Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Latijn 1ste jaar, deel 1

10 herhaling hoofdstukken 1-10

Jaar 1 (aso)

Amicus = m ami m vriend
deus = m dieu m god
dominus = m meester
Equus = m paard
Filius = m fils zoon
Servus = m slaaf
Aqua = f water
Familia = f famille f gezin personeel
Via = f weg
Monumentum = n monument m monument aandenken
templum = n temple m tempel
vinum = n vin m wijn
pater = pater-...m père m vader
senex = sen...m oude man
virgo = virgin-...f maagd meisje
vox = voc-...f voix f stem woord
flumen = flumin-...n rivier
sidus = sider-...n ster sterrenbeeld
femina = f femme f vrouw
canis = can-...m chien hond
iuvenis = iuven-...m jeune m jongeman
mercator = mercator-...m handelaar
miles = milit-...m militair m soldaat
senator = senator-...m sénateur m senator
nox = noct-...f nacht
caput = capit-...n hoofd hoofdstuk
est = (il/elle/on) est (hij/zij/het) is
sunt = ils/elles sont zij zijn
ibi = bijwoord daar
saepe = bijwoord dikwijls
aut = voegwoord ou of
et = voegwoord et en
-que = voegwoord en
sed = voegwoord maar
avus = m grootvader
rosa = f rose f roos
donum = n geschenk
dux = duc-... m leider
mater = matr-... f mère f moeder
corpus = corpor-... corps m lichaam
iam = bijwoord al dadelijk
interdum = bijwoord soms
quoque = bijwoord ook
enim = voegwoord want
curia = f curia Rom. senaatsgebouw
fabula = f fable f verhaal toneelstuk
luna = f lune f maan
forum = n forum m forum Rom. marktplein
iudex = iudic-... m rechter
onus = oner-... n last
tempus = tempor-... n temps m tijd moment
non = ontkenning non niet
semper = bijwoord altijd
statua = Statue f standbeeld
eques = Equit-… m Ruiter ridder
laborare = Werken leiden
apparere = apparaître Verschijnen blijken
dormire = dormir slapen
domi = bijwoord thuis
etiam = bijwoord Ook zelfs
nondum = bijwoord Nog niet
noniam = bijwoord niet meer
nunc = bijwoord nu
theatrum = n théâtre theater
mulier = Mulier-… f vrouw
uxor = Uxor-… f echtgenote
cogitare = nadenken
dare = donner geven
narrare = vertellen
rogarer = vragen
spectare = bekijken op het oog hebben
stare = staan blijven staan
gaudere = blij zijn
habere = hebben houden beschouwen als
sedere = zitten
venire = venir komen
esse = être zijn bestaan
cur? = bijwoord waarom?
-ne? = vraagartikel
aedificium = n gebouw
spectaculum = n spectacle m schouwspel
clamare = roepen
properare = zich haasten
respondere = répondre antwoorden
videre = voir zien
aperire = openen onthullen
invenire = inventer vinden ontdekken
domum = bijwoord naar huis
ideo = bijwoord daarom
interea = bijwoord intussen
finis = fin-... m fin f grens einde doel
iter = itiner-... n tocht weg
altus = -a -um hoog diep
laetus = -a -um vrolijk
latus = -a -um breed uitgestrekt
longus = -a -um long longue lang
magnus = -a -um groot belangerijk
malus = -a -um mal slecht
optimus = -a -um beste zeer goed
Romanus = -a -um romain Romeins
timidus = -a -um timide bang/verlegen
tum = bijwoord op dat moment
tunc = bijwoord op dat moment
dum = voegwoord terwijl
bonus = -a -um bon bonne goed
iratus = -a -um woedend
iustus =-a -um juste rechtvaardig
magnificus = -a -um magnifique prachtig
multi = -ae -a veel
novus = -a -um nouveau nouvelle nieuw
sanus = -a -um saine gezond
stultus = -a -um dwaas
totus = -a -um geheel
bene = bijwoord bien goed
subito = bijwoord plotseling
nam = voegwoord want
quod = voegwoord omdat
unus -a -um = een enig un une I
duo -ae -a = twee deux II
tres tria = drie trois III
quattuor = vier quatre IV
quinque = vijf cinq V
sex = zes six VI
septem = zeven sept VII
octo = acht huit VIII
novem = negen neuf IX
decem = tien dix X
centrum = honderd cent C
mille = duizend mille M

Ingezonden op 29-09-2016 - 879x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 02-10-2016.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Latijn 1ste jaar, deel 1

10 herhaling hoofdstukken 1-10