Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
bovenbouw Van alles en nog meer
› 22 Spaans alles Modulo 22
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
bovenbouw Van alles en nog meer
22 Spaans alles Modulo 22
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
póngame = geeft u me; geeft u mij medio = half el kilo = de kilo estar jubilado; estar jubilada = gepensioneerd zijn salir de compras = boodschappen doen el mercado = de markt la fruta = het fruit la verdura = de groente el plátano = de banaan la fresca = de aardbei la verdulera = de groenteverkoopster maduro; madura = rijp riquísimo; riquísimo = heel lekker dulce = zoet verde = onrijp estar en su punto = precies goed zijn el pimiento = de paprika el sofrito = de gefruite ui; de gefruite tomaat la cebolla = de ui una delicia = iets heerlijks unos cuantos = enkele por si acaso = voor alle zekerheid el perejil = de peterselie la carnicería = de slagerij la chuleta = de kotelet el cordero = het lam; het lamsvlees el jamón serrano = serrano-ham la calidad = de kwaliteit la salchicha = het worstje el cerdo = het varken; het varkensvlees preferir = verkiezen; liever hebben; prefereren {ie} la pescadería = de vishandel la merluza = de heek {vis} fresco = vers pesar = wegen parecer = lijken mismo = zelf la pinta = het uiterlijk cortar = snijden la rodaja = de moot limpito = keurig schoongemaakt limpio = schoon la chirla = de venusschelp caro; cara = duur el arroz = de rijst de primero = als voorgerecht de segundo = als hoofdgerecht el pescado = de vis cada dos días = om de twee dagen ¿Qué te parece? = Wat vind je ervan? ¿A cuánto va? = Wat kost? tú misma = ga je gang; doe maar tener buena pinta = er goed uitzien estar bien de precis = gunstig geprijsd zijn hace tiempo que... = het is lang geleden dat... la patata = de aardappel el ajo = de knoflook el pepino = de komkommer la lechuga = de kropsla la judía verde = de sperzieboon el tomate = de tomaat la manzana = de appel el limón = de citroen la uva = de druif el melocotón = de perzik la naranja = de sinaasappel la sandía = de watermeloen Pongáme medio kilo de fresas. = Geeft u mij een halve kilo aardbeien. 250 gram serrano-ham = 250 gramos de jamón serrano driekwart kilo = tres cuartos de kilo déme cien gramos de = geeft u mij 100 gram Pasan cien gramos? = Mag het een onsje meer zijn? Déjelo, ya está bien. = Laat maar, het is goed.
Ingezonden op 13-11-2016 - 904x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!