Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Yvonne25
› 14 Buongiorno woordenlijst hst 14 (dikgedrukt)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Yvonne25
, deel 1
14 Buongiorno woordenlijst hst 14 (dikgedrukt)
Jaar 4 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
il personaggio = personage, persoon il palco = podium divertirsi = zich vermaken, lol hebben far divertire qualcuno = iemand vermaken la testa = hoofd grosso = groot, dik i capelli = haar normalmente = gewoonlijk la faccia = gezicht la barba = baard la bocca = mond il labbro, le labbra = lip, lippen la voce = stem forte = krachtig, sterk, hard contemporaneamente = tegelijkertijd l'occhio = oog rotondo = rond regolarmente = regelmatig gli occhi nascosti da un paio di occhiali scuri = de ogen verstopt achter een donkere bril nascondere = verstoppen la mano = hand in movimento = in beweging la parte = deel il braccio, le braccia = arm, armen la spalla = schouder la gamba = been stare fermo = stilstaan il mal di testa = hoofdpijn Le viene spesso? = hebt u dat vaak? ogni tanto = af en toe queste pastiglie le ho già prese = deze pastilles heb ik al geprobeerd qualcosa di più forte = iets sterkers provare = (uit)proberen, passen efficace = werkzaam, doeltreffend passare = overgaan il medico = dokter questo sciroppo l'ho già preso = deze siroop heb ik al gehad non ancora = nog niet il raffreddore = verkoudheid la rivista = tijdschrift il pronto soccorso = EHBO si è rotta un braccio = ze heeft haar arm gebroken brutto = lelijk, ernstig essere preoccupato = zich zorgen maken si è fatta male = ze heeft zich bezeerd farsi male = zich bezeren la radiografia = röntgenfoto l'hanno ingessata = zich hebben een gipsverband bij haar aangelegd ora va meglio = nu gaat het beter il dito = vinger il dito del piede = teen il ginocchio = knie avere la tosse = last van hoest hebben dovresti smettere di fumare = je zou moeten stoppen met roken ho smesso = ik ben gestopt per appuntamento = op afspraak l'appuntamento = afspraak lo/la specialista = specialist il dottore, la dottoressa = dokter avrei bisogno di = ik zou graag hebben la visita = consult, afspraak met de dokter Le andrebbe bene? = schikt dat u? potrebbe venire alle 11? = kunt u om 11 uur komen? che cosa farebbe al posto mio? = wat zou u in mijn plaats doen? che cosa faresti? = wat zou je doen? andrei a fare la sauna = ik zou naar de sauna gaan sportivo = sportief che cosa si sente? = wat scheelt eraan? mi fa male la gola = ik heb keelpijn la febbre = koorts aprire = open doen ho aperto = ik heb opengedaan spogliarsi = zich uitkleden respirare a lungo = diep inademen tossire = hoesten tossisco = ik hoest leggero = licht prescrivere = voorschrijven ho prescritto = ik heb voorgeschreven quante ne devo prendere? = hoeveel moet ik ervan innemen? (pillole) ne = ervan quanto ne devo prendere? = hoeveel moet ik ervan innemen? (sciroppo) che cosa ti ha ordinato il dottore? = wat heeft de dokter je voorgeschreven? ordinare = voorschrijven la tazza = kopje l'antibiotico = antibioticum prevenire = voorkomen il dolore = pijn lo stomaco = maag il mal di stomaco = maagpijn non ho niente = ik heb niks non conosco nessuno = ik ken niemand senz'altro = zeker, ongetwijfeld il/la dentista = tandarts litigare = ruziemaken il mal di denti = kiespijn i denti = tanden, kiezen l'odore = geur l'artista = kunstenaar addiritura = zelfs la poesia = gedicht il tema = onderwerp muoversi = zich bewegen per città e montagne = door steden en bergen dovunque = overal il gusto = smaak, smaakzin il buongustaio = fijnproever il cuore = hart condurre = voeren, brengen io conduco = ik voer occorre = het is nodig dat we... riconoscere = herkennen, onderscheiden il profumo = parfum, luchtje la terra = aarde sapere di = ruiken/smaken naar il carcere = gevangenis la biancheria = wasgoed la mela = de appel l'umanità = mensheid condividere = mening delen l'impressione = indruk umido = vochtig la carta = papier la roba da mangiare = eten, etenswaren astenersi da = zich onthouden van mi astengo = ik onthoud me van un' opinione=mening il gioco = spel iniziare da = beginnen bij l'aria = lucht sentire = ruiken il sapone = zeep
Ingezonden op 09-11-2016 - 1074x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
27-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!