Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Zinsleer Syntaxis
› 1 Glossen begrippen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Zinsleer Syntaxis
1 Glossen begrippen
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1 = eerste persoon 2=tweede persoon 3 =derde persoon A =transitief subject A(P) =adjective phrase, bijwoord ABS= absolutief ACC= accusatief Adv(P) =adverbium phrase APPL =applicative, bijvoegelijk naamwoord ASP =aspect, temporele structuur van handelingen AUX =auxiliary verb, hulpwerkwoord C(P)= conjunction phrase, voegwoord(groep) CAUS =causative CG =common gender COMP = conjunction, voegwoord CONJ = coordinating conjunction, nevenschikkend voegwoord CTF= conjunctive D(P) =determinator phrase DAT= datief DEF= definite, bepaald DEM =demonstrative pronoun, aanwijzend voornaamwoord DET = determiner, lidwoord ERG =ergatief, naamval voor argument in ergatieve talen EXC= exclusief, spreker met een derde FEM = female FUT = future GEN= genitief HAB = habitueel IMPF =imperfectum INC= inclusief, spreker met aangesprokene INDEF = indefinite INDIC= indicatief INF= infinitive INTRANS= intransitive IO= indirect object MASC =mannelijk N(P)= noun phrase, naamwoord(groep) NEG =negative NOM= nominatief NONPAST= niet-verleden tijd NTR= neutral, onzijdig NONNTR =niet onzijdig, common gender O =object OB= object P(P)= prepositional prase, voorzetsel(groep) PASS= passive PAST =verleden tijd PART= participium PERF= perfectum PL= plural, meervoud POSS= possessive, bezittelijk POT =potentialis PRES= presens PROG= progressive PRT= partikel, duidt een grammaticale categorie aan PUNC= punctueel REL =relative S= intransitive subject SG =enkelvoud Singular SU = subject TRANS= transitive verb V(P) =verb phrase X’ =X-bar
Ingezonden op 13-09-2016 - 637x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!