Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Politieke filosofie
› 3 College 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Politieke filosofie
, deel 1
3 College 3
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is gelijke verdeling? = Iedereen krijgt hetzelfde Wat is ongelijke verdeling? = Bijv. gekeken naar wie het meeste heeft gedaan. Maatstaaf van de proportionaliteit en maatstaaf van de selectiviteit. Verdeling naar behoeften en verdeling naar verdienste. Wat is proportionele verdeling? = Verdeling naar mate van bijdrage/inspanning. Wat is selectieve verdeling? = Verdeling waarbij je rekening houdt met eigenschappen en omstandigheden. Je kunt bij een bonus een groep niet mee laten tellen, bijv. degene die heel veel verdienen. Noem een voorbeeld waarbij gedrag selectief en proportioneel is verdeeld. = Een bepaalde groep krijgt huursubsidie en een bepaalde groep niet (selectief) onder die groep is gekeken naar hoeveel men nodig heeft en daaraan is de behoefte aangepast. Wie meer nodig heeft, krijgt meer en wie minder nodig heeft, krijgt minder (proportioneel). Bedenk een casus waarbij twee partijen voor ongelijke verdeling kiezen, maar het totaal oneens zijn. = De ene wil een groep uitsluiten (selectief) de ander wil de ene meer geven dan de ander (proportioneel) dit kan gebaseerd zijn op dat de ene meer nodig heeft, bijv. omdat ze een alleenstaande moeder is. (behoefte) Maar het kan ook zijn dat de ander alleen degene iets wil geven die over wilde werken (verdienste). Wat is verdeling naar verdiensten? = Verdeling naar inspanning. Wat is proportionele verdeling naar verdiensten? = Degene die het meest gewerkt hebben, krijgen het meest. Wat is verdeling naar behoeften? = Verdeling naar degene die het nodig hebben. Wat is proportionele verdeling naar behoeften? = Degene die het het meest nodig hebben, krijgen het meest. Wat is selectieve verdeling naar behoeften? = Degene die het nodig hebben, krijgen iets en de andere groep wordt uitgesloten. Hoe zou een liberaal het geld willen verdelen? = Proportioneel naar verdiensten. Hoe zou een communist het geld willen verdelen? = Precies gelijk. Wat zouden voor staf/beloning proportionele en verdienste verdeling zijn? = Proportioneel: staf of beloning naar verhouding wat je hebt gedaan. Verdienste: Hoeveel inspanning heeft het je gekost of hoeveel kwaliteit heeft het geleverd. Wat zijn de vijf graden van gelijkheid? = Bestaansrecht, Rechtsgelijkheid, gelijke kansen, afdwingbare rechten, volledige gelijkheid. Wat is het bestaansrecht? = Elk individu heeft gelijke mate recht om te bestaan. Bij doodstraf betwisten mensen het bestaansrecht. Dit is de zwakste vorm van gelijkheid dus het is erg als je dat betwist. (Je kunt tegen het bestaansrecht zijn en wel voor bijv. rechtsgelijkheid zijn, bijv. voor doodstraf, maar voor de wet ben je gelijk. Dus heb je geen grotere kans op die straf maar een ander die dat gedaan had, had die straf ook gehad.) Wat is rechtsgelijkheid? = Elk individu is gelijk voor de wet. Regels gelden voor iedereen. Als je anders met bijv. radicale moslims omgaat, kom je in conflict met rechtsgelijkheid. Wat zijn gelijke kansen? = Elk individu moet dezelfde startkansen hebben. Bijv. onderwijs. Wat zijn afdwingbare rechten? = Elk individu mag zijn rechten afdwingen. Krijgt waar hij recht op heeft. Wat is volledige gelijkheid? = Elk individu bezit dezelfde hoeveelheid… (Er zijn verschillen tot hoe ver mensen de rechten van de ment zien. Heel veel regeringen maken dat niet waar. In sommigen landen kunnen kinderen niet naar school of zijn er geen afdwingbare rechten.) Wat is subjectieve vrijheid? = De mate waarin er in iemands leven gebeurt wat hij of zij wil. Wat is objectieve vrijheid? = Mogelijkheden (ruimte) die de omstandigheden bieden voor het in vervulling gaan van wensen. Is iemand in de woestijn vrij? = Objectief gezien wel bijv. maar subjectief misschien niet. Hoe kan iemand op basis van vrijheid tegen boerkini zijn terwijl het op basis van vrijheid is? = Dan denkt diegene dat vrouwen door de gemeenschap onderdrukt worden, dus moet je ze bevrijden. Dit is positieve vrijheid. Wat is negatieve vrijheid? = Afwezigheid van dwang. Anderen mengen zich niet in jouw zaken. Ontbreken van belemmeringen. Vaak pleidooi voor veelheid van levenswijze. Vrij in kiezen wat je zelf wil. We moeten het niet invullen. Het is alleen belemmer me niet. Wat is positieve vrijheid? = Moet iets meer inhouden dan de afwezigheid van dwang. Iemand moet vermogen hebben om zelfstandig te handelen. Dit is bijv. met opvoeding. Een kind kan pas vrij zijn als het dingen heeft aangeleerd. Je bent pas vrij wanneer je meester bent over je leven. Als je mensen aan hun lot over laat, zijn ze niet vrij. Vrijheid tot het goede leven en daarvoor is scholing en een baan, etc. nodig. Geen slaaf van een meester of passies. Meesten van je leven. Vrijheid van zelfbepaling. Wie houdt in 1985 een pleidooi voor negatieve vrijheid? = Isaiah Berlin. Hij was een Engelsman en hij hield een liberaal pleidooi.
Ingezonden op 20-10-2016 - 1212x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!