Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
GEZ-T4-2AB
› 1 Anatomie zintuigen en hormoonstelsel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
GEZ-T4-2AB
1 Anatomie zintuigen en hormoonstelsel
Jaar 2 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Prikkeldrempel = prikkel moet voldoen aan bepaalde sterkte om geregistreerd te worden Onderscheidingsdrempel = kleinst waarneembare verschil tussen twee prikkels Aanpassingsvermogen = prikkel wordt na verloop van tijd niet meer geregistreerd Gevoelig voor chemische prikkels = reuk- en smaakzintuig Gevoelig voor temperatuursverschillen = warmte- en koudezintuigen Gevoelig voor mechanische prikkels = tast-, druk- en pijnzintuigen ; gehoor- en evenwichtszintuig Gevoelig voor licht = gezichtszintuig Keelholte = ligt achter in de mond en onder de neusholte Strottenhoofd = bovenste gedeelte van de trachea Oesophagus = slokdarm Trachea = luchtpijp ; ligt in de hals en de borstholte Smaakzintuig = bestaat uit vele smaakzintuigcellen die vooral op de tong liggen Zoet = proeft men vooral op de tongpunt Zout = proeft men vooral aan de zijkant van de tong op het voorste gedeelte Zuur = proeft men vooral aan de zijkant van de tong op het achterste gedeelte Bitter = proeft men achter op de tong Tast- en drukzintuigen = zijn gevoelig voor vervormingen van de huid Tastzintuigen = bevinden zich veel in de vingertoppen en in de lippen Drukzintuigen = bevinden zich diep in de huid Inwendige drukzintuigen = bevinden zich in de wand van de bloedvaten Pijnzintuigen = vrije uiteinden van gevoelszenuwen in de huid Inwendige pijnzintuigen = bevinden zich o.a. in de maagwand en de hersenvliezen Reukzintuig = bestaat uit reukslijmvlies met zintuigcellen voor reuk Voorste neusopeningen = vormen verbinding tussen neusholte en buitenlucht Achterste neusopeningen = vormen verbinding tussen neusholte en keelholte Neuszintuigcellen = bevinden zich boven de bovenste neusschelp Neusschelpen = zorgen ervoor dat lucht in de neus gaat wervelen Sinus = holte Neusbijholten = holtes in bovenkaak en voorhoofdsbeen ; vormen klankruimtes Verwarmen van inademingslucht = ter bevordering van gasuitwisseling in de longblaasjes Neusslijmvlies = vangt stofdeeltjes op Oor = bestaat uit uitwendig oor, inwendig oor en middenoor Uitwendig oor = bestaat uit oorschelp en uitwendige gehoorgang Oorschelp = vangt geluiden op ; bestaat uit elastisch kraakbeen Trommelvlies = bevindt zich aan eind van uitwendige gehoorgang ; trilt bij opvangen van geluid en geleidt het geluid ; zorgt voor balans tussen luchtdruk binnen en buiten het oor Middenoor = bestaat uit trommelholte gevuld met lucht Trommelholte = hier bevinden zich de gehoorbeentjes Gehoorbeentjes = hamer, aambeeld en stijgbeugel ; zorgen voor geleiding van geluid Buis van Eustachius = vormt verbinding tussen trommelholte en keelholte Inwendige oor = bestaat uit slakkenhuis, 3 halfcirkelvormige kanalen en voorhof Gehoorzintuigcellen = bevinden zich in slakkenhuis Evenwichtszintuigcellen = bevinden zich in de voorhof Geluidstrillingen = gaan via uitwendige gehoorgang naar het trommelvlies Rotatiezintuigcellen = bevinden zich in de drie halfcirkelvormige kanalen Evenwichtszintuig = bevindt zich in het inwendige oor ; is een zelfstandig orgaan Oogzenuw = stuurt impuls door aan hersenen, waar het wordt omgezet naar beeld Harde oogvlies = gaat aan voorzijde over in hoornvlies ; biedt bescherming aan oog Vaatvlies = gaat aan voorzijde over in iris en heeft opening voor pupil ; voorziet oog van voedingsstoffen Netvlies ; retina = bestaat uit pigmentlaag en zintuigcellenlaag ; is vangnet voor beeld Staafjes = liggen aan rand van netvlies ; zijn schemerzintuigen Oogzintuigcellen = staafjes en kegeltjes Kegeltjes = liggen in centrum van netvlies ; nemen kleuren waar Macula = gele vlek ; meest gevoelige plek op netvlies Blinde vlek = plaats waar oogzenuw het oog verlaat ; hier bevinden zich geen