Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits Semantik
› 1 tot en met 6 ABCD
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits Semantik
1 tot en met 6 ABCD
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
staken=streiken eisen=fordern vereisen=erfordern de bezigheid=die Beschäftigung bezig zijn=beschäftigt sein der Laie=de leek die Gewerkschaft=de vakbond befürworten=bepleiten der Tarif=de cao die Beschäftigung=de werkgelegenheid beschäftigen=werk geven aan, te werk stellen ontslaan=entlassen het ontslag=die Entlassung 1 ontslaan 2 opzeggen=kündigen die Schicht=de ploeg de kloof=die Kluft het salaris=das Gehalt handhaben=hanteren das Handwerk=het ambacht, het vak aufsteigen=opklimmen das Werk=de fabriek der Ausstieg=het opstappen, het vertrek aufbürden=belasten met 1 de voorwaarde 2 de omstandigheid=die Bedingung prijs stellen op=Wert legen auf waarderen=schätzen vertalen=übersetzen de tolk=der Dolmetscher het succes=der Erfolg overbelasten=überfordern de overbelasting=die Überforderung erledigen=uitvoeren, doen bewältigen können=aankunnen zurechtkommen mit=aankunnen die Tatkraft=de energie gewährleisten=garanderen de stagiair=der Praktikant de begeleider, de mentor=der Betreuer zorgen voor=betreuen zijn best doen=sich bemühen de employé=der Angestellte werkzaam=tätig de activiteit, het werk=die Tätigkeit de plaatsvervanger=der Stellvertreter verwalten=beheren der öffentliche Dienst=de overheid meistern=onder de knie krijgen onderhandeling=die Verhandlung het resultaat=das Ergebnis stuklopen=scheitern het voorstel=der Vorschlag afwijzen=ablehnen het bezwaar=das Bedenken enthousiasme=die Begeisterung ergeben=opleveren eingewenden=inbrengen der Einwand=het bezwaar einwandfrei=onberispelijk met betrekking tot=in Bezug auf beperkt=beschränkt in twijfel trekken=in Frage stellen geen sprake zijn van=nicht in Frage kommen het feit=die Tatsache inderdaad=tatsächlich in strijd zijn met=widersprechen beantwoorden aan, overeenkomen met=entsprechen vereinbaren=overeenkomen in Erwägung ziehen=in overweging nemen auswerten=verwerken het sollicitatiegesprek=das Vorstellungsgespräch solliciteren naar=sich bewerben um geschikt=geeignet de beroepskeuze=die Berufswahl voldoen aan=genügen het vermogen=die Fähigkeit de bekwaamheid=die Kompetenz förmlich=formeel die Anforderung=de eis der Geschäftsverkehr=het zakelijke verkeer entgegenkommen=tegemoetkomen betrouwbaar=zuverlässig lastig, vervelend=unbequem gemakkelijk=bequem ondertekenen=unterzeichnen de handtekening zetten=unterschreiben de handtekening=die Unterschrift aanvullend, extra=zusätzlich entsprechend=passend keineswegs=geenszins antreten=beginnen versäumen=voorbij laten gaan vernachlässigen=verwaarlozen het verwijt=der Vorwurf zich beperken tot=sich beschränken auf de beperking=die Beschränkung de instemming=die Zustimmung tegen=wider aufgeschlossen sein gegenüber=openstaan voor einlenken=bijdraaien beiläufig=terloops sich befassen mit=zich bezighouden met einleuchten=duidelijk zijn, overtuigen einleuchtend=duidelijk de oplossing=die Lösung de overeenkomst=das Abkommen onderzoeken=prüfen verplaatsen=verlagern der Vorsatz=het voornemen, het plan beistimmen=instemmen met beharren bei=vasthouden aan die Beharrlichkeit=de vasthoudendheid der Ausschlag=de doorslag wahrhaben=toegeven der Zwischenfall=het incident de discussie=die Auseinandersetzung de mening=die Ansicht het begrip=das Verständnis het opzicht=die Hinsicht sturen=lenken deelnemen=sich beteiligen betrekking hebben op=sich beziehen auf der Gegenstand=het thema überholt=achterhaald zielen=gericht zijn lebhaft=levendig zutreffen=kloppen zutreffend=juist, raak de bron=die Quelle motiveren=begründen de motivering=die Begründung de (uit)wisseling=der Austausch ruilen=tauschen de conclusie=die Schlussfolgerung der Schwung=de vaart, de beweging schwungvoll=gloedvol, vurig sich verstehen=vanzelfsprekend zijn die Voraussetzung=de veronderstelling vorausgesetzt=op voorwaarde dat, mits
Ingezonden op 29-09-2016 - 992x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
01-10-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!