Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Hebreeuws II
› 101 werkwoorden van de 5 hoofdstukken
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Hebreeuws II
101 werkwoorden van de 5 hoofdstukken
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
וַיְהִי = en er was; zijn וַיֵּלֶךְ = en hij ging; gaan וַיֵּרָא = en Hij laat zich zien; zien וַיֹּאמֶר = en Hij zegt; zeggen אַל-תֵּרֵד = daal niet af; afdalen שְׁכֹן = verblijf אֹמַר = ik zeg; zeggen גּוּר = woon; wonen וְאֶהְיֶה = en ik zal zijn; zijn; en ik ben וַאֲבָרְכֶךָּ = en ik zal je zegenen; zegenen אֶתֵּן = ik zal geven; geven וַהֲקִמֹתִי = en ik zal gestand doen; opstaan נִשְׁבַּעְתִּי = ik heb gezworen; zweren וְהִרְבֵּיתִי = en ik zal groot maken; groot maken וְנָתַתִּי = en ik zal geven; geven וְהִתְבָּרְכוּ = en ik zal zegenen; zegenen אֲשֶׁר-שָׁמַע = dat hij luisterde וַיִּשְׁמֹר = bewaarde; bewaakte; hield; bewaren מִשְׁמַרְתִּי = wat ik te bewaren gaf; bewaren וַיֵּשֶׁב = en hij bleef; blijven כָּבֵד = zwaar וַיְהִי = en het gebeurde לֶאֱכֹל = het eten הֵבִיאו = zij brachten שִׁבְרוּ-לָנוּ = koop voor ons לֵאמֹר = door te zeggen הָעֵד = hij overtuigde הֵעִד = overtuigend לֹא-תִרְאוּ; = jullie zien niet אִם-יֶשְׁךָ = als jij bent מְשַׁלֵּחַ = zendend נֵרְדָה = wij zullen afdalen וְנִשְׁבְּרָה = en wij zullen kopen וְאִם-אֵינְךָ = en als jij niet bent נֵרֵד = wij dalen af אָמַר = zeggend לֹא-תִרְאוּ = niet zien jullie הֲרֵעֹתֶם = doen jullie kwaad לְהַגִּיד = door te vertellen הַעוֹד = er is וַיֹּאמְרוּ = en zij zeiden שָׁאוֹל = vragend שָׁאַל-הָאִישׁ = vroeg de man הַעוֹד = is er nog חַי = levend הֲיֵשׁ = is er וַנַּגֶּד-לוֹ = wij vertelde hem הֲיָדוֹעַ = wetend נֵדַע--כִּי = wisten wij dat יֹאמַר = hij zei הוֹרִידוּ = breng שִׁלְחָה = zend וְנָקוּמָה = en wij staan op וְנֵלֵכָה =en wij gaan וְנִחְיֶה = en wij leven נָמוּת = wij sterven וַיִּנְהַג = en hij leidde וַיָּבֹא = en hij kwam וַיֵּרָא = en hij verscheen וַיַּרְא = en hij zag וְהִנֵּה = en zie בֹּעֵר = brandend אֵינֶנּוּ = hij was niet אֻכָּל = verteerd אָסֻרָה-נָּא = Ik zal afwijken nu וְאֶרְאֶה = en ik zal zien לֹא-יִבְעַר = hij brandt niet סָר = hij week af לִרְאוֹת = om te zien וַיִּקְרָא = en hij riep אַל-תִּקְרַב = kom niet dichterbij שַׁל-נְעָלֶיךָ = trek uit uw schoenen עוֹמֵד = jij staat קֹדֶשׁ = hij is heilig וַיַּסְתֵּר = en hij verborg יָרֵא = hij was bang מֵהַבִּיט = om te kijken וְאֶת-צַעֲקָתָם = en hun roepen