zintuigcellen Oogbol = opgevuld met kamervocht, lens en glasachtig lichaam ; zorgt ervoor dat op het netvlies twee verschillende, omgekeerde en sterk verkleinde beelden worden gevormd, dit wordt samengevoegd in de hersenen en maakt het mogelijk om diepte in te schatten Kamervocht = heldere vloeistof in voorste en achterste oogkamer ; opvulling van oogkamers en voeding van lens en iris Voorste oogkamer = bevindt zich tussen hoornvlies en iris Achterste oogkamer = bevindt zich tussen iris en lens Regenboogvlies = iris ; bevat veel pigment en bepaalt oogkleur Breking van lichtstralen = lens speelt hierin een actieve rol Lens = bevindt zich tussen pupil en glasachtig lichaam ; opgebouwd uit heldere vezels en omringd door kapsel met lensbandjes Glasachtig lichaam = heldere geleimassa bestaande uit 98% water ; houdt de bolvorm van het oog in stand Route van lichtstralen = hoornvlies, kamervocht, lens, glasachtig lichaam Accommodatie = actieve vormverandering van ooglens om lichtprikkel op netvlies te laten vallen Dichtbij zien = Accommodatiespier trekt samen, lensbandjes verslappen, lens wordt bol Veraf zien = accommodatiespier verslapt, lensbandjes trekken aan, lens plat af Myopie = bijziend ; beeld valt voor het netvlies, oogbol is 'te lang' Hypermetropie = verziendheid ; brandpunt valt achter netvlies, oogbol is 'te kort' Staar = cataract ; vertroebeling van de lens Oogleden = bescherming tegen licht en stof Oogspieren = 3 paar per oog om beweging mogelijk te maken Traanapparaat = bestaat uit traanklier, traankanaaltjes, traanzak en traanbuis Daltonisme = kleurblindheid ; niet of minder goed werkende kegeltjes Hyperfunctie = hormoonklier heeft een te hoge hormoonproductie Hypofunctie = hormoonklier heeft een te lage hormoonproductie Hypofyse = ligt in de hersenen ter hoogte van de neusholte maar diep in het hoofd ; stuurt andere organen aan ('het opperhoofd') Voorkwab van hypofyse = produceert groeihormoon en trope hormonen Trope hormonen = hormonen die andere hormoonklieren aansturen Achterkwab van hypofyse = slaat hormonen ADH en oxytocine uit hypothalamus op TSH ; thyreotroop hormoon = stimuleert de schildklier tot productie van schildklierhormoon ACTH ; corticotroop hormoon = stimuleert de bijnierschor tot productie bijnierschorshormoon FSH ; follikelstimulerend hormoon = stimuleert ontwikkeling eicel LH ; luteïniserend hormoon = stimuleert ontstaan gele lichaam Prolactine = reguleert melkproductie Oxytocine = hormoon wat belangrijk is bij de bevalling, ontstaan van weeën ADH = hormoon dat ervoor zorgt dat je vocht vasthoudt, houdt ook de bloedvaten gevuld Hypothalamus = stuurt hypofyse aan d.m.v. feedbackmechanisme Schildklier = ligt ter hoogte van de trachea ; vergroot (overwerkt) bij tekort aan jodium Thyroxine = wordt geproduceerd door de schildklier ; is van invloed op het basaalmetabolisme en op de groei en ontwikkeling van het centraal zenuwstelsel Bijschildklieren = liggen tegen de achterkant van de schildklier ; werken onder invloed van vitamine D Parathormoon = wordt geproduceerd door bijschildklieren ; regelt de calciumhuishouding Bijnieren = liggen op de bovenkant van de nieren ; produceren bijnierschorshormonen en bijniermerghormoon Bijnierschorshormonen = corticosteroïden en geslachtshormonen Bijniermerghormoon = adrenaline Pancreas = alvleesklier ; produceert spijsverteringsenzymen en hormonen Eilandjes van Langerhans = produceren insuline en glucagon Glucagon = zet glycogeen om naar glucose ; kan bloedsuikerspiegel verhogen Glycogeen = reservevoorraad suiker in de lever en spieren Hypoglycemie = lage bloedsuiker Hyperglycemie = hoge bloedsuiker Diabetes type 1 = aangeboren, chronisch insulinetekort Diabetes type 2 = niet-chronisch insulinetekort Eierstokken ; ovaria = produceren oestrogeen en progesteron Zaadballen ; testikels = produceren testosteron
Ingezonden op 24-10-2016 - 1553x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!