Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
-Frans Evantail-junior - En action - 6de leerjaar
› 29 Deux croissants
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
-Frans Evantail-junior - En action - 6de leerjaar
, deel 9
29 Deux croissants
Jaar 6 (basisschool)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
avoir soif = dorst hebben boire = drinken C'est fini. = Het is gedaan.; Het is voorbij. demander à = vragen aan demander à Ria = vragen aan Ria des lunettes = een bril dire = zeggen il boit = hij drinkt il dit = hij zegt Il n' y a plus de pain. = Er is geen brood meer. je bois = ik drink je dis = ik zeg Je mets un pull. = Ik doe een trui aan. la bière = het bier la limonade = de limonade le café = de koffie le chocolat = de chocolademelk; de chocolade le coca = de cola le jus de fruits = het fruitsap le lait = de melk le temps = de tijd le thé = de thee le vin = de wijn leur livre = hun boek leurs livres = hun boeken mettre = leggen; opzetten mettre = plaatsen; zetten ne plus = niet meer; geen meer nos livres = onze boeken notre livre = ons boek peut-être = misschien sans vêtements = zonder kleren tu bois = jij drinkt; je drinkt tu dis = jij zegt; je zegt un croissant = een croissant un menu = een menu un pain = een brood un verre = een glas un verre de lait = een glas melk une baguette = een stokbrood une tasse = een kopje; een kop une tasse de thé = een kopje thee vendre = verkopen il met = hij legt il met = hij plaatst; hij zet ils mettent = zij leggen ils mettent = zij plaatsen; zij zetten J' ai mis ton portable sur ton lit. = Ik heb je gsm op je bed gelegd. j'ai mis = ik heb gelegd je mets = ik leg je mets = ik zet; ik plaats Je mets la chaise sur le banc. = Ik zet de stoel op de bank. Jean met un short pour nager. = Jan doet een short aan om te zwemmen. Les filles mettent une jupe ? = Doen de meisjes een rok aan ? nous mettons = wij leggen nous mettons = wij zetten; wij plaatsen Nous ne mettons jamais ces tasses là. = Wij zetten die kopjes nooit daar. tu mets = jij legt tu mets = jij zet; jij plaatst Tu ne mets pas tes lunettes ? = Zet jij je bril niet op ? vous mettez = jullie leggen vous mettez = jullie plaatsen; jullie zetten Vous mettez les vêtements sur le lit ? = Leggen jullie de kleren op het bed ?
Ingezonden op 10-09-2016 - 1163x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!