Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
D'accord! Vwo
› 1 Blz. 20 en 21 woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
D'accord! Vwo
1 Blz. 20 en 21 woordjes
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Blz. 20 adapter à = aanpassen aan atteindre = bereiken avoir lieu = plaats vinden en langue originale = in de oorspronkelijke taal être content de = blij zijn om la région bordelaise = de streek rond Bordeaux le professeur d'allemand = de leraar Duits les retrouvailles = het weerzien par semaine = per week terminer = eindigen un avantage = een voordeel un échange = een uitwisseling un inconvénient = een nadeel un petit peu de stress = een klein beetje stress un voyage scolaire = een schoolreisje une heure de cours = een uur les une matière obligatoire = een verplicht vak Vos plus belles vacances: faire la fête = feest vieren mémorable = onvergetelijk plein de copains = veel vrienden retrouver = terugzien se détendre = zich ontspannen se réaliser = werkelijkheid worden sortir en boîte = naar de disco gaan un étranger = een buitenlander un séjour linguistique = een talencursus Quatre idées pour sécher les cours: en effet = inderdaad être trop occupé = te druk zijn éviter = vermijden la cause = de oorzaak la confiance = het vertrouwen le prof principal = de mentor les reproches = de verwijten prendre des notes = aantekeningen maken rattraper un cours = een les inhalen un élève doué = een getalenteerde leerling une occasion = een gelegenheid une raison = een reden Salut ! amical; amicale = vriendelijk avoir peur de = bang zijn dès = vanaf différent = anders la guerre = de oorlog la moyenne = het gemiddelde la note = het cijfer la seconde = de vierde klas la section = het profiel la terminale = de examenklas le cours = de les le lycée = de bovenbouw obligé = verplicht parfois = soms prochain = volgende redoubler = blijven zitten timide = verlegen une amitié = een vriendschap Mon enfance sur un bateau: annoncer = aankondigen autant que = zoveel als des fois = soms ensemble = samen finalement = uiteindelijk Il est assis = Hij zit jeter = weggooien l'enfance = de kinderjaren obtenir le bac = je eindexamen halen pleurer = huilen profiter de = genieten van prouver = bewijzen se faire des amis = vrienden maken se rappeler = zich herinneren Retrouvailles dans le bus: aan zee = au bord de la mer bruin worden = se faire bronzer een nachtmerrie = un cauchemar een slaapzak = un sac de couchage vrijwilligerswerk = du travail volontaire in zee zwemmen = se baigner dans la mer Blz.21 instappen = monter naar de discotheek gaan = sortir en boîte naar het strand gaan = aller à la plage onvergetelijk = inoubliable op een dag = un jour teruggaan naar Spanje = retourner en Espagne terugkomen = rentrer tijdens de hele vakantie = pendant toutes les vacances twee jaar geleden = il y a deux ans uitgaan = sortir zich vervelen = s'ennuyer zin hebben in = avoir envie de Heb je een fijne vakantie gehad? = Tu as passé de bonnes vacances? Heb je niets speciaals gedaan? = Tu n'as rien fait de spécial? Is de vakantie goed verlopen? = Ça s'est bien passé les vacances? Waar ben je geweest? = Tu as été où? Wanneer zijn jullie teruggekomen? = Quand est-ce que vous êtes rentrés? Wat hebben jullie gedaan? = Qu'est-ce que vous avez fait? Le lycée est mieux que le collège ?: Dat is vele malen beter. = C'est mille fois mieux. De bovenbouw is veel erger dan de onderbouw. = Le lycée est pire que le collège. de meeste = la plupart de de volwassenheid = la maturité doorzetten = s'accrocher erger = pire Het niveau ligt hoger. = C'est plus dur niveau cours. Het spijt me. = Je suis désolé(e) het tijdperk = l'époque Ik kan haast niet wachten! = Qu'est-ce que j'ai hâte! Ik vind dat... = Je trouve que... Men wordt wat volwassener. = On prend une certaine maturité. naar mijn mening = à mon avis ontdekken = découvrir opgelucht = soulagé stomvervelend = barbant tegenspreken = contredire volgens mij = d'après moi wat betreft = par rapport à Les meilleurs pays pour grandir: cinq sur six = vijf van de zes grandir = opgroeien le bien-être = het welzijn le comportement = het gedrag le moins bon = het minst goed obtenir une mauvaise note = een slecht cijfer krijgen suivi de = gevolgd door un adolescent = een puber Un look sculpté au bistouri ?: croissant = groeiend encourager = aanmoedigen faire la différence entre = een onderscheid maken tussen l'apparence = het uiterlijk l'émission = de uitzending la demande = de vraag le moindre = het minste le principal = de belangrijkste le quotidien = het dagblad ressembler = lijken op selon = volgens
Ingezonden op 20-11-2016 - 698x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!