Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
oefeningen van Wiecher Dalsem
› 4 communicatie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
oefeningen van Wiecher Dalsem
, deel 7
4 communicatie
Jaar 4 (mavo/havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Kunt u dat even herhalen? = Können Sie das bitte wiederholen? Kunt u wat langzamer praten? = Können Sie etwas langsamer sprechen? Dat was me niet helemaal duidelijk. = Das war mir nicht ganz klar. Ik heb het niet begrepen. = Ich habe es nicht verstanden. Dat klopt! = Das stimmt! Precies! = Genau! juist = richtig verkeerd = falsch ogenblikje a.u.b. = Moment bitte… Mag ik u iets vragen? = Darf ich Sie etwas fragen? spellen = buchstabieren Hoe schrijf je dat? = Wie schreibt man das? Hoe zeg je dat in het Duits? = Wie sagt man das auf Deutsch? Hoe heet dat ding? = Wie heißt das Ding? vertalen = übersetzen Hoe bedoelt u dat? = Wie meinen Sie das? Ik bedoel… = Ich meine … bijvoorbeeld = zum Beispiel enzovoorts = und so weiter dus = also het woord = das Wort (die Wörter) de zin = der Satz (die Sätze) het woordenboek = das Wörterbuch een taal leren = eine Sprache lernen een vreemde taal leren = eine Fremdsprache lernen begrijpen, verstaan = verstehen spreken = sprechen lezen = lesen schrijven = schreiben mijn uitspraak = meine Aussprache veel fouten = viele Fehler Ik spreek beter Nederlands dan Duits. = Ich spreche besser Niederländisch als Deutsch. Ik begrijp niet alles. = Ich verstehe nicht alles. Ik dank u/jou. = Ich danke Ihnen/dir afgesproken = abgemacht succes = viel Erfolg graag gedaan = gern geschehen U hoort nog van mij. = Sie hören noch von mir. Tot spoedig = Bis bald. helaas niet = leider nicht zeker = sicher precies = genau Dat is juist-fout. = Das ist richtig-falsch Dat vind ik ook. = Das finde ich auch. Ik ben daarvoor-daartegen. = Ich bin dafür-dagegen. Ik ben het ermee eens. = Ich bin damit einverstanden.
Ingezonden op 27-11-2016 - 260x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!