שָׁמַעְתִּי = ik hoorde יָדַעְתִּי = ik weet וָאֵרֵד = en ik daal af לְהַצִּילוֹ = om hun te verlossen וּלְהַעֲלֹתוֹ = en om te brengen זָבַת = vloeiend הִנֵּה = zie צַעֲקַת = het roepen בָּאָה = hij komt וְגַם-רָאִיתִי = en ook zag ik אֶת-הַלַּחַץ = de verdrukking לֹחֲצִים = verdrukkend לְכָה = ga וְאֶשְׁלָחֲךָ = en ik zend u וְהוֹצֵא = leidt uit אֵלֵךְ = ik afdaal אוֹצִיא = ik leid uit שְׁלַחְתִּיךָ = ik zend jou בְּהוֹצִיאֲךָ = bij het uitleiden van jou תַּעַבְדוּן = jullie zullen dienen צִוָּה = hij gebiedt לְלַמֵּד = om te onderwijzen לְרִשְׁתָּהּ = om te verwoesten תִּירָא = het vrezen לִשְׁמֹר = om te bewaren מְצַוֶּךָ = gebiedend aan jou יַאֲרִכֻן = ze worden verlengd וְשָׁמַעְתָּ = en hoort וְשָׁמַרְתָּ = en bewaar יִיטַב = hij doet goed דִּבֶּר = hij spreekt זָבַת = hij vloeit שְׁמַע = hoort וְאָהַבְתָּ = en jij zal liefhebben וְהָיוּ = en zij zijn מְצַוְּךָ = gebiedend jou וְשִׁנַּנְתָּם = en jullie zullen leren וְדִבַּרְתָּ = en je zal spreken בְּשִׁבְתְּךָ = in je zitten וּבְלֶכְתְּךָ = en in je afdalen וּבְשָׁכְבְּךָ = en in je liggen וּבְקוּמֶךָ = en in je opstaan וּקְשַׁרְתָּם = en jullie zullen binden וּכְתַבְתָּם = en jullie zullen schrijven יְבִיאֲךָ = hij doet je komen נִשְׁבַּע = hij zwoer לָתֶת = om te geven לֹא-בָנִיתָ = jij bouwde niet לֹא-מִלֵּאתָ = jij vulde niet חֲצוּבִים = gegraven לֹא-חָצַבְתָּ = jij groef niet לֹא-נָטָעְתָּ = jij plantte niet וְאָכַלְתָּ = en je zal eten וְשָׂבָעְתָּ = en je zal vol zijn הִשָּׁמֶר = bewaak פֶּן-תִּשְׁכַּח = opdat je niet vergeet הוֹצִיאֲךָ = hij leidt je תִּירָא = vrees תַעֲבֹד = dien תִּשָּׁבֵעַ = zweer תֵלְכוּן = jullie zullen gaan פֶּן-יֶחֱרֶה = opdat hij niet ontbrand וְהִשְׁמִידְךָ = en hij verwoest je כִּי-יָשַׁב = als hij zit הֵנִיחַ-לוֹ = hij deed hem rusten רְאֵה = zie יֹשֵׁב = zit תִּבְנֶה-לִּי = jij bouwt voor mij לְשִׁבְתִּי = om te zitten voor mij יָשַׁבְתִּי = zit ik הַעֲלֹתִי = ik deed opgaan וָאֶהְיֶה = en ik ben מִתְהַלֵּךְ = rondlopend אֲשֶׁר-הִתְהַלַּכְתִּי = dat ik rondging דִּבַּרְתִּי = ik sprak צִוִּיתִי = ik gebood לִרְעוֹת = te voeden לֹא-בְנִיתֶם = niet bouwen jullie כֹּה-תֹאמַר = zo zal je zeggen אָמַר = zegt; spreekt צְבָאוֹת = omschaarde לְקַחְתִּיךָ = ik pakte je לִהְיוֹת = om te zijn וָאֶהְיֶה = en ik was הָלַכְתָּ = jij ging וָאַכְרִתָה = en ik sneed וְעָשִׂתִי = en ik zal maken
Ingezonden op 26-08-2016 - 370x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!