Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
UU Reader TV
› 2 c
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
UU Reader TV
, deel 1
2 c
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
op school=à l'école; en classe op de school (op het dak)=sur l'école op de eerste verdieping=au premier (étage) op zolder=au grenier op de administratie=au secrétariat ze zaten op de grond=ils étaient assis par terre op de grond smijten=jeter par terre op die plaats (plek)=à cet endroit op zijn plaats zetten=mettre à sa place op een veilige plaats=en lieu sûr op bladzijde één=à la page un op de voorpagina van de krant=à la une op het kerkhof Père-Lachaise=au cimetière du Père-Lachaise op het marktplein=sur la place du marché boodschappen doen op de markt=faire ses commissions au marché een artikel op de markt brengen=lancer un article sur le marché op een flat=dans un appartement op een flat wonen=habiter un appartement op kamers wonen=avoir une chambre en ville op een dorp wonen=habiter un village op het platteland wonen=vivre à la campagne op de bel drukken=appuyer sur le bouton (de la sonnette); presser (sur) le bouton op een camping=dans un camping op straat=dans la rue op de binnenplaats; op het erf=dans la cour op de trap=dans l'escalier op zijn kamer=dans sa chambre op een eiland=dans une île; sur une île op de hele wereld=dans le monde entier op het gebied van=dans le domaine de op elk gebied=dans tous les domaines op het politieke vlak=sur le plan politique op weg gaan=se mettre en route op de goede weg zijn (personen, fig)=être dans la bonne voie de zaak is op de goede weg=l'affaire est en bonne voie op zijn reis=pendant son voyage op reis=en voyage op vakantie gaan=partir en vacances op vakantie gaan naar Frankrijk=aller passer ses vacances en France op zijn wandeling=pendant sa promenade op een vergadering; op een congres=dans une réunion; à un congrès op zijn oude dag=dans sa vieillesse op dit moment=en ce moment-là op dat moment=à ce moment-là op mijn verjaardag=à mon anniversaire op die datum=à cette date op z'n laatst=au plus tard op z'n vroegst=au plus tôt op die dag=ce jour-là op een zondag=un dimanche op zondag=le dimanche op zondag 12 oktober=le dimanche 12 octobre in de nacht van vrijdag op zaterdag=la nuit de vendredi à samedi in de nacht van 15 op 16 mei=la nuit du 15 au 16 mai op een morgen=un (beau) matin op een mooie lentemorgen=par une belle matinée de printemps op den duur=à la longue ieder op zijn beurt=chacun à son tour op welke manier?=de quelle manière ? op z'n best=au mieux op z'n allerbest=tout au mieux op een ruwe toon=d'un ton brusque op zijn Frans=à la française op verzoek van=à la demande de op voorstel van=sur la proposition de op initiatief van=à l'initiative de; sur l'initiative de op eigen initiatief=de sa propre initiative op eigen gezag=de sa propre autorité op aanvraag toezenden=envoyer sur (simple) demande op voorwaarde dat=à condition que op die voorwaarde=à cette condition onder die omstandigheden=dans ces conditions op straffe van=sous peine de uitzien op=donner sur uitlopen op; resulteren in=aboutir à trakteren op=offrir qc; régaler de qc prat gaan op=se vanter de reageren op=réagir à (comportement); réagir contre (maladie, infection) boos zijn op iemand=être faché contre qn; en vouloir à qn ik ben nog steeds boos op hem=je lui en veux toujours afgunstig zijn op iemand=être jaloux de qn; envier qn zich op iemand wreken=se venger de qn zich op iemand over iets wreken=se venger sur qn de qc een aanslag plegen op iemand; een aanslag plegen op het leven van iemand=commettre un attentat contre qn; commettre un attentat à la vie de qn zich abonneren op=s'abonner à lijken op=ressembler à recht hebben op=avoir droit à het recht hebben om te=avoir le droit de rekenen op=compter sur op een onderwerp terugkomen=revenir sur un sujet op een besluit terugkomen=revenir sur une décision schatten op=évaluer à op iemands gezondheid drinken=boire à la santé de qn op de piano spelen; pianospelen=jouer du piano die opmerking slaat niet op jou=cette remarque ne te regarde pas; cette remarque ne te concerne pas zijn commentaar slaat op een ander probleem=son commentaire se rapporte à un autre problème; son commentaire se porte sur un autre problème dat slaat nergens op=cela ne rime à rien !; c'est absurde ! de klanten op het terras=les clients installés à la terrasse de man op het paard=l'homme monté à cheval de jongen op de fiets=le garçon roulant à bicyclette het dak op het huis=le toit couvrant la maison het bootje op het meer=le bateau naviguant sur le lac de bakkerij op de hoek=la boulangerie qui fait l'angle op zijn horloge kijken=regarder l'heure à sa montre; consulter sa montre
Ingezonden op 01-10-2016 - 452x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!