Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Gymnasium klas 2
› 18 hoofdstuk 18-22 woorden voor pww sgl module 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Gymnasium klas 2
18 hoofdstuk 18-22 woorden voor pww sgl module 1
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
18 suus = zijn; haar; hun cupido + gen {v} = verlangen, ines consul + gen{m} = consul, ules periculum = gevaar salus + gen {v} = heil, utes; redding, utes praeponere = verkiezen tempus + gen {o} = tijd, ora adesse = aanwezig zijn convertere = richten prodere = verraden liberare = bevrijden processi = pf van procedere procedere = naar voren gaan supplicium = (dood)straf verberare = afranselen dissimulare = verbergen; niets laten merken van geef het perfectum van procedere = processi castra = (leger)kamp circum {+acc} = rond(om) celer+ gen = snel, eris; e temptare ( 2 antwoorden ) = proberen ; testen; op de proef stellen civis+ gen = burger, es vocare = roepen; noemen occidere = doden securus = onbezorgd audax+ gen= dapper, aces; roekeloos, aces ferox+ gen = moedig, oces; onstuimig, oces crudelis = wreed fortitudo+ gen = dapperheid, inem ignis+gen = vuur, es dexter+ gen= rechter, t(e)ra, t(e)rum; rechts, t(e)ra, t(e)rum virtus+gen = moed, utes; verdienste, utes commotus = bewogen; ontroerd remisi = pf van remittere remittere = terugzenden; laten gaan omnis = elk; ieder; geheel omnes {mv} = alle(n) fortis = dapper laudare = prijzen appellare {dubb acc} = noemen Geef het perfectum van remittere = remisi 19 acer+gen = fel, cris, cre;scherp, cris, cre opem ferre = hulp brengen constitui = pf van constituere constituere= besluiten geef het perfectum van constituere= constitui accurri = pf van accurrere accurrere= komen aanrennen geef het perfectum van accurrere = accurri tergum = rug invasi = pf van invadere invadere= aanvallen geef het perfectum van invadere = invasi oppidum = (vesting)stad(je) erupi = pf van erumpere erumpere = uitbreken geef het perfectum van erumpere = erupi urgere = in het nauw brengen metuere = vrezen patere = openstaan pauci = enkel(e); weinig(e) irrupi = pf van irrumpere irrumpere = binnendringen geef het perfectum van irrumpere = irrupi lignum = (stuk) hout singuli = stuk voor stuk; telkens één incendi = pf van incendere incendere = aansteken; in de brand steken geef het perfectum van incendere = incendi geef het perfectum van augere = auxi auxi = pf van augere augere = vergroten; vermeerderen animus = geest; moed; hart, geest; hart, geest, moed expugnare = veroveren ferre = brengen, verdragen; verdragen, dragen mulier+ gen = vrouw, eres eo = daar(heen) ingens+ gen = heel groot, ntes; geweldig, ntes agmen+ gen = stoet, mina; colonne, mina recusare = weigeren tremere = trillen priusquam = voordat utrum...an = (of)...of vastare = verwoesten genui = pf van gignere gignere = baren; voortbrengen geef het perfectum van gignere = genui alui = pf van alere alere = voeden geef het perfectum van alere = alui intra = binnen dimisi = pf van dimittere dimittere = weg laten gaan geef het perfectum van dimittere = dimisi castra movere = het kamp verplaatsen; opbreken legio+ gen = legioen, ones abduxi = pf van abducere abducere = wegvoeren geef het perfectum van abducere= abduxi ager+ gen = akkerland, agri; akker, agri paulo = een beetje post (+ acc)= later {+acc = na; achter} 20 hospes+gen = gast, ites nullus = geen defendere = verdedigen pax+gen= vrede, pacem afferre = brengen naar condicio+ gen = voorwaarde, ones; toestand, ones adimere = ontnemen argentum = zilver privatus = persoonlijk; privé- publicus = van de staat; staats- conferre = bij elkaar brengen exire = weggaan; naar buiten gaan primores = de eersten; voornaamsten concilium = vergadering contuli = pf van conferre geef het perfectum van conferre= contuli accendi = pf van accendere geef het perfectum van accendere = accendi accendere = aansteken primum = eerst ieci = pf van iacere geef het perfectum van iacere = ieci iacere/io = gooien; werpen tumultus = tumult; onrust; rumoer turris+ gen = toren, es ruina = puinhoop; ruïne exercitus = leger circa + acc. = rond; rondom insignis = opvallend eques+ gen = ruiter, ites cecidi = pf van caedere geef het perfectum van caedere = cecidi caedere = neerslaan; in de pan hakken hasta = lans transfixi = pf van transfigere geef het perfectum van transfigere = transfixi transfigere = doorboren lacus = meer pavor+ gen = angst, ores angustus = nauw arduus = steil evadere = ontsnappen deesse = ontbreken palus+ gen = moeras, udes caput+ gen = hoofd, pita equitatus = ruiterij posterus = volgend dies = dag fides = trouw; erewoord milia = duizend servare = redden; bewaren vinculum = band; boei 21 res = zaak; ding rem gerere = oorlog voeren sedes+ gen = zetel, es; woonplaats, es ac = en contra = daarentegen; tegen hostilis = vijandelijk inimicus = vijand; vijandig procul a(b) = ver van vix = nauwelijks; met moeite pars+ gen = deel, partes tertius = derde duxi = pf van ducere ducere = leiden geef het perfectum van ducere = duxi frumentum = koren praeda = buit proelium = strijd proelium committere = de strijd aangaan superare = overwinnen unus = één; enig; enige; alleen difficilis = moeilijk magis = meer quam = dan collega = collega; ambtgenoot imperator+ gen = veldheer, ores resistere = weerstand bieden; weerstand bieden aan; weerstand bieden (aan) contemnere = minachten; verachten vanus = ijdel; leeg; irreëel gloria = roem; glorie spernere = minachten verus = echt; waar descendere = afdalen ; afstijgen vires+ gen = krachten, virium superesse = over zijn spes = hoop dum = terwijl ; totdat ; zolang als senatus= senaat totus = geheel ; helemaal cladis+ gen = nederlaag es = ondergang munire = ommuren ; versterken advenire = komen ; er aan komen ; naderen praeceptum = voorschrift adhuc = tot nu toe 22 nuper = onlangs iter, itinera = tocht; reis desertus = verlaten; eenzaam laborare = hard werken; werken; zwoegen villa = landgoed; huis op het land a(b) = vanaf; door habitare = wonen; bewonen colere = vereren; respecteren; verzorgen; bebouwen sedes,es = zetel; woonplaats defendi = pf van defendere quam = hoe fames, em = honger lex, leges = wet dignus = waard; waardig creare = scheppen; kiezen tot occupare = bezetten complexus = omhelzing collegi = pf van colligere colligere = verzamelen commisi = pf van committere pugnam committere = de strijd aangaan fidelis = trouw super = boven op pondus, dera = gewicht
Ingezonden op 31-10-2016 - 1461x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Voor pww module 1. Goodluck
kusjes
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!