Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits Semantik Bovenbouw Odulphus
› 19 7 - 19 (AB)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits Semantik Bovenbouw Odulphus
19 7 - 19 (AB)
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
——————————————————————————————————————————— 7A) NL-DU beschikken over = verfügen über de printer = der Drucker het telefoontje, het telefoongesprek = das Telefonat de kosten, de tarieven = die Gebühren spellen = buchstabieren het kengetal = die Vorwahlnummer kiezen = wählen de gegevens = die Daten 7B) DU-NL benötigen = nodig hebben weiterleiten = doorgeven sich verwählen = het verkeerde nummer kiezen der Dateiname = de bestandsnaam der Datenschutz = de bescherming van persoonsgegevens 8A) NL-DU de presentator = der Moderator presenteren = moderieren de reclamespot = der Werbespot verleiden = verführen verleidelijk = verführerisch handig = geschickt 8B) DU-NL zielen = zich richten öffentlich-rechtlich = publiek-rechtelijk die Versuchung = de verleiding & de bekoring, de verzoeking ansagen = aankondigen die Ansagerin = de omroepster 9A) NL-DU het apparaat = das Gerät de handleiding = die Anleitung deskundig = fachmännisch het procédé, methode = das Verfahren stap voor stap = schrittweise de stap, de schrede = der Schritt adviseren = beraten 9B) DU-NL die Rate = de termijn auf Raten = op afbetaling einhalten = waarmaken der Vorzug = het voordeel, de goede eigenschap 10A) NL-DU zich beklagen = sich beschweren 1 de klacht, 2 het gebrek, het ongemak = die Beschwerde de klant = der Kunde stipt (op tijd) = pünktlich gebrekkig, onvoldoende = mangelnd onvoldoende = unzureichend ontbreken = fehlen an de vloeistof = die Flüssigkeit 10B) DU-NL die Entschädigung = de schadeloosstelling abwerten = afkeuren das Zusatzstück = het hulpstuk 11A) NL-DU de misdaad = das Verbrechen de bijzonderheid = die Einzelheit het verzet = der Widerstand betrappen = ertappen de aanwijzing, de tip = der Hinweis 11B) DU-NL die Anweisung = de instructie gewaltsam = met geweld aufrechterhalten = handhaven angeblich = naar men zegt vorgehen = 1 optreden, 2 gebeuren gemäß = in overeenstemming met 12A) NL-DU verwijten = vorwerfen bekennen = gestehen de bekentenis = das Geständnis de plaats van het misdrijf = der Tatort verdenken van = verdächtigen 12B) DU-NL entwenden = ontvreemden die Kripo = de recherche ergeben = opleveren das Vergehen = het vergrijp, het delict überführen = schuldig bevinden aan die Hochstapelei = de oplichterij 13A) NL-DU ophelderen = aufklären de wet = das Gesetz overtreden = verstoßen gegen de overtreding = der Verstoß schenden = verletzen uitgebreid = ausgedehnt bewijzen = nachweisen 13B) DU-NL gesetzwidrig = in strijd met de wet zuwider sein = tegen staan die Spurensicherung = het forensisch-technisch onderzoek verhängen über = opleggen mildernd = verzachtend 14A) NL-DU de dierentuin = der Zoo blijkbaar = offenbar de slak = die Schnecke de uitzondering = die Ausnahme uitgezonderd = ausgenommen de dierenbescherming = der Tierschutz de walvis = der Wal gadeslaan, observeren = beobachten de proef, het experiment = der Versuch 14B) DU-NL niedlich = lief, aardig wittern = ruiken verscheuchen = doen opschrikken die Vogelscheuche = de vogelverschrikker 15A) NL-DU 1 de economie, 2 het bedrijfsleven = die Wirtschaft economisch = wirtschaftlich het aanbod = das Angebot de verlaging = die Senkung het warenhuis = das Kaufhaus 15B) DU-NL das Wirtschaftswunder = het economisch wonder sich erholen = herstellen das Wachstum = de groei die Niederlassung = het filiaal die Finanzlage = de financiële positie anlegen = beleggen die Erweiterung = de uitbreiding 16A) NL-DU de korting = der Rabatt bevorderen = fördern waarderen = bewerten de producent = der Hersteller produceren = herstellen de grondstof = der Rohstoff schaars = knapp 16B) DU-NL abheben = opnemen sich auszahlen = de moeite waard zijn, renderen der Aufwand = de kosten verschlingen = verslinden die Marktlücke = het gat in de markt 17A) NL-DU de landbouwer, de boer = der Landwirt krijgen = erhalten verkrijgbaar = erhältlich de advertentie = die Anzeige het tekort = das Defizit mislukken = scheitern succesvol = erfolgreich 17B) DU-NL verwalten = beheren rationieren = rantsoeneren beeinträchtigen = verminderen, negatief beïnvloeden abbauen = inkrimpen, verminderen haften für = aansprakelijk zijn voor 18A) NL-DU het geheugen = das Gedächtnis de capaciteit, het talent = die Fähigkeit 1 bekwaam, 2 in staat = fähig de voorgrond = der Vordergrund opscheppen, pochen = angeben de koppigheid = der Trotz koppig = trotzig 18B) DU-NL die Gedächtnisfeier = de herdenkingsplechtigheid vordergründig = oppervlakkig angeblich = zogenaamd gewachsen = opgewassen tegen 19A) NL-DU zich vergissen = sich täuschen misleiden = täuschen het humeur = die Laune humeurig = launisch de verdraagzaamheid = die Toleranz 19B) DU-NL darüber hinwegtäuschen = verbloemen, verhullen die Tücke = de gemeenheid, de geniepigheid entfalten = ontplooien launig = luimig, komisch wahrhaben = toegeven aufgeschlossen = open, toegankelijk
Ingezonden op 09-11-2016 - 1052x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
08-03-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!