Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits Leerjaar 4
› 5 E
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits Leerjaar 4
, deel 5
5 E
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to advertise=adverteren, bekend maken to affect=van invloed zijn op; treffen, raken to agree=het eens zijn met to alienate (alienation)=vervreemden to amount to=bedragen, neerkomen op to appeal to (appeal)=aantrekkingskracht hebben op; een beroep doen op to apply for (application)=solliciteren naar, aanvragen to approach (approach)=(be)naderen to argue (argument)=redeneren, beweren; ruzie hebben to assert=stellen, vaststellen to assume=veronderstellen to attempt (attempt)=proberen, pogen to auction (auction)=veilen to back=(onder)steunen to be at stake=op het spel staan to behave (behaviour)=zich gedragen to belong to=behoren bij to betray (betrayal)=verraden to boast (boast)=pochen, opscheppen (over) to bother=lastig vallen; de moeite nemen to browse=snuffelen to carry on=doorgaan met to celebrate (celebration)=vieren to charge with (charge)=beschuldigen van to coincide with=samenvallen met to combat (combat)=(be)strijden, vechten tegen to commute (commuter)=forenzen, pendelen to compel (compulsion)=dwingen, verplichten to comprehend (comprehension)=begrijpen to conceive (concept)=bedenken to conduct (conductor)=leiden, dirigeren (van een orkest) to confirm=bevestigen to conquer (conquest)=veroveren to consist of=bestaan uit to contain=bevatten to contradict=tegenspreken to control (control)=beheren; besturen to convey=overbrengen; kenbaar maken to convince=overtuigen to create (creation)=scheppen, creƫren to curse (curse)=(ver)vloeken to decay (decay)=in verval raken, bederven to decline (decline)=in verval raken, achteruitgaan; afnemen; (beleefd) weigeren to deduce (deduction)=afleiden uit to defend=verdedigen to demand=eisen to demonstrate=aantonen to depict=afschilderen, beschrijven to descend (descent)=afdalen, naar beneden gaan/komen to desire (desire)=wensen
Ingezonden op 01-09-2016 - 982x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!