Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Toeristischfrans
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Toeristischfrans
, deel 1
hoofdstuk 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Met iemand vertrekken/meegaan=Partir avec qn Vertrek=Le départ Bestemming=La destination Aankomen=Arriver Aankomst=L’arrivée Passagier=Un,e passager, -ére Conducteur/conductrice=Un,e côntroleur, -euse Controle=Un controle Loket=Un guichet Kaartje, ticket=Un billet Treinkaartje/vliegticket=Un billet de train/ d’avion Zijn kaartje meestempelen (in een automaat)=Composter son billet Enkele reis=Un aller simple Retour=Un aller-retour/ un aller et retour Toeslag=Un supplément Trein=Un train Sneltrein=Un train rapide Rechtstreekse trein=Un train direct Met de trein reizen=Voyager en train De trein missen=Rater fam/manquer le train TGV; HSL (hogesnelheidstrein)=Le TGV (train à grande vitesse) De TGV nemen, met de TGV=Prendre le TGV In de TGV stappen=Monter dans le TGV Uit de TGV stappen=Descendre du TGV Aansluiting=La correspondance (pour) Station=Une gare Perron=Un quai Spoor =Une voie De trein naar Bordeaux vertrekt van spoor 12=Le train pour Bordeaux partira de la voie 12 Een metrostation=Une station de métro Een busstop=Un arrêt de bus Klas(se)=La classe Eersteklas reizen=Voyager en première (classe) De tweedeklas zit stampvol=La seconde (classe) est bondée Dienstregeling=L’horaire m Vertraging=Le retard Wagon, rijtuig=Une voiture Coupé =Un compartiment Wagon-lit, slaaprijtuig=Un wagon-lit Couchette =Une couchette Restauratierijtuig=Un wagon-restaurant Vliegtuig=Un avion m Het vliegtuig nemen, met het vliegtuig gaan=Prendre l’avion Luchthaven=Un aéroport m Vliegen=Voler Vlucht=Un vol Schip=Un bateau Veer(boot)=Un ferry (-boat) Haven =Un port Jachthaven=Un port de plaisance Aan boord=À bord Varen op een zeiljacht=Naviguer à bord d’un voilier Zeeziek zijn=Avoir le mal de mer Touringcar, bus=Un car De bus naar Nîmes nemen=Prendrele car pour Nîmes Autosnelweg=Une autoroute Tolweg=Une autoroute à péàge Plek, terrein=Une aire Rust-/picknickplaats=Une aire de repos/ de pique-nique Vakantie=Les vacances Prettige vakantie!=Bonnes vacances! Vakantie nemen=Prendre des vacances Zijn vakantie doorbrengen in de VS=Passer ses vacancesaux Etats-Unis Vakantiegang(st)er=Un,e vacancier, -ière Verlof, korte vakantie=Le congé Een vrije dag nemen= Prendre un jour de congé Toerist(e)=Un,e touriste Toerisme =Le tourisme Toeristenindustrie=L’industrie du tourisme Reis=Un voyage Op reis gaan=Partir en voyage Pakketreis, georganiseerde reis=Un voyage organisé Reizen=Voyager Reizig(st)er=Un,e voyageur, -euse Toer, wandeling, trip=Un tour Tochtje=Un circuit Een tochtje maken door het Centraal Massief=Faire un circuit à travers le Massif central Verblijf=Un séjour Reisbureau=Une agence de voyage VVV-kantoor (de ‘syndicats’ zijn doorgaans gevestigd in plattelandsgemeenten en geven lokale informatie)=Un syndicat d’initiative Wendt u zich tot de VVV=Adressez-vous au syndicat d’initiative VVV-kantoor (de ‘offices’ zijn breeder opgezet dan de ‘syndicats’ en vormen een nationaal netwerk)=Un office de/du tourisme (reis)plan=Un projet (de voyage) Inlicchting=Un renseigenement Informatie vragen over iets, informeren naar iets=Se renseigner sur qc Inlichting=Une information Informeren naar=S’informer de/sur Catalogus=Un catalogue Prospectus, folder(tje)=Un prospectus Iemand iets aanbevelen=Recommander qc à gn Reisdocumenten, reisbescheiden=Les documents de voyage m Reserveren=Réserver Reservering=Une réservation Annuleren=Annuler Handbagage=Les bagages à main m Koffer=Une valise Zijn koffer in-/uitpakken=Faire/ défaire sa valise Tas=Un sac Rugzak =Un sac à dos Voorbereiden, klaarmaken=Préparer Voorbereidingen=Les préparatifs m Lijst=Une liste (reis)gids=Un guide Wegenkaart=Une carte routière Route =Un itinéraire Vertrekken (naar)=Partir (pour) Ze is naar Nieuw-Caledonië (vertrokken)=Elle est partie pour la Nouvelle-Calédonie Alleen vertrekken/gaan=Partir seul,e Identiteitskaart=Une carte d’identité Paspoort=Un passeport Geldig=Valable Verlopen=Périmé,e Visum=Un visa Grens=Une frontière Douane =La douane Door de douane gaan=Passer le douane Douanebeambte=Un douanier Iets aangeven=Déclarer qc Fouilleren, doorzoeken=Fouiller Land=Un pays Regio, streek=Une région Buitenlander/buitenlandse; buitenlands=(un,e) étranger, -ère Buitenland=L’étranger m Internationaal=International,e Iets bezoeken/bezichtigen=Visiter qc Bezoek, bezichttiging=Une visite Bezoek(st)er=Un,e visiteur, -euse Ontdekken=Découvrir Ontdekking=Une découverte Avontuur=Une aventure Souvenir=Un souvenir Souvenirwinkel=Un magasin de souvenirs Zee=La mer Een huis met uitzicht op zee=Une maison avec vue sur la mer Strand=La plage Zand=Le sable Zwemmen=Se baigner Zwempartij; zwemplaats=La baignade Rust=Le repos Uitrusten=Se reposer Platteland=La campagne Berg, gebergte=La montagne Sneeuw=La neige Deze winter is er veel sneeuw gevallen=Il est tombé beaucoup de neige cet hiver
Ingezonden op 11-12-2016 - 217x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!