Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Italiaans 2
› 3 Vocabolario 2 week 3 5.4, 4.1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Italiaans 2
3 Vocabolario 2 week 3 5.4, 4.1
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
vestire = zich kleden, aankleden il vestiario = de kleding, de garderobe rinnovare = vernieuwen il sentimento = het gevoel, het sentiment l'amore (m) = de liefde amare = houden van, liefhebben gli amanti (pl) = de minnaars l'affetto = de genegenheid affettuoso, a = liefdevol, hartelijk riempire = (ver)vullen la gioia = de vreugde, de blijdschap l'emozione (f) = de emotie, de ontroering, de opwinding evitare = vermijden, besparen improvviso, a = onverwacht, plotseling l'animo = het hart, de geest, het gemoed lo stato d'animo = de gemoedstoestand la simpatia = de sumpathie, de genegenheid nobile = nobel garbato, a = beleefd, voorkomend simpatico, a = sympathiek, aardig simpazzare = elkaar aardig vinden, waardering voelen voor la passione = de passie, de hartstocht passionale = hartstochtelijk, geestdriftig il calore = de hartelijkheid, de warmte, het enthousiasme caloroso, a = warm, hartelijk godere = genieten appassionato, a = hartstochtelijk, vurig, gepassioneerd spasimare = smachten la stima = de achting, de waardering Con la massima stima = Hoogachtend stimare qc/qu = iets/iemand waarderen/hoogachten l'apparenza = de schijn, het uiterlijk apparire = lijken, blijken piacere = bevallen, leuk/prettig/lekker vinden benvisto, a = gezien, bemind, geliefd ammirare = bewonderen l'ammirazione (f) = de bewondering disprezzare qc/qu = iets/iemand verachten/minachten il disprezzo = de minachting, de geringschatting temere = vrezen, bang zijn voor sfogarsi = zijn hart luchten, zich uitleven lo sgarbo = de ongemanierdheid, de onbeleefdheid sgarbato, a = lomp, onbeschoft odiare = haten, een grote helek hebben aan l'invidia = de afgunst, de jaloezie invidare qu per qc = jaloers zijn op iemand om iets, iemand benijden om iets invidioso, a = jaloers, afgunstig antipatico, a = onsympathiek, antipathiek l'antipatia = de afkeer, de hekel il risentimento = de wrok, de rancune lo schifo = de weerzin, de walging schifoso, a = weerzinwekkend, vies, lelijk l'orrore (m) = de afschuw, het afgrijzen orrendo, a = afschuwelijk, verschrikkelijk l'odio = de haat, de sterke afkeer odioso, a = verschrikkelijk, gehaat, hatelijk lo schiaffo = de klap, de draai om de oren schiaffeggiare = een draai om de oren geven, een klap in het gezicht geven far arrabbiare = kwaad maken arrabbiarsi = kwaad worden, zich boos maken arrabbiato, a = boos, kwaad furioso, a = woedend, razend incavolarsi = kwaad worden incavolato, a = kwaad, nijdig la sensazione = de gewaarwording, het (innerlijk) gevoel sensazionale = opzienbarend, ongelofelijk provare = voelen la nostalgia = de heimwee nostalgico, a = nostalgisch la voglia = de zin, het verlangen svogliato, a = lusteloos, met tegenzin la paura = de angst l'istinto = het instinct istintivo, a = instinctief, impulsief il senso = de zin, het gevoel suscitare = (op)wekken, veroorzaken la provocazione = de provocatie provocare = veroorzaken, oproepen provocatorio, a = provocerend il provocatore, la provocatrice = de provocateur geloso, a = jaloers, afgunstig la gelosia = de jaloezie commuovere = ontroeren, aangrijpen commosso, a = ontroerd, aangedaan grato, a = dankbaar la gratitudine = de dankbaarheid la vergogna = de schaamte, schande vergognarsi di = zich schamen voor vergognoso, a = beschaamd, schuchter, schandelijk il rimorso = de wroeging, het berouw, de spijt triste = verdrietig, treurig, bedroefd la tristezza = de treurigheid, de naargeestigheid l'imbarazzo = de verlegenheid, het onbehagen imbarazzare = in verlegenheid brengen imbarazzante = pijnlijk, gĂȘnant il complesso (d'inferioritĂ ) = het (minderwaardigheids)complex pentirsi di = berouw hebben van, spijt hebben van il pentimento = het berouw, de spijt commuoversi = ontroerd raken, ontroerd zijn la commozione = de ontroering, de bewogenheid l'aspettativa = de verwachting la delusione = de teleurstelling deluso, a = teleurgesteld la confusione = de chaos, de drukte, de verwarring confuso, a = verward, warrig, onduidelijk indifferente = onverschillig l'indifferenza = de onverschilligheid
Ingezonden op 29-11-2016 - 261x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
09-12-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!