Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
hoofdstuk
› 59 28/29
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
hoofdstuk
59 28/29
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
frequens, frequentis = talrijk; massaal; in grote getale ut = dat; opdat; om te; zodat obsecrare = smeken; bezweren ne = dat niet; opdat niet; om niet te maritus = echtgenoot; man se abstinere = zich onthouden adiungere, adiunxi, adiunctus = toevoegen; verbinden; aansluiten pernicies = ondergang avertere, averti, aversus = afwenden; verdrijven brevi = spoedig daarna; kort daarna agmen, agminis = troep; schare; stoet deducere = wegvoeren; wegbrengen familiaris = vertrouwd; bevriend; vertrouweling; vriend coniunx, coniugis = echtgenoot; echtgenote utrum = of an = of (dat) captivus = krijgsgevangene senectus, senectutis = ouderdom infelix, infelicis = ongelukkig gignere, genui, genitus = baren; voortbrengen alere, alui, altus = voeden; grootbrengen vastare = verwoesten conspectus = zicht; aanblik intra = binnen domus = huis pergere, perrexi, perrectum = doorgaan denique = ten slotte; uiteindelijk obscurus = donker; duister cernere = onderscheiden; zien lumen, luminis = licht parcus = zuinig; spaarzaam interdum = soms; af en toe aurum = goud magnitudo, magnitudinis = grootte; omvang novem = negen manus = hand; handvol; schare qui, quae, quod? = welke?; welk? aedis = tempel; huis at = maar avaritia = hebzucht; gierigheid senatus = senaat eripere, eripui, ereptus = ontrukken; afnemen arcere = afweren; afhouden; tegenhouden necesse est = het is nodig traicere, traieci, traiectus = overzetten; oversteken contra = tegen finis = grens; einde; doel fines (mv) = gebied instituere, institui, institutus = beginnen; onderwijzen castra = legerkamp dignitas, dignitatis = waardigheid; aanzien neglegere, neglexi, neglectus = verwaarlozen; zich niet bekommeren om miles, militis = soldaat postulare = eisen; verlangen adducere, adduxi, adductus = brengen/leiden naar; ertoe brengen/bewegen amicitia = vriendschap odium = haat
Ingezonden op 29-11-2016 - 856x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!