Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits Na Klar Eva
› 2 woorden + 1 moeilijke
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits Na Klar Eva
2 woorden + 1 moeilijke
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Das Anfürhungszeichen = het aanhalingsteken die Bequemlichkeit = het gemak berufstätig = werkzam erledigen = doen der Feierabend = de vrije tijd na het werk schimpfen = schelden putzen = schoonmaken schumtzig = vuil trennen sich = scheiden das Verhältnis = de relatie aufweisen = bezitten derzeit = op het moment durchschnittlich = gemiddeld endgültig = definitief erwidern = antwoorden der Kampf = de strijd kaum = nauwelijks der Krebs = de kanker der Schmerz = de pijn spenden = doneren spritzen = spuiten das Spital = het ziekenhuis der Tierschutz = de dierenbescherming das Verständnis = het begrip der Aufzug = de lift der Lärm = het lawaai der Mieter = de huurder der Schrank = de kast der See = het meer der Stock = de verdieping trotzdem = toch umziehen = verhuizen vereinaren = afspeken weinen = huilen die Ausnahme = de uitzondering die Auswahl = de keuze das Fenster = het raam fordern = eisen der Kunde = de klant der Müll = het afval rasch = snel der Schritt = de stap skurril = vreemd das Verhalten = het gedrag verlassen = verlaten die Verschwendung = de verspilling versuchen = proberen weltweit = over de hele wereld die Zahl = het getal das Dachgeschoss = de zolderverdieping einsparen = bezuinigen der Enkel = de kleinzoon entsetzt = verontwaardigt frech = brutaal fündig werden = iets vinden gründen = opriachten heiraten = trouwen die Umwelt = het milieu verringen = verminderen ablehnen = afwijzen ansässig = woonachtig ausreichend = voldoende die Erholung = de ontspanning die Ernährung = de voeding ersetzen = vervangen geeignet = geschikt die Krankenkasse = het ziekenfonds der Lebensgefährte = de partner die rente = het pensioen der Witz = de grap das Ziel = het doel zubereiten = bereiden der Zusatz = de toevoeging bedrohlich = bedreigend die Begründung = de motivering behaupten = beweren ebenfalls = ook einmalig = uniek entsprechen = overeenkomen met jedoch = echter schließen aus = concluderen uit die Schlussfolgerung = de conclusie die Steigerung = de versterking die Ungewissheit = de onzekerheid unklar = onduidelijk die Verallgemeninerung = de generalisatie verwenden = gebruiken während = terwijl Die Bedingung = de voorwaarde schätzen = waarderen verrichten auf = afzien van die Absicht = de bedoeling die Beziehung = de relatie schließlich = tenslotte die Zuverricht = vertrouwen auslösen = veroorzaken einschlgen = aanslaan die Gewissheit = de zekerheid prägen = kenmerken das Ergebnis = het resultaat jeweils = telkens der Verfasser = de schrijver
Ingezonden op 01-11-2016 - 309x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!