Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

AJCV ENGLISH

2 Real English

Jaar 8 (basisschool)

big = groot
small = klein
old = oud
new = nieuw
tall = lang
nice = leuk
unfriendly = onvriendelijk
busy = druk
quiet = stil
He looks sad. = Hij ziet er verdrietig uit.
She looks clean. = Zij ziet er schoon uit.
She is happy. = Zij is gelukkig.
He looks dirty. = Hij ziet er vies uit.
He is noisy. = Hij is lawaaierig.
They look nervous. = Zij zien er zenuwachtig uit.
They are ugly. = Zij zijn lelijk.
He is fat. = Hij is dik.
beautiful = mooi
clean = schoon
dirty = vies
fat = dik
happy = gelukkig
nervous = zenuwachtig
noisy = lawaaierig
sad = verdrietig
thin = dun
ugly = lelijk
You are clever. = Jij bent slim.
bench = bank
classroom = klaslokaal
kitchen = keuken
office = kantoor
school hall = aula
staffroom = personeelskamer
bushes = struiken
gym = gymzaal
library = bibliotheek
playground = schoolplein
shed = schuur
tree = boom
in = in
in front of = voor
under = onder
on = op
next to = naast
opposite = tegenover
between = tussen
behind = achter
inside = in
false = niet waar
true = waar
Mijn zus is gelukkig. = My sister is happy.
Jouw vader is klein. = Your father is small.
De kamer is schoon. = The room is clean.
Mijn zus is vandaag heel zenuwachtig. = My sister is very nervous today.
De gymzaal bevindt zich naast mijn klaslokaal. = The gym is next to my classroom.
Het is lawaaierig in de personeelskamer. = It is noisy in the staffroom.
Het is altijd stil in de bibliotheek. = It is always quiet in the library.

Ingezonden op 04-10-2016 - 1070x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Leren voor 12 oktober.
Proefwerk van NEDERLANDS NAAR ENGELS EN ANDERSOM!

Succes!

Vakken

AJCV ENGLISH

2 Real English