Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
FransHet4eParijs
› 4 Ik woon
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
FransHet4eParijs
4 Ik woon
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Ik woon in Nederland. = J'habite aux Pays-Bas. Het is een klein land. = C'est un petit pays. Het ligt in het noordwesten van Europa. = C'est dans le nord-ouest de l'Europe. Aan de Noordzee. = Au bord de la Mer du Nord. Wij wonen in de hoofdstad, Amsterdam. = Nous habitons la capitale, Amsterdam. Ik woon in een klein dorp, vlakbij de Belgische grens. = J'habite un petit village, près de la frontière belge. Dat ligt in het zuiden van het land. = C'est dans le sud du pays. Ik woon in het centrum van de stad. = J'habite au centre ville. Ik woon in een rustige buurt. = J'habite dans un quartier calme. de wedstrijd = le match de training = l'entraînement fietsen = faire du vélo het zwembad = la piscine de sportzaal = la salle des sports de vakantie = les vacances (v) tijdens = pendant doorbrengen = passer de zee = le mer het strand = la plage in de stad = en ville (v) de zomer = l'été (m) de winter = l'hiver (m) bezoeken = visiter het buitenland = l'étranger (m) kamperen = faire du camping kijken naar = regarder luisteren naar = écouter spelen = jouer de film = le film de tv = la télévision de computer = l'ordinateur (m) het spel = le jeu het mobieltje = le portable de muziek = la musique de zanger = le chanteur verschrikkelijk = terrible kalm = calme cool = cool gaaf = super stom = bête lelijk = moche gewelddadig = violent romantisch = romantique interessant = intéressant Ik woon in een groot huis. = J'habite dans une grande maison. Het heeft 5 kamers. = Il y a 5 pièces. Ik heb een eigen kamer. = J'ai ma chambre à moi. Wat staat er in je kamer? = Qu'est-ce qu'il y a dans ta chambre? In mijn kamer staat een bed, een bureau etc. = Dans ma chambre, il y a un lit, un bureau etc. mijn stad = ma ville mijn dorp = mon village het noorden = le nord het zuiden = le sud het centrum = le centre het oosten = l'est het westen = l'ouest mijn wijk = mon quartier het winkelcentrum = le centre commercial de stoel = la chaise het bureau = le bureau de wekker = le réveil thuis = chez moi, à la maison mijn kamer = ma chambre het bed = le lit de tafel = la table
Ingezonden op 19-12-2016 - 787x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!