Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Ausblick Duits
› 5 Redemittel kap5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Ausblick Duits
5 Redemittel kap5
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Doe een voorstel en onderbouw (motiveer) het = Mach einen Vorschlag und begründe ihn Ik zou ... nemen, omdat = Ich würde ... nehmen, weil Ik stel voor, we nemen deze foto, omdat = Ich schlage vor, wir nehmen dieses Foto, weil Deze foto zou het meest geschikt zijn, want = Dieses Foto wäre am besten geeignet, denn Deze foto zou beter geschikt zijn, want = Dieses Foto wäre besser geeignet, denn Hoe zou het met deze foto zijn? = Wie wär's denn mit diesem Foto? Spreek je gesprekspartner tegen = Widersprich deinem Gesprächspartner Ik vind, dat past helemaal niet = Ich finde, das passt überhaupt nicht Op dat punt heb ik een heel andere mening = Da bin ich aber ganz anderer Meinung Daarmee ben ik (het) niet eens = Damit bin ich nicht einverstanden in elk geval = auf jeden Fall in geen geval = auf keinen Fall uitgesloten = ausgeschlossen Je blijft bij je mening = Du bestehst auf deiner Meinung Dat overtuigt mij niet = Das überzeugt mich nicht Dat klopt niet = Das stimmt nicht Dat kan wel zijn, maar = Das kann schon sein, aber Toch/desondanks is = Trotzdem ist Toch/desondanks zou ... zijn = Trotzdem wäre Je brengt iets ertegen in = Du wendest was ein Dat wel, maar = Ja schon, aber Weliswaar ..., maar ... = Zwar ..., aber ... Ik bedoel, ... zou beter zijn, omdat ... = Ich meine, ... wäre besser, weil ... Je geeft toe = Du gibst nach Ja, eigenlijk wel = Ja, eigentlich schon Dat klopt natuurlijk wel = Das stimmt natürlich schon Daaraan heb ik helemaal niet gedacht = Daran habe ich gar nicht gedacht Je hebt eigenlijk gelijk = Da hast du eigentlich recht Jullie zouden tenslotte tot een beslissing moeten komen = Ihr solltet am Ende zu einer Entscheidung kommen In orde, dan nemen wij deze foto = In Ordnung, dann nehmen wir dieses Foto Dat is de beste oplossing = Das ist die beste Lösung Ik zie dat net zoals jij = Ich sehe das genauso wie du Ik heb dezelfde mening als jij = Ich bin derselben Meinung wie du Goed, ik ben (het) eens = Gut, ich bin einverstanden Daarmee heb ik geen probleem = Damit habe ich kein Problem voor mijn part = meinetwegen Je vraagt om het woord = Du bittest ums Wort Zou ik ook iets daarover mogen zeggen? = Dürfte ich auch etwas dazu sagen? moment ajb/aub = Moment bitte een ogenblik ajb/aub = einen Augenblick bitte Daarover zou ik ook iets willen zeggen = Dazu möchte ich auch etwas sagen Daarover schiet mij ook iets te binnen = Dazu fällt mir auch etwas ein Je zou willen onderbreken = Du möchtest unterbrechen Excuus als ik onderbreek, maar = Entschuldigung, wenn ich unterbreche, aber Ik zou je iets willen vragen = Ich möchte dich bitte etwas fragen Laat zien, dat je wilt doorpraten = Zeig, dass su weitersprechen möchtest Ik zou nog iets willen zeggen = Ich möchte noch was sagen Je wilt iemand (aan) het woord laten = Du möchtest jemandem das Wort überlassen Je wilde toch net iets zeggen = Du wolltest doch gerade etwas sagen Zeg, wat je erover denkt = Sag, was du darüber denkst Spreek rustig verder = Sprich ruhig weiter Nee, zeg jij (het) eerst (maar) = Nein, sag du zuerst Je zou om verduidelijking willen vragen = Du möchtest um Explizierung bitten Je zou om commentaar willen vragen = Du möchtest um Kommentierung bitten Zou je dat iets preciezer kunnen zeggen? = Könntest du das etwas genauer sagen? Dat heb ik niet helemaal begrepen. Wat bedoel je daarmee? = Das habe ich nicht ganz verstanden. Was meinst du damit? Wat wil je daarmee zeggen? = Was willst du damit sagen? Je zou een uitlating willen inleiden of afsluiten = Du möchtest eine Äußerung einleiten oder abschließen Ik zou zeggen: ... = Ich würde sagen: ... De zaak is als volgt: .../ De zaak zit zo: ... = Die Sache ist die: ... Vind je ook niet? = Findest du nicht auch? ... wat weet ik = ... was weiß ich Of niet (soms)? = Oder nicht? Je zoekt naar woorden = Du suchst nach Worten Mij schiet het woord niet te binnen = Mir fällt jetzt das Wort nicht ein Ik bedoel daarmee ... = Ich meine damit ... Hoe zeg je het, als = Wie nennt man das, wenn ... vindt (fi..) iets (niet) belangrijk = ... findet etwas (nicht) wichtig ... vindt (ha...) iets (niet) belangrijk = ... hält etwas (nicht) für wichtig ... hecht grote waarde aan = ... legt besonderen Wert auf ... hecht geen waarde aan = ... legt keinen Wert auf ... zou het milieu willen beschermen, doordat hij = möchte die Umwelt schützen, indem er ... is van mening, men zou onvoorwaardelijk moeten ... = ... ist der Meinung, man sollte unbedingt ... is van mening, dat men in elk geval = ... ist der Meinung, man sollte auf jeden Fall ... is van mening, men zou in geen geval = ... ist der Meinung, man sollte auf keinen Fall ... zet zich in voor ... = ... engagiert sich für ... ... is geïrriteerd, omdat ... = ... ist genervt, weil ... ... komt op voor ... = ... tritt ein für ...
Ingezonden op 23-11-2016 - 521x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
02-03-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!