Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Disco 2 Latijn per les
› 18 Woordjes Fout
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Disco 2 Latijn per les
18 Woordjes Fout
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
securus=onbezorgd civis +mv=burger +cives suus=zijn, haar, hun omnis=elk, ieder, geheel virtus +mv (?)=moed, verdienste +virtutes (v) temptare=1. proberen +inf 2. testen, op de proef stellen omnes=allen remittere=terugzenden, laten gaan salus +mv (?)=heil, redding +salutes (v) ager +nom mv (groep .)=akker(land) +agri (2) ingens +nom mv=heel groot, geweldig +ingentes intra +nmvl=binnen +acc ferre=1. brengen, dragen. 2. baren dimittere +pf=weg laten gaan +dimisi genui=pf van gignere: ik heb gebaard, voortgebracht post=1. later 2. na, achter (bijwoord +acc) evadere = ontsnappen caedere=neerslaan, in de pan hakken cecidi=perfectum van caedere: neerslaan, in de pan hakken vinculum=band, boei ieci=perfectum van iacere/io: gooien werpen adimere=ontnemen palus, +nom mv (?)=moeras +paludes (v) posterus=volgend(e) insignis=opvallend concilium=vergadering hospes +nom mv (?)=gast(vriend) (m) accendere=aansteken aferre=brengen naar procul a(b) + nmvl=ver van +abl oppressi=perfectum van opprimere: onderdrukken, onder de voet lopen opprimere=onderdrukken, onder de voet lopen proelium=strijd spernere=minachten superare=overwinnen sedes +nom mv (?)=1. zetel 2. woonplaats +sedes (v) rem regere=oorlog voeren dum=1. terwijl 2. totdat 3. zolang als commisi=pf van committere: ik heb aangegaan laborare=(hard) werken, zwoegen quam=hoe: (In uitroep of vraag) a(b) + abl=1. van(af) 2. door super + acc=boven op impedire=belemmeren, beletten quam primum=zo snel mogelijk plus +nom mv?=meer (onzijdige comparativus, nom.mv. plura) gratiam referre +nmvl?=dank brengen (aan), bedanken, belonen (+ dat) tristis=bedroefd producere=naar voren leiden respicere/io=terugkijken, omkijken (naar) suscepi=pf van suscipere/io: ik heb op me genomen discessi=pf van discedere: ik ben uit een gegaan / ik ben alle kanten op gegaan fieri (1,2,3)=1. gebeuren 2. worden, ontstaan 3. gemaakt worden accedere=gaan naar missus=ppp van mittere: zenden (gezonden) premere (1,2)=1. in het nauw brengen 2. drukken adductus=ppp van aducere: gebracht, gedreven (zijnde) potens +nom mv?=machtig +potentes munitio +nom mv (?)=vestingswerk, schans (v) productus=ppp van producere: naar voren leiden cedere (mk) (+naamval betekenis)=gaan, wijken (voor + dat) accesi=pf van accedere: ik ben gegaan naar captus=ppp van capere/io: nemen interfectus=ppp van interficere/io: doden maiores=mv (?) = voorouders (mv m) civitas +nom mv? (?) (1,2)=1. burgerij 2. stad, staat +civitates (v) invidia=jaloezie adducere=brengen (tot), drijven (tot) copiae (mv)=troepen tolerare=verdragen, uithouden undique = van alle kanten prodesse +nmvl?=helpen +dat eloquentia=welsprekendheid aequus=rustig, gelijk, rechtvaardig obtuli=pf van offere: ik heb aangeboden condemnare=veroordelen aperire=1. openen 2. openbaren, bekendmaken ultimus=laatst(e) quo=waar(heen) ut + conj=1. opdat, om te 2. zodat 3. dat prater +nmvl?=behalve +acc num=1. toch niet? 2. of (leidt afhankelijke vraagzin in) per + acc=1. over(heen), door(...heen) 2. gedurende praetire=gaan langs affectus=ppp van afficere/io: getroffen, vervuld nobilis=adellijk, aangezien frui +nmvl?=genieten (van) +abl profectus sum=pf van proficisti: ik heb vertrokken loqui=spreken instruxi=pf van instruere: ik heb opgesteld videtur mihi=het schijnt me goed toe pati=lijden / uithouden / toelaten / toestaan trans +nmvl?=over, aan de overkant van +acc deferre=(over)brengen vincire=boeien vale=vaarwel cum=wanneer tantum=slechts tango (..)=aanraken (3) inter + acc=1. tussen, temidden van 2. tijdens modicus=klein, weinig, bescheiden pietas, +mv? (v)=plichtsgevoel, respect, genegenheid apparere=1. verschijnen 2. duidelijk zijn circumdare=omgeven (met) sperare=hopen incipere/io=beginnen subvenire +nmv?=te hulp komen +dat qualis=hoe(danig), wat voor een prodidi=pf van prodere: verraden canis, +mv? (m)=hond +canes simulare=doen alsof + a.c.i. proximus=dichts bij gelegen nex +acc (v)=(geweldadige) dood +necem adeptus sum=pf van adipisci: ik heb verkregen adipisci=verkrijgen iudicare + dubb. acc.=verklaren tot, houden voor odium=haat perferre=1. verdragen 2. brengen, berichten praetera=bovendien fateri=bekennen, toegeven
Ingezonden op 01-11-2016 - 1319x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!