Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Toeristischfrans
› 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Toeristischfrans
, deel 2
hoofdstuk 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Jeugdherberg=Une auberge de jeunesse (vakantie)club=Un club (de vacances) Vakantieappartement/-huis=Un appartement/une maison de vacances Vrij=Libre Vol (geboekt)=Complet, -ète Kamer=Une chambre Eenpersoonskamer=Une chambre simple Tweepersoonskamer=Une chambre double Sleutel=Clé (clef) Bed=Le lit Tweepersoonsbed (met één groot matras)=Un grand lit Lits-jumeaux (twee persoonsbedden naast elkaar of samen gevoegd)=Des lits jumeaux Extra bed=Un lit supplémentaire Huren=Louer (gehuurd) vakantiehuis(je)=Une location Categorie=La catégorie Comfort=Confort Een kamer met alle comfort=Une chambre tout confort Comfortabel=Confortable Luxe=Le luxe Luxehotel=Un hôtel de luxe Ster=Une étoile Een driesterrenhotel/-restaurant=Un hôtel/restaurant 3 étoiles Badkamer=Une salle de bains Douche=Une douche We hebben kamers met/zonder douche.=Nous avons des chambres avec/sans douche. Een douche nemen, douchen=Prendre une douche Zich douchen=Se doucher Wastafel=Un lavabo Toilet=Les W.-C. m Terras=Une terrasse Balkon=Un balcon Uitkijken op=Donner sur Rustig=Calme Lawaaiig, rumoerig=Bruyant,e + le bruit Centraal=Central,e Zwembad=Une piscine Receptie=La réception Lounge=Le hall Lift=L’ascenseur m Halfpension=En demi-pension Volpension=En pension complète Ontbijt=Le petit déjeuner Restaurant=Le restaurant Bediening=Le service Personeel=Le personnel Camping=Le camping Kampeerterrein=Un terrain de camping Kamperen=Faire du camping Wildkamperen is hier verboden.=Le camping sauvage est interdit ici. Kamperen=Camper Tent=Une tente De tent opzetten=Monter la tente Caravan=Une caravane Huwelijksreis=Un voyage de noces Hoogseizoen=La pleine saison Buiten het seizoen, in het laagseizoen=Hors saison Begeleid(st)er=Un,e accompagnateur, -trice Iemand begeleiden=Accompagner qn Touroperator=Un voyagiste/un tour opérateur Cruise=Une croisière Aan boord gaan=S’embarquer Van boord gaan=Débarquer De haven binnenlopen/aandoen=Faire escale Het opstijgen=Le décollage Opstijgen=Décoller Landing=L’atterrissage m Landen=Atterrir Middellandse Zee=La Méditerranée Atlantische Oceaan=L’(océan) Atlantique m Het Kanaal=La Manche Noordzee=La mer du Nord Oostzee=La mer Baltique Natuurpark, natuurreservaat=Un parc naturel Zich ontspannen=Se détendre Zich ontspannen, relaxen=Se relaxer Zonnebrand=Un coup de soleil Zonnesteek=Une insolation In de volle zon=En plein soleil Zonnebril=Les lunettes de soleil Zonnebrandcrème=L’ambre solaire m Bruin worden=Bronzer Het bruin worden; bruine kleur (v/d huid, v/d zon)=Le bronzage Excursie, tocht=Une excursion Een bergtocht maken (per auto, te voet)=Faire une excursion en montagne (trek)tocht=Une randonnée Een wandeltocht maken=Faire une randonnée à pied Een fietstocht maken=Faire une randonnée à bicyclette Pad=Un sentier Hotel=Un hôtel (familie)pension=Une pension (de famille) Camper, kampeerauto=Un campingcar Hotelwezen, hotellerie=L’hôtellerie f Hotelhoud(st)er=Un,e hôtelier, -ière Onderdak=Le logement Kamer=Une chambre d’hôte Chalet=Un chalet Vakantiehuisje op het platteland=Un gîte rular Vaste prijs=Un prix foraitaire Overnachting=La nuit(ée) Rekening=La note De rekening overhandigen=Présenter la note Zomergst(e)=Un,e estivant,e Vakantieoord/-plaats=Une station Badplaats=Une station balnéaire Wintersportplaats=Une station de sports d’hiver Vakantiekamp=Une colonie de vacances; une colo fam Restaurant=Un restaurant Hotel-restaurant=Un hôtel-restaurant Bar=Un bar Café, kroeg=Un café Baas/bazin=Un,e patron,ne Chef(fin)=Un,e chef Kok(in)=Un,e cuisinier, -ière Ober=Garçon Ober, kelner/serveerster=Un,e serveur, -euse Iemand bedienen/iets serveren=Servir qn Klant=Un,e client,e De klanten=La clientèle Gast=Un,e consommateur, -trice Consumptie, drankje=Une consommation Gastronomie=La gastronomie Gastronomisch=Gastonomique Specialiteit=Une spécialité Typisch voor=Typique de Lokaal, plaatselijk=Local Proeven=Goûter Proeven; genieten van=Déguster Proeverij=Une dégustation Menu; menukaart=Le menu Kaart=La carte Een wijnkaart=La carte des vins Gerecht, schotel=Un plat
Ingezonden op 11-12-2016 - 126x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!