative à responsabilité limitée de naamloze vennootschap = la société anonyme de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid = la société à responsabilité limitée het legaliteitsbeginsel = le principe de légalité de tegenwerpelijkheid = l’opposabilité de minderjarigen = les mineurs de minderjarigheid = la minorité de verlengde minderjarigheid = la minorité prolongée de onbekwaamverklaarden = les interdits de onbekwaamverklaring = l’interdiction het voorlopig bewind = l’administration provisoire de ontvoogde minderjarigen = les mineurs émancipés de gerechtelijk raadsman = le conseil judiciaire de absolute nietigheid = la nullité absolue de relatieve nietigheid = la nullité relative het dwingend recht = le droit impératif de dwingende rechtsregels = les lois impératives de rechtsregels van openbare orde = les lois d’ordre public het specialiteitsbeginsel = le principe de spécialité de materiële handeling = l’acte matériel de onrechtmatige daden = les délits (+les quasi-délits) de quasi-contracten = les quasi-contrats de zaakwaarneming = la gestion d’affaires de rechtshandeling = l’acte juridique de bijzondere overeenkomsten de geldigheid = les contrats usuels la validité de toestemming = le consentement het voorwerp = l’objet de oorzaak = la cause de wilsleer = la théorie de la volonté het beginsel van de wilsautonomie = le principe de l’autonomie de la volonté de vertrouwensleer of schijnleer = la doctrine de confiance de wilsgebreken = les vices du consentement de dwaling = l’erreur de verschoonbaarheid = l’ excusabilité verschoonbaar = excusable het bedrog = le dol het geweld = la violence het suppletief recht = le droit supplétif de nietigheid = la nullité de benadeling = le préjudice het beginsel van de relativiteit = le principe de la relativité der rechtshandelingen = des effets des actes juridiques de vertegenwoordiging = la représentation de vertegenwoordigingsbevoegdheid = la compétence de représentation de volmacht = la procuration de lastgeving = le mandat de lasthebber = le mandataire de lastgever = le mandant de schijnvertegenwoordiging = le mandat apparent de middelijke vertegenwoordiging = la commission het bewind = l’administration het beginsel van het consensualisme = le principe du consensualisme de menselijke wilsverklaring = la déclaration de volonté het formalisme = le formalisme de uitdrukkelijke wilsuiting = la manifestation de volonté expresse de impliciete of stilzwijgende wilsuiting = la manifestation de volonté tacite de authentieke akte = l’acte authentique de bewijskracht = la force probante de uitvoerbare kracht = la force exécutoire de onderhandse akte = l’acte sous seing privé het bewijsmiddel = le moyen de preuve de wederkerige verbintenis = l’obligation synallagmatique de eenzijdige verbintenis = l’obligation unilatérale de schuldvordering = la créance het getuigenbewijs = la preuve testimoniale de vermoedens = les présomptions de bekentenis = l’aveu de eed = le serment het rechtsobject = l’objet de droit de politieke rechten = les droits politiques de burgerlijke rechten = les droits civils de patrimoniale rechten = les droits patrimoniaux de extrapatrimoniale rechten = les droits extra-patrimoniaux de persoonlijkheidsrechten = les droits de personnalité de familierechten = les droits de la famille de lichamelijke goederen = les biens corporels de onlichamelijke goederen = les biens incorporels de zakelijke rechten = les droits réels het eigendomsrecht = la propriété het bezit = la possession de detentie = la détention het vruchtgebruik = l’usufruit de erfdienstbaarheid = la servitude het recht van opstal = la superficie de erfpacht = l’emphytéose de zakelijke zekerheidsrechten = les sûretés het voorrecht = le privilège de hypotheek = l’hypothèque het pand = le gage de vorderingsrechten = les droits d’action de intellectuele rechten = les droits intellectuels het auteursrecht = le droit d’auteur het octrooi = le brevet de tekeningen en modellen = les dessins et modèles de merken = les marques de kwekersrechten = les droits d’obtention de computerprogramma’s en databanken = les programmes d’ordinateur et les bases de données de constitutieve rechtshandeling = l’acte juridique constitutif de uitdovende rechtshandeling = l’acte juridique extinctif de overdragende rechtshandeling = l’acte juridique translatif de declaratoire rechtshandeling = l’acte juridique déclaratoire de daad van bewaring = l’acte conservatoire de daad van gebruik of genot = l’acte d’usage ou de jouissance de daad van beheer = l’acte d’administration de daad van beschikking = l’acte de disposition de daad van economisch beheer = l’acte d’administration économique het aansprakelijkheidsrecht = le droit de la responsabilité de strafrechtelijke aansprakelijkheid = la responsabilité pénale de burgerrechtelijke aansprakelijkheid = la responsabilité civile de contractuele aansprakelijkheid = la responsabilité contractuelle de extracontractuele aansprakelijkheid = la responsabilité extra-contractuelle ou aquilienne de samenloop van aansprakelijkheden = le cumul des responsabilités het exoneratiebeding = la clause d’exonération de enkelvoudige aansprakelijkheid = la responsabilité simple de samengestelde aansprakelijkheid = la responsabilité complexe de schuldaansprakelijkheid = la responsabilité de dette de objectieve aansprakelijkheid of foutloze aansprakelijkheid = la responsabilité objective de risico-aansprakelijkheid = la responsabilité de risque de schade = le dommage / le préjudice de fout = la faute de toerekenbaarheid = l’imputabilité toerekenbaar = imputable de toerekeningsvatbaarheid = la responsabilité het causaal verband = le lien de causalité / le rapport causal de schadevergoeding = les dommages et intérêts de zorgvuldigheidsnorm = l’obligation de prudence de equivalentieleer = la théorie de l’équivalence des conditions de theorie van de adequate oorzaak = la théorie de la cause adéquate de orgaantheorie = la théorie d’organe de aansteller = le commettant de aangestelde = le préposé het rechtsmisbruik = l’abus de droit de wetsontduiking = la transgression de la loi de rechter = le juge de griffier = le greffier de referendaris = le référendaire de parketjurist = le juriste de parquet de advocaat = l’avocat de gerechtsdeurwaarder = l’ huissier de justice de notaris = le notaire de hypotheekbewaarder = le conservateur des hypothèques de ontvanger van het registratiekantoor = le receveur du bureau de l’enregistrement de registratierechten = les droits de l’enregistrement de bedrijfsjurist = le juriste d’entreprise de overheidsjurist = le juriste du gouvernement de jurist in academia = le juriste académique
Ingezonden op 21-07-2016 - 717x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!