Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Anatomie & Fysiologie latijnse namen
› 1 Periode 1. Latijnse namen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Anatomie & Fysiologie latijnse namen
1 Periode 1. Latijnse namen
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
cranium= schedel os hyoideum= tongbeen os frontale= voorhoofdsbeen ossa parietalia= wandbeenderen os occipitale= achterhoofdsbeen ossa temporalia= slaapbeenderen ossa sphenoidalia= wiggenbeenderen sella turcia= hypofyse ossa ethmoidalia= zeefbeen os maxilla= bovenkaak ossa zygomatica= jukbeenderen ossa palatinia= gehemelte beenderen os mandibula= onderkaak musculus temporalis= sluit de mond ossa nasalia= neusbeenderen ossa lacrimalia= traanbeenderen os sacrum= heiligbeen os coccygis= staartbeen thorax= borstkas corpus vertebrae= wervellichaam acrus vertebrae= wervelboog sternum= borstbeen pelvis= bekkengordel ossa coxae= heupbeenderen os ilium= darmbeen os iscnium= zitbeen os pubis=schaambeen scapulae= schouderbladen clavicula= sleutelbeen humerus= bovenarm radius= spaakbeen ulna= ellepijp ossa capi/carpalen= handwortelbeentjes pols ossa metacarpi/metacarpalen = middenhandsbeentjes femur= dijbeen tibia= scheenbeen fibula= kuitbeen patella= knieschijf tarsus/os tarsi= enkel metatarsalen = middenvoetsbeentjes phalanges= teenkootjes mucosa= binnenbekleding darm lamina propria = bindweefsel serosa= in de buikholte cavitas oris= mondholte palatum durum= hard gehemelte palatum molde = zacht gehemelte vestibulum= ruimte tssen de wangen en de gebitselementen glandula parotis= oorspeekselklier glandula sublingalis = ondertongspeekselklier glandula submandibularis= ondetongspeekselklier oesophagus= slokdarm cardia= deel van de maag die het dichtst bij het hart ligt fundus= uitpuilend deel van de maag corpus = bocht van de J van de maag pylorus= deel van de maag die is verbonden met de dunne darm intestinum tenue= dunne darm duodenum= 12-vingerige darm pancreas= alvleesklier jejunum= deel van de dunne darm ileum= langste deel van de dunne darm cecum= blinde darm appendix= aanhangsel blinde darm colon= dikke darm colon ascendes = stijgende deel dikke darm colon transversum = horizontale gedeelte dikke darm colon descendes = dalende gedeelte dikke darm colon sigmoïdeum= laatste gedeelte dikke darm rectum= endeldarm leukocyten= witte bloedcellen vesica urinae= urineblaas urethra= urinebuis die urine uit het lichaam afvoert ureters= urinebuizen die urine naar de blaas leiden nervus renalis= nierzenuw a.renalis= transporteert zuurstofrijk bloed v.renalis= transporteert zuurstofarm bloed renale sinus= nierholte niercortex= nierschors niermedulla= niermerg calix minor= nierkelken nefronen= functionele eenheden van de nier adenohypofyse= voorkwab hypofyse neurohypofyse= achterkwab hypofyse thyroïd= schildklier
Ingezonden op 30-09-2016 - 4748x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
16-10-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!