Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Van NL naar Español
› 1 belangerijke onregelmatige werkwoorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Van NL naar Español
, deel 1
1 belangerijke onregelmatige werkwoorden
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Spaans/Nederlands spaans 2 onregelmatig werkwoord / lidwoorden: ser/estar = zijn yo soy = ik ben(ser) tú eres = jij bent(ser) él es = hij is(ser) nosotros somos = wij zijn(ser) vuestro sois = jullie zijn(ser) ellos son = zij zijn(ser) Ana es española = Ana is Spaans esta madre es el mío = deze moeder is van mij yo estoy = ik ben(estar) tú estás = jij bent(estar) él está = hij is(estar) nosotros estamos = wij zijn(estar) vuestro estáis = jullie zijn(estar) ellos están = zij zijn(estar) un = een(m)(e) una = een(v)(e) unos = een paar/enkele(m)(m) unas = een paar/enkele(v)(m) el chico = de jongen la chica = het meisje el doctor = de doktor el garaje = de garage el socialismo = het socialisme la persona = de persoon la ciudad = de stad la admisión = de toegang la honradez = de eerlijkheid la juventud = de jeugd las ciudades = de steden los garajes = de garages una admisión = een toegang un chico = een jongen unos doctores = een paar doktors unas personas = een paar personen con = met los idiomas = de talen hola mi nombre es Pedro = hallo mijn naam is Pedro yo llamo = ik heet tú llamas = jij heet él llama = hij heet nosotros llamamos = wij heten vosotros llamáis = jullie heten ellos llaman = zij heten yo me llamo Doom = ik heet Doom encatada de conocerte = aangenaam kennis te maken cómo estás? = hoe is het met je? bien, y tú? = goed, en jij? me gusta jugar a fútbol = ik hou van voetballen por favor = astublieft lunes = maandag martes = dinsdag miércoles = woensdag jueves = donderdag viernes = vrijdag sàbado = zaterdag domingo = zondag yo doy = ik geef tú das = jij geeft él da = hij geeft nosotros damos = wij geven dar = geven vosotros dais = jullie geven ellos dan = zij geven saber = weten yo sé = ik weet tú sabes = jij weet él sabe = hij weet nosotros sabemos = wij weten vosotros sabéis = jullie weten ellos saben = zij weten un poco = een beetje no sé nada de español = ik weet niks van Spaans palabras = woorden verbo = werkwoord yo he = ik heb(haber) tú has = jij hebt(haber) él ha = hij hebt(haber) nosotros hemos = wij hebben(haber) vosotros habéis = jullie hebben(haber) ellos han = zij hebben(haber) yo tenga = ik heb(tener) tú tengas = jij hebt(tener) él tenga = hij heeft(tener) nosotros tengamos = wij hebben(tener) vosotros tengáis = jullie hebben(tener) ellos tengan = zij hebben(tener) yo tenía = ik had(tener) tú tenías = jij had(tener) él tenía = hij had(tener) nosotros teníamos = wij hadden(tener) vosotros teníais = jullie hadden(tener) ellos tenían = zij hadden(tener)
Ingezonden op 25-08-2016 - 542x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
dit zijn onregelmatige werkwoorden die je heel bekend zijn in spanje(eigenlijk overal ter wereld). maar de werkwoorden hier hebben 2 vertalingen elk word gebruikt voor een bepaald moment. ser & estar(zijn), en tener & hacer(hebben).
estar word gebruikt bij de volgende zaken:
1. voor de sfeer in een omgeving(het is saai in de klas).
2. voor de rank/plaats in je familie(ik ben de neef van John Terry)
3. voor de plaats van iets of iemand(ik ben nu in Amsterdam)
Ser word gebruikt bij de volgende zaken:
1. wat iemand is(identiteit) (hij is een voetballer).
2. de materiaal van een object(de stoel is van hout).
3. alles dat een bepaald I.D. van iets of iemand aangeeft.
Hacer & tener(hebben).
Hacer word gebruikt voor:
1. het word gebruikt als hulp werkwoord(wij 'hebben' de wedstrijd 'gewonnen')
Veder voor niks heel simpel toch?
Tener:
1. word gebruikt als je iets hebt(ik heb een samsung)
2. andere gevallen is ook tener.(wij hadden daarover!)
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!