Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Vervolg theorie DA
› 13 Pathologie van de spijsvertering
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Vervolg theorie DA
, deel 13
13 Pathologie van de spijsvertering
Jaar 2 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
"sliding" hernia = glijbreuk aambeien = hemorroïden, spataderen rond de anus achalasie = zeldzame aandoening waarbij de onderste oesophagussfincter zich niet voldoende opent en er ophoping van voedsel in de slokdarm optreedt, zodat deze sterk uitzet. acute buik = acuut ontstaan ziektebeeld, waarbij buikpijn op de voorgrond staat en chirurgisch ingrijpen noodzakelijk is aften = pijnlijke erosies met een rode hof op het slijmvlies van mond en tong anamnese = afnemen van de medische voorgeschiedenis anorexie = verlies van hongergevoel en eetlust appendicitis = blindedarmontsteking ascites = vocht in de vrije buikholte (intraperitoneale holte) aspiratie = het via de luchtpijp in de longen komen van voedsel en vocht uit de maag Barrett-slokdarm = veranderd slijmvlies in de slokdarm borborygmus = luide borrelende geluiden in de buik,die worden veroorzaakt door levendige peristaltiek bij darmen die gevuld zijn met lucht en vocht braken = opgeven van hoeveelheden maag- of darminhoud cholecystectomie = verwijdering van de galblaas cholecystitis = ontsteking van de galblaas cholestase = galstuwing cirrose = bindweefselvorming in de lever coeliakie = glutengevoelige spruw cystische fibrose = taaislijmziekte; mucoviscidose darmpoliep = stukje weefsel dat uitpuilt in het darmlumen en bekleed is met slijmvlies défense musculaire = passief spierverzet bij parietale pijn (plankharde buik) diarree = productie van ontlasting waarbj de ontlasting dunner is dan gebruikelijk en dat meer dan driemaal per dag diverticulitis = ontsteking van de darmdivertikels diverticulose = aanwezigheid van divertikels in de dikke darm divertikel = uitstulping, zakvormige uitstulpingen in of van de wand van een orgaan dysfagie = moeilijkheden met slikken doordat het pijn doet of moeizaam gaat dyspepsie = onaangenaam, vol gevoel boven in de buik, dat soms verband houdt met eten, hierbij kunnen misselijkheid, een opgeblazen gevoel en eetlustverlies voorkomen epigastrium = maagstreek erosies = oppervlakkige slijmvliesbeschadigingen, ondiepe zweren fibreus = bindweefselachtig fistel = nieuwgevormde, abnormale verbinding tussen twee holle organen flatulentie = winderigheid foetor ex ore = een onaangenema geur uit de mond, "slechte adem" gastritis = ontsteking van het maagslijmvlies globusgevoel = gevoel of er een brok of iets anders in de keel zit, zonder dat er afwijkingen worden gevonden glossitis = ontsteking van de tong gluten = eiwitten uit granen en graanproducten heamatemesis = braken van bloed hemorroïden = aambeien hepatomegalie = vergroting van de lever hernia cicatricalis = littekenbreuk hernia diaphragmatica = middenrifbreuk hernia femoralis = dijbeenbreuk hernia incarcerata = de breukinhoud is door de breukpoort afgesnoerd, waardoor er circulatiestoornissen kunnen ontstaan in het afgeklemde deel hernia inguinalis = liesbreuk hernia umbilicalis = navelbreuk icterus = geelzucht, een gele verkleuring van huid en bindvlies van het oog ileus = afsluiting van de darm incontinentie = onbewust verliezen van feces of urine indigestie = lichte stoornis in de spijsvertering invaginatie = afsluiting doordat twee delen darm in elkaar geschoven zijn irreponibele hernia = een breuk waarvan de inhoud niet meer terug te duwen is koliekpijn = pijn die ontstaat na afsluiting van een hol orgaan, de pijn is krampend en komt in aanvallen leukoplakie = permaligne aandoening, die eruitziet als witte plekken op tong en wangslijmvlies levercirrose = verbindweefseling van de lever malabsorptie = verstoorde opname mechanische ileus = dan is de doorgaang geblokkeerd door bv. een darmtumor melaena = zwarte teerachtige ontlasting, doordat de feces vermengd zijn met bloed, verkleiring is met het blote oog zichtbaar mondspruw = Canida-infectie in de mond nausea = misselijkheid obstipatie = minder dan driemaal per week productie van ontlasting, waarbij de ontlasting harder van consistentie is dan gebruikelijk occult bloedverlies = bloedverlies in maag-darmkanaal, niet met het blote oog waarneembare verkleuring van de ontlasting oesophagusvarices = uitgezette venen in de wand van de slokdarm, slokdarmspataderen paralytische ileus = darmperistaltiek is verdwenen pariëtale pijn = pijn die kan leiden tot "défense musculaire". Pijn verergert bij hoesten, persen en vervoer parotitis = ontsteking van de speekselklieren parotitis epidermica = bof perianale = rond de anus peritonitis = buikvliesontsteking portale hypertensie = druk in de poortader is verhoogd door een afwijking in de vene vóór de lever (prehepatisch), door een afsluiting ín de lever (intrahepatisch) of door een veneuze afvoerbelemmering ná de lever (posthepatisch) pseudo-cyste = "cyste" zonder wand gevuld met ontstekingsweefsel en celresten pyrosis = zuurbranden, een brandend gevoel achter het borstbeen dat naar de hals uitstraalt reflux = onwillekeuring opstijgen van maaginhoud naar de mond zonder duidelijke spiercontracties regurgitatie = reflux steatorroe = vetttige ontlasting steatose = vervetting (van de lever) stomatitis = ontsteking van het mondslijmvlies stomatitis aphthosa = steeds terugkerende aften in de mond strictuur = abnormale vernauwing van een ductus, kanaal of andere passage door littekencontractie of bindweefselstrengen syndroom van Sjögren = verminderde speekselvloed en verminderde traanproductie uitstralende pijn = prikkeling van de buikorganen kan via zenuwbanen pijnsensaties geven buiten de buik ulcus duodeni = dunnedarmzweer ulcus pepticum = samengevoegde naam voor ulcus ventriculi en ulcus duodeni ulcus ventriculi = maagzweer viscerale pijn = ingewandpijn die dof, knagend en niet goed te lokaliseren is
Ingezonden op 21-11-2016 - 815x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!