Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits Semantik
› 13 tot en met 19 ABCD
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits Semantik
13 tot en met 19 ABCD
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ophelderen=aufklären de wet=das Gesetz overtreden=verstoßen gegen de overtreding=der Verstoß schenden=verletzen uitgebreid=ausgedehnt bewijzen=nachweisen gesetzwidrig=in strijd met de wet zuwider sein=tegen staan die Spurensicherung=het forensisch-technisch onderzoek verhängen über=opleggen mildernd=verzachtend de bescherming=der Schutz bedreigend=bedrohlich waarschuwen=warnen vrezen=fürchten de vrees, de angst=die Furcht de alarminstallatie=die Alarmanlage unheimlich=1 akelig, niet op mijn gemak 2 ontzettend, enorm vorbeugen=voorkomen gewährleisten=garanderen sich hinwegsetzen über=zich niets aantrekken van plädieren für=pleiten voor de dierentuin=der Zoo blijkbaar=offenbar de slak=die Schnecke de uitzondering=die Ausnahme uitgezonderd=ausgenommen de dierenbescherming=der Tierschutz de walvis=der Wal gadeslaan, observeren=beobachten de proef, het experiment=der Versuch niedlich=lief, aardig wittern=ruiken verscheuchen=doen opschrikken die Vogelscheuche=de vogelverschrikker de soort=die Art het fokken, het kweken=die Zucht de kudde=die Herde de nakomeling=der Nachwuchs zeldzaam=selten de voorwaarde, de omstandigheid=die Bedingung vernietigen=zerstören het gedrag=das Verhalten die Arterhaltung=het behoud van de soort gesellig=in groepen levend die Massentierhaltung=de intensieve veehouderij die Seuche=de epidemie 1 de economie 2 het bedrijfsleven=die Wirtschaft economisch=wirtschaftlich het aanbod=das Angebot de verlaging=die Senkung het warenhuis=das Kaufhaus das Wirtschaftswunder=het economisch wonder sich erholen=herstellen das Wachstum=de groei die Niederlassung=het filiaal die Finanzlage=de financiële positie anlegen=beleggen die Erweiterung=de uitbreiding het procédé, de methode= das Verfahren verleiden=verführen de verhuizing=der Umzug 1 het monster 2 het patroon=das Muster de valuta, de munt=die Währung der Ertrag=de opbrengst ankurbeln=aanzwengelen erzielen=behalen sich anhäufen=zich ophopen erschließen=ontsluiten verschuldet sein=schulden hebben de korting=der Rabatt bevorderen=fördern waarderen=bewerten, schätzen de producent=der Hersteller produceren=herstellen de grondstof=der Rohstoff schaars=knapp abheben=opnemen sich auszahlen=de moeite waard zijn, renderen der Aufwand=de kosten verschlingen=verslinden die Marktlücke=het gat in de markt de vraag=die Nachfrage lenen=leihen controleren=überprüfen de klant=der Kunde het bankbiljet=der Geldschein de behoefte=der Bedarf het contant geld=das Bargeld die Nutzung=het gebruik der Wettbewerb=de concurrentie werben=reclame maken zuständig=verantwoordelijk das Entgelt=de beloning zur Verfügung stellen=ter beschikking stellen de landbouwer, de boer=der Landwirt krijgen=erhalten verkrijgbaar=erhältlich de advertentie=die Anzeige het tekort=das Defizit mislukken=scheitern succesvol=erfolgreich verwalten=beheren rationieren=rantsoeneren beeinträchtigen=verminderen, negatief beïnvloeden abbauen=inkrimpen, verminderen haften für=aansprakelijk zijn voor de termijn=die Frist op korte termijn=kurzfristig het pensioen, de uitkering=die Rente de gepensioneerde=der Rentner de rente=die Zinsen het kenmerk=das Merkmal overeenkomen=vereinbaren de overeenkomst=die Vereinbarung beteiligt sein an=betrokken zijn bij untauglich=ondeugdelijk der Geschäftsbericht=het jaarverslag het geheugen=das Gedächtnis de capaciteit, het talent=die Fähigkeit 1 bekwaam 2 in staat=fähig de voorgrond=der Vordergrund opscheppen, pochen=angeben de koppigheid=der Trotz koppig=trotzig die Gedächtsnisfeier=de herdenkingsplechtigheid vordergründig=oppervlakkig angeblich=zogenaamd gewachsen=opgewassen tegen kwetsen=verletzen de karaktertrek=der Charakterzug nors=mürrisch mopperen=mürren het uithoudingsvermogen=die Ausdauer de belofte=das Versprechen beloven=versprechen zich inspannen=sich anstrengen prijs stellen op= Wert legen auf prahlen mit=opscheppen over nachgiebig=toegevend nachgeben=toegeven aan die Natur=de aard zich vergissen=sich täuschen het humeur=die Laune humeurig=launisch bekennen=gestehen de verdraagzaamheid=die Toleranz darüber hinwegtäuschen=verbloemen, verhullen die Tücke=de gemeenheid, de geniepigheid entfalten=ontplooien launig=luimig, komisch wahrhaben=toegeven aufgeschlossen=open, toegankelijk (meer dan) gemiddeld=(über)durchschnittlich het verwijt=der Vorwurf verwijten=vorwerfen zacht, zachtmoedig=weich misleiden=irreführen, täuschen großzügig=ruimdenkend der Einklang=de harmonie hinnehmen=accepteren der Eigennutz=het eigenbelang unbeirrt=onverstoorbaar
Ingezonden op 14-11-2016 - 838x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
17-11-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!