Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Of Course!!!!!
› 3 Unit 3, alle woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Of Course!!!!!
3 Unit 3, alle woordjes
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aankondiging = announcement benadrukken = to emphasize bewustzijn = awareness bijeenkomst (voor een activiteit) = session geconfronteerd worden met = to be faced with ervoor zorgen dat = to make sure that gemiddeld = average hoeveelheid = amount inspanning = effort keuze = option omringende = surrounding ophalen (geld) = to raise orkaan = hurricane pogen (iets moeilijks te doen) = to attempt poosje = a while tot en met = through uitdelen = to hand out vereisen = require voldoende = sufficient volgens = according to vooruitzicht = prospect worstelen = to wrestle to assign = toewijzen to commend = prijzen (publiekelijk) to conduct = leiden disorder = stoornis displaced = iemand dwingen zijn plaats/huis te verlaten to forge = scheppen, vormen gathered = zich verzamelen mainstream = heersende stroming overcome = te boven komen piercing = doordringende train of thought = gedachtegang urge = dringend verzoeken wander = afdwalen academische graad = degree belonen = to reward buitengewoon = extraordinary leeftijdgenoot, medeleerling = peer met een snelheid van = at the rate of negeren = to ignore onhandig = awkward onhandigheid = clumsiness opvoeding = education overdreven = exaggerated overtuigen = to convince pesten = to bully struikelen = tripped tijdgenoot = contemporary toelating = admission verbazingwekkend = amazing vereiste, eis = requirement verruimen = to broaden voorwaarde = terms acknowledge = erkennen, toegeven admittance = toegang to dismiss = ontslaan essay = opstel, (korte) verhandeling to exceed = overtreffen grades = cijfer to have a passion for = dol/gek zijn op imposing, impressive = indrukwekkend primary = eerste queer = vreemd, raar refusal = weigering to take pains = moeite voor iets doen unaccompanied = zonder begeleiding (van) adoptieouders = foster parents apparaat = appliance belangrijk = major bleek, vaal = pale duizelig = dizzy gang (in een gebouw) = corridor gerucht = rumour hoek = angle minder belangrijk, klein = minor nep = fake ondanks = despite onzichtbaar = invisible overdrijven = to exaggerate roddel = gossip uitrusting = equipment verdediging = defence (ver)krijgen = to gain veronderstellen = to assume vloeken = to swear, to curse;to swear; to curse weerzinwekkend = disgusting caretaker = conciërge chatter = geklets to confirm = bevestigen contraception = anticonceptie, het gebruik van voorbehoedsmiddelen;anticonceptie envy = benijden, jaloers zijn op;jaloers zijn op to be in labour = bevallen, weeën hebben;bevallen resign himself = berusten in paranoid = overdreven achterdochtig, bang;bang pram = kinderwagen sample = monster, voorbeeld;monster;voorbeeld to stroke = aaien, strelen;aaien;strelen aannemen, veronderstellen = to assume aanpakken (probleem) = to deal with aanwezigheid = presence afnemen = decrease apparaatje = device armoede = poverty bepalen = to determine bereid om = willing to beschikbaarheid = availability beschouwen als = to consider bestaand = existing betreffen = involve blijken te zijn = turned out to be conrector = assistant principal; deputy head daar komt nog bij = in addition daling = drop duidelijk = obvious een druppel op een gloeiende plaat = a drop in the bucket emmer = bucket enorm effect = impact er niet in slagen = to fail gelden voor, slaan op = apply to geschikt = appropriate geval = case gewenst = desired grens = limit hol = hollow in antwoord op = in response to in praktijk brengen = to put into practice jeugd = youth jongeren = youngsters krachtig = powerful kwestie = issue leeftijdgenoten = peers lichamelijk = physical liever dan = rather than maatregelen = measures macht hebben over = to have control of/over omgeving (omstandigheden) = environment onderdeel = component onderschatten = underestimate ontbreken = to lack ontwikkelen = to develop opsporen = to trace ordeproblemen = discipline problems overtuiging = conviction personeel = staff plaatsvinden = to occur plagen = to tease poging = attempt rector, directeur = principal, headmaster regelmatig = frequent rooster, agenda = schedule samenwerking = cooperation soortgelijk = similar standpunt = view uitspreken = express uitstrekken = to stretch vaak voorkomend = frequent varierën = to vary verdienen = to deserve verminderen = to reduce verschaffen = to provide verscheidene = several vérstrekkend = far-reaching verzamelen = to gather verwijzen naar = refer to waarde = value wanhopig = desperate weghouden van = to keep off wijzen (erop) = indicate wortels = roots zeer druk = hectic zorgzaam = caring accessibility = toegankelijkheid accomplish = volbrengen; bereiken address = aanpakken administrator = iemand van de leiding alienated = vervreemd alienation = vervreemding anonymity = naamloosheid; anonimiteit antidote = middel tegen negatieve effecten anxiety = gevoel van zenuwachtigheid en bezorgdheid arbitrary = willekeurig authentic = echt beyond = verder dan boundary = (land)grens; grens compassionate = meelevend en begripvol comprehensive = veelomvattend; uitgebreid conduct = leiden to contribute to = bijdragen aan to define = omschrijven dignity = waardigheid educator = onderwijsdeskundige findings = conclusies (van een onderzoek);conclusies genuine = echt (geen kunst of nep); echt gesture = gebaar guidelines = richtlijnen to heighten = verhogen (van een gevoel);verhogen imposition = oplegging inflict = iemand laten lijden intervention = tussenkomst (om erger te voorkomen);tussenkomst issue = nummer (van krant/tijdschrift);nummer the late = wijlen de to lessen = verkleinen likelihood = waarschijnlijkheid to nourish = voeden observe = opmerken to nurture = iets helpen ontwikkelen outburst = uitbarsting to feel overwhelmed by something = zich overvallen voelen door iets probability = waarschijnlijkheid to recall = herinneren renowned = beroemd en gerespecteerd to reside = wonen to resort = zijn toevlucht nemen tot (iets negatiefs);zijn toevlucht nemen tot solely = slechts to strive for = streven naar thus = aldus transgression = overtreding well-being = welzijn, gezondheid en geluk;welzijn;gezondheid en geluk aantrekken = to attract begeleiding = guidance bepaald, specifiek = specific dwarszitten, kwellen = bother gemeenschap = community in verband staan met = to be related (to/with) liefdadigheidsinstelling = charity op je gemak = at ease toneel = drama uiterst = extremely uitwisseling = exchange ordenen, uitzoeken = to sort out vak (op school) = subject vrijwillig = voluntary to appreciate = waarderen detention = nablijven (op school); nablijven to distract somebody = afleiden to draw up = opstellen moan = klagen, jammeren; klagen; jammeren to neglect = verwaarlozen (bouw)plaats = site eis, vereiste = requirement geschikt, passend = appropriate naar aanleiding van = with reference to verbeteren = to improve vwo = a school of pre-university education to adapt = (zich) aanpassen aan;aanpassen aan board = in de kost zijn/gaan;in de kost zijn; in de kost gaan to equip = uitrusten; toerusten registered = gediplomeerd
Ingezonden op 28-11-2016 - 1444x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
18-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!