Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Leidenlijst 2015
› 1 Leidenlijst t/m violent blz. 19
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Leidenlijst 2015
1 Leidenlijst t/m violent blz. 19
Jaar 5 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
also= ook and= en as well as= evenals besides, = bovendien (met komma!) both ... and... = zowel ... als ... even= zelfs first, second, third= eerste, tweede, derde furthermore= bovendien in addition= bovendien indeed= sterker nog in fact= sterker nog moreover= bovendien neither ... nor ...= noch ...noch ... not only........ but also= niet alleen...........maar ook or= of too= ook what is more= bovendien while= ondertussen after all= tenslotte, immers as= daar, omdat. as a result of= als gevolg van because= omdat for=want since= aangezien since it suggests = aangezien het suggereert admittedly= toegegeven, (tegenargument) although, though= ofschoon, hoewel besides= behalve but=maar by contrast= daarentegen, als contrast certainly= weliswaar (met komma, tegenargument!) conversely= daarentegen despite= ondanks either or =ofwel ... of even so= toch, desondanks. however= echter (met komma) in fact= feitelijk, eigenlijk (tegenargument) in spite of= ondanks instead= in plaats daarvan nevertheless= desalniettemin now= nu of course= natuurlijk (met komma, tegenargument!) on the one hand on the other= enerzijds, anderzijds rather= eerder dan, in plaats van, liever still= toch sure=weliswaar then again= aan de andere kant to be fair= om eerlijk te zijn true,= weliswaar whereas= terwijl (mean)while= ondertussen yet= toch if= als, indien provided, providing= mits, op voorwaarde dat unless= tenzij before= voor earlier= vroeger eventually= uiteindelijk initially= aanvankelijk in the past= in het verleden later= later once= zodra, toen eenmaal once upon a time= op een keer er was eens present, present-day= nu, tegenwoordig, vandaag de dag today= tegenwoordig, vandaag de dag until= totdat as a result= daarom consequently= met als gevolg hence= daarom, zodoende in short=kortom so= dus, daarom that’s why= daarom therefore= daarom thus= zo, op die manier, samenvattend. as if= alsof equally= evenzeer, evenzo likewise= op dezelfde manier similarly= op dezelfde manier for example= bijvoorbeeld for instance= bijvoorbeeld such as= zoals to account for= verhelderen to advocate= pleiten voor to anticipate= anticiperen, voorzien to assume= aannemen to call for action= vragen om maatregelen to claim= met kem beweren to comment= opmerken to conclude= besluiten to counter the idea= het idee tegenspreken to criticise= bekritiseren to demonstrate= belichten to describe= beschrijven to distinguish= onderscheiden to elaborate= uitwerken to elaborate on= uitweiden, uitgebreid doorgaan over to emphasize= benadrukken to explain= uitleggen to express= uiten to favour= begunstigen to give examples= voorbeelden geven to ignore= negeren to illustrate= illustreren, toelichten to impress= indruk maken op to indicate= aanduiden to introduce= voorstellen to mention= vermelden to outline= in grote lijnen aangeven to point to= wijzen op to prepare= voorbereiden to prove= bewijzen to refuse= weigeren to restate= herformulerne to set out= uiteenzetten to set the scene= de situatie omschrijven to shed a different light on= een ander licht werpen op to show= tonen to state= stellen to stress= benadrukken to suggest= opsommen to support= ondersteunen to undermine= ondermijnen in accordance with= in overeenstemming met, volgens to judge from=te oordelen naar, volgens in line with= in lijn met, volgens author= schrijver, auteur to aim= richten op it amounts to= het komt neer op to approach= benaderen to cause, a cause= veroorzaken, oorzaak to characterise= typeren to claim= stellen dat, beweren to contain= bevatten to conclude= concluderen debate= debat to ignore, ignorance= negeren, onwetendheid to imply= imliceren to include= inhouden to provide= voorzien van, leveren purpose= doel sentence=zin subject= onderwerp to tackle= aanpakken writer= schrijver it amounts=het komt neer op it concerns=het gaat over it claims=het beweert it criticizes=het bekritiseert it describes=het beschrijft it elaborates=hetwerkt verder uit it emphasizes=het benadrukt it explains=het legt uit it focusses on=het richt zich op it highlights=het vestigt de aandacht op it illustrates=het illustreert it introduces=het introduceert it is in accordance with= het is in overeenstemming met it makes clear= het maakt duidelijk it mentions=het noemt it provides examples of= het geeft voorbeelden van it regards=het beschouwt it shows that=het laat zien dat it stresses=het benadrukt it suggests=het stelt voor it summarises= het valt samen it repeats=het herhaalt it tones down=het zwakt af it outlines= het schetst admiring=bewonderend approving= instemmend matter-of-fact= geeft de feiten objective= objectief angry= boos concerned= bezorgd disappointed= teleurgesteld disbelieving= gelooft het niet furious= woedend indifferent= onverschillig indignant= verontwaardigd pessimistic= pessimistisch, somber gestemd amused= geamuseerd (een klein beetje spottend) cynical= cynisch, een vorm van spot ironic= ironisch, een vorm van spot joking= grapjes makend mocking= spottend sarcastic= sarcastisch, hatelijk century=eeuw decade= decennium, 10 jaar modern= modern, van deze tijd often= vaak to achieve, achievement= bereiken, prestatie advantage= voordeel to appeal, the appeal= Aantrekken, de aantrekkingskracht appropriate= geschikt to approve= instemmen met benefit= voordeel hebben van charity= goed doel charitable= geloofswaardigheid to develop= ontwikkelen effective= effectief to encourage= aanmoedigen enhancement= vermeerdering, versterking fortunately= gelukkig, het is maar goed dat gifted= begaafd, intelligent growth= groei importance= belangrijkheid to improve, improvement= verbeteren, verbetering to increase, an increase= vergroten, toename luck= geluk opportunities= mogelijkheden perfectly= volmaakt, heel erg goed pleasure= plezier popular= populair, geliefd to profit= voordeel hebben van progress= vooruitgang prosperity= welvaart to raise= doen toenemen, stijgen to rise, rising= toenemen, groeiend safe= veilig significant= belangrijk to solve, solution= oplossen, oplossing support= steun useful= nuttig wealth= rijkdom, welzijn to abuse= misbruiken to blame= de schuld geven to complain= klagen counter- = betekent altijd 'tegen' iets dangerous= gevaarlijk danger= gevaar a decline, declining= daling, dalend to deny= ontkennen to disappoint, disappointment= teleurstellen, teleurstelling false, wrong= fout, verkeerd to fail, failure= falen, mislukken, mislukking hard= moeilijk, hard harmful= schadelijk to ignore= negeren, links laten liggen to lack= ontbreken to mock= bespotten to reduce= verminderen to regret= spijt hebben van, betreuren risk= risico struggle= inspanning to suffer= lijden terrible= verschrikkelijk threat= dreiging unfortunately= helaas, jammer genoeg violence= geweld violent= gewelddadig
Ingezonden op 13-11-2016 - 543x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!