Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woordenschat Nederlands SuperTomaatje
› 1 .1 Griekse en Latijnse woorden en uitdrukkingen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woordenschat Nederlands SuperTomaatje
, deel 1
1 .1 Griekse en Latijnse woorden en uitdrukkingen
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
NE woorden 1.1 Griekse en Latijnse woorden en uitdrukkingen Nederlands/Nederlands apathisch= zonder gevoel Aristocratie= heerschappij van adellijke of voorname families Canon = lijst met werken die als goed en maatgevend beschouwd worden Demoniseren = het doelbewust afschilderen als zeer slecht Egocentrisch = zichzelf tot middelpunt makend Euthanasie = zachte, pijnloze dood Filantroop = mensenvriend Fysisch = natuurkundig Hypothetisch = denkbeeldig Kosmopoliet = wereldburger Latent = verborgen Lectuur= leesvoer Liquideren = doden Metamorfose = gedaanteverandering Narcistisch = met een ziekelijke bewondering of liefde voor zichzelf Nihilisme = filosofisch standpunt waarbij er geen enkele grondwaarde wordt aangenomen Pandemonium = hels lawaai, totale verwarring Pantheon = en aan alle goden gewijd heiligdom, uitgave van belangrijke werken Paradoxaal = tegengesteld aan een gangbare mening Psychosomatisch = wat betrekking heeft op de relatie tussen het geestelijke en het lichamelijke Radicaal = helemaal Utopisch = als ideaal gefantaseerd en onbereikbaar Versus = tegen(over) Vice Versa = heen en weer Vitaliseren = levenskracht geven A priori = vooraf aangenomen als vaststaand feit Ad hoc = voor dit speciale geval Alea iacta est = de teerling is geworpen Carpe diem = pluk de dag Casu quo = in welk geval Conditio sine qua non = noodzakelijke, absolute voorwaarde Cum suis = met de zijnen Errare humanum est = vergissen is menselijk In vino veritas = dronken mensen spreken de waarheid In-vitro = in (het) glas, in een reageerbuis Mutatis mutandis = met de veranderingen die nodig zijn bij toepassingen in een andere situatie Nomen est omen = een naam is een voorteken Primus inter pares = de eerste onder zijns gelijken Quod erat demonstrandum = wat aangetoond moest worden Quod non = wat niet het geval is Sub rosa = vertrouwelijk Tabula rasa = schone lei Terra incognita = onbekend land, zaak waarvan men niets weet veni, vidi, vici = ik kwam, ik zag, ik overwon Verba volant, scripta manent = woorden vervliegen, het geschrevene blijft (wie schrijft die blijft)
Ingezonden op 28-09-2016 - 374x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!