Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Vrije wil - filosofie
› 1 Begrippenlijst hoofdstuk 1 en 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Vrije wil - filosofie
1 Begrippenlijst hoofdstuk 1 en 2
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
determinisme = alle dingen die we doen worden volledig bepaald door gebeurtenissen uit het verleden vrij wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid = een handeling uit vrije wil is een handeling waar je moreel verantwoordelijk voor bent, het soort controle over je eigen gedrag dat vereist is voor verantwoordelijkheid vrije wil als zelfverwerkelijking = een handeling uit vrije wil is een handeling waarin tot uitdrukking komt wat de handelende persoon zelf belangrijk vindt, het vermogen om op basis van je eigen mening beslissingen te nemen vrije wil als bewuste aansturing = een handeling uit vrije wil is een handeling die wordt aangestuurd door een bewuste gedachte die je vlak voor je handeling hebt, het vermogen om bewust je eigen lichaam in beweging te brengen morele verantwoordelijkheid = iemand wordt geprezen of kwalijk genomen wanneer hij iets gedaan heeft straf als opvoeding = het gedrag van een misdadiger veranderen om te zorgen dat hij de strafbare daad niet nog eens zal begaan straf als afschrikking = voorkomen dat anderen de wet zullen overtreden straf als bescherming van de samenleving = de misdadiger opsluiten zodat hij geen kwaad meer kan doen straf als vergelding = boeten voor de begane misdaad retributieve rechtvaardigheid = vergelding: de misdadiger betaalt zijn schuld af principe van alternatieve mogelijkheden = handelen uit vrije wil vereist dat je ook iets anders had kunnen doen sociaal determinisme = sociale interactie is bepalend voor ons toekomstige gedrag natuurwetmatig determinisme = iedere gebeurtenis volgt noodzakelijk uit eerdere gebeurtenissen in combinatie met de natuurwetten incompatibilisme = als het determinisme waar is, dan heeft niemand een vrije wil hard determinisme = als het determinisme waar is, heeft niemand een vrije wil. Het determinisme is waar, dus niemand heeft een vrije wil libertarisme = als het determinisme waar is, heeft niemand een vrije wil. Mensen hebben een vrije wil, dus determinisme is onwaar compatibilisme = mensen hebben een vrije wil, of het determinisme nu waar is of niet ultieme-oorzaakprincipe = als iemand uit vrije wil handelt, dan is zijn handeling veroorzaakt door zijn keuze om zo te handelen, zonder dat die keuze zelf weer is veroorzaakt door eerdere gebeurtenissen fenomenale wereld = wereld van de waarneembare verschijnselen noumenale wereld = wereld van de niet-waarneembare verschijnselen plichtethiek = er is een morele vereiste waar je je aan moet houden conditionele analyse van alternatieve mogelijkheden = 'ze had iets anders kunnen doen' betekent 'als ze iets anders had gewild, dan had ze iets anders gedaan' conditioneel compatibilisme = het principe van alternatieve mogelijkheden wordt volgens de conditionele analyse van alternatieve mogelijkheden geaccepteerd consequentieargument = als iemand iets anders had kunnen doen, hadden de natuurwetten en gebeurtenissen voor zijn leven veranderd moeten worden. Maar dat is absurd: niemand kan de natuurwetten of geschiedenis veranderen totale controle = we kunnen uit het niets een handeling veroorzaken, zonder dat we daarbij onder invloed staan van eerdere gebeurtenissen regulatieve controle = als we één bepaalde handeling uit kunnen voeren, hadden we ook een andere handeling uit kunnen voeren besturingscontrole = we zijn in staat een handeling te doen en zijn daarbij voor rede vatbaar voor rede vatbaar = je beschikt over de geestelijke vermogens die nodig zijn om te begrijpen waarom je iets wel of niet had moeten doen reactieve attitude = emotionele reactie op het gedrag van anderen objectiverende houding = een meer afstandelijke houding van waaruit we iets zien morele mazzel/pech = een belangrijk aspect van wat iemand doet is afhankelijk van factoren buiten zijn controle, terwijl we hem in dat opzicht toch blijven beschouwen als object van morele oordelen hard incompatibilisme = niemand heeft een vrije wil, of het determinisme nu waar is of niet sterke aanrekenbaarheid = mensen verdienen straf omdat je moreel verantwoordelijk bent voor je gedrag zwakke aanrekenbaarheid = mensen mogen ter verantwoording geroepen worden
Ingezonden op 31-10-2016 - 991x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!