Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
lmkr
› 49
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
lmkr
hoofdstuk 49
Jaar 69 (basisschool)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
dux = leider bellum = oorlog; oorlo iusseramus = wij hadden bevolen, iubere; wij hadden beveelt; wij hadden beloofd iusserare; wij hadden bevolen iuber monere = waarschuwen; waarschuwene nuntiabat = hij berichtte, nuntiare; hij berichtte aura = lucht pervenitis = jullie bereiken, pervenire licet mihi = het staat mij vrij; het is mij vrij fatum = lot obstare = in de weg staan petere (3x) = zoeken, vragen, trachten te bereiken iussum = bevel paraveramus = wij hadden klaargemaakt, parare; wij hadden voorbereid parare; wij hadden klaargemaakt parere fugere = vluchten bene = goed; goedf accipiunt = zij ontvangen, accipere invitavisse = uitgenodigd hebben, invitare; uitgenodigd invitare error = zwerftocht narraverant = zij hadden verteld, narrare; zij hadden gesproken narrare devenire = terechtkomen; terechtgekomen orare = smeken propter + ? = wegens + acc odi = haten; haat postquam = nadat laesistis = jullie hebben gekwetst, laedere tacuerant = zij hadden gezwegen, tacere; zij hadden gezwegen tacuere negare (2x) = weigeren, ontkennen conubium = huwelijk promisimus = wij hebben beloofd, promittere hodie = vandaag apparuisti = jij bent verschenen, apparere; jij verscheen apparere; jij bent verschenen appare sinere = toestaan cogere = dwingen; dwingne invitus = tegen zijn zin perpetuus = eeuwig redactus = teruggebracht, redigere munitio, munitionis = vestingwerk; vestiging; vestigingwerk premere 2x = drukken, in het nauw brengen nisi 2x = als niet, tenzij valetudo, valetudinis = gezondheid accesserat = hij was gegaan naar, accedere; hij was gegaan naar accesere; jij was gegaan naar accedere accedebant = zij gingen naar, accedere; zij ginge naar accedere flent = zij wenen, flere custos, custodis = wachter invidia = jaloezie adducam = ik zal brengen (tot), adducere; ik was brengen tot adducere provincia = provincie positus = neergezet, ponere; geplaatst ponere fines mv = gebied subices = jij zult onderwerpen, subicere; jij zal onderwerpen subicere servitus, servitutis = slavernij inopia = gebrek denique = tenslotte toleravero = ik zal hebben verdragen, tolerare; ik zal hebben weerstaan tolerare excessi = ik ben naar buiten gegaan, excedere excedere + ? (2x) = naar buiten gaan, gaan uit + abl libertas, libertatis = vrijheid adductus = gebracht (tot), adducere; gebracht to adducere similis, similis = gelijk potens, potentis = machtig maiores mv = voorouders redigiens = terugbrengend, redigere; teruggebracht redigere respicimus = wij kijken terug, respicere aetas, aetatis = leeftijd offertur = hij wordt aangeboden, offerre; hij wordt aangeboden offerere suscipit = hij neemt op zich, suscipere necessitas, necessitatis = noodzaak; noodzakelijk causa + gen = wegens communis, communis = gemeenschappelijk cedere 2x + = gaan, wijken voor + dat missus = gestuurd, mittere princeps, principis = eerste producimur = wij worden naar voren geleid, producere productus = naar voren geleid, producere proieci = ik heb naar voren geworpen, proicere suscepi = ik heb op me genomen, suscipere; ik neem op me suscipere comprehendere = grijpen atque = en proicere = naar voren werpen signum 2x = teken, veldteken fieri 3x = gebeuren, worden, gemaakt worden; gebeuren worden geboren worden alius…alius = de een…de andert; de een de ander vivus = levend; levensd reliquus = overig discedere = uiteengaan militaris, militaris = militair- incolumis, incolumis = ongedeerd Gallus 2x = Galliër, Gallisch; gallier; galliër gallisch arx, arcis = burcht copiae mv = troepen numerus = aantal captus = genomen, capere interfectus = gedood, interficere civitas, civitatis 2x = burgerij, stad discessimus = wij zijn uiteengegaan, discedere fuga = vlucht
Ingezonden op 06-12-2016 - 602x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!