Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
-Frans Evantail-junior - En action - 6de leerjaar
› 32 Il a mal aux dents !
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
-Frans Evantail-junior - En action - 6de leerjaar
, deel 12
32 Il a mal aux dents !
Jaar 6 (basisschool)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
une bouche = een mond un bras = een arm une dent = een tand un dos = een rug un genou = een knie des genoux = knieën s'amuser = zich amuseren fermer = sluiten courir = lopen; rennen je cours = ik loop tu cours = jij loopt il court = hij loopt ouvrir = openen; opendoen j'ouvre = ik open; ik doe open tu ourvres = jij opent; jij doet open il ouvre = hij opent; hij doet open un livre intéressant = een interessant boek une leçon intéressante = een interessante les un bureau fermé = een gesloten bureau; een gesloten kantoor une fenêtre fermée = een gesloten raam un pot ouvert = een geopende pot; een open pot une bouteille ouverte = een geopende fles; een open fles un mauvais fauteuil = een slechte zetel une mauvaise chaise = een slechte stoel une tête = een hoofd une oreille = een oor un cheveu = een haar des cheveux = haren un nez = een neus un oeil = een oog des yeux = ogen une main = een hand un doigt = een vinger un ventre = een buik une jambe = een been un pied = een voet Je ferme les yeux. = Ik sluit mijn ogen. Qu'est-ce que tu as dans les mains ? = Wat heb je in je handen ? René a mal à la jambe. = René heeft pijn aan zijn been. Tu peux venir chez moi. = Je mag bij mij komen. Je ne vais pas chez An sans toi. = Zonder jou ga ik niet naar An. J'habite près de lui. = Ik woon vlakbij hem. Je reste à côté d'elle. = Ik blijf naast haar. Tu peux jouer avec nous ! = Je mag met ons spelen. On va être là avant vous. = We gaan daar voor jullie zijn. Voici un cadeau pour vous. = Ziehier een geschenk voor u.; Hier is een geschenk voor u. Il est derrière eux ! = Hij is achter hen ! L'ordinateur est devant elles. = De computer staat voor hen.
Ingezonden op 03-12-2016 - 1006x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!