Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
nog leren 2
› 2 engels vocabulary (niet de woordjes van schoolbijeenkomst tot uniform)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
nog leren 2
2 engels vocabulary (niet de woordjes van schoolbijeenkomst tot uniform)
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
adverteren = advertise advertentie = advertisement teleurstellen = disappoint teleurstelling = disappointment in verlegenheid brengen =embarrass verlegenheid = embarrassment vermaken = entertain vermaak = entertainment verbeteren = improve verbetering = improvement straffen = punish straf = punishment zich concentreren = concentrate concentratie = concentration discussiƫren = discuss discussie = discussion scholen, onderwijzen, opvoeden = educate scholing, onderwijs, opvoeding = education onderzoeken, examineren = exam onderzoek, examen = examination uitleggen = explain uitleg = explaination zich voorstellen/inbeelden = imagine voorstelling/inbeelding = imagination organiseren = organise organisatie = organisation herhalen = revise herhaling = revision zich gedragen = behave gedrag = behaviour een dossier bijhouden van = keep a record of in het oog houden = keep an eye on vrienden maken met = make friends with zich verzekeren van = make sure druk leggen op = put pressure on je hart leggen in = put your heart into zorgen voor = take care of deelnemen aan = take part in doorgaan met = keep on bijblijven = keep up with afgaan op/afsturen op = make for verzinnen = make up aankleden = put on (clothes) verdragen, dulden = put up with uittrekken, uitdoen = take off (clothes) oppakken = take up doorgaan met =carry on in lachen uitbarsten = burst out (laughing) omgaan met = deal with in slaap vallen = fall asleep neervallen = fall down passen op = look after rondleiden = take around uitzetten = turn off wakker worden = wake up afwassen = wash up
Ingezonden op 24-10-2016 - 822x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
26-10-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
CGU JONGUH
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!