Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans woordenschat 1RPR PXL 2016-2017
› 5 vocabulaire juridique A-I
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans woordenschat 1RPR PXL 2016-2017
, deel 4
5 vocabulaire juridique A-I
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
een overspel = un adultère een rechtzaak = une affaire; une cause een zitting = une audience aanwezig zijn op de zitting = être présent à l'audience een minnelijke schikking = un arrangement à l'amiable een besluit = un arrêté een koninklijk besluit (KB) = un arrêté royal (AR) een ministerieel besluit = un arrêté ministériel een arrest = un arrêt arresteren, aanhouden = arrêter quelqu'un een arrestatie, een aanhouding = une arrestation een beroep = un appel in hoger beroep gaan = faire appel een advocaat = un avocat een advocaat-generaal = un avocat général de dader van een misdrijf = l'auteur d'une infraction een huurcontract = un bail; un contrat de location; un contrat de louage de balie = un barreau de stafhouder = le bâtonnier een zaak = une cause een burgelijke zaak = une cause civile een strafzaak = une cause pénale een raadgeving, een advocaat = un conseil een raadsheer = un conseiller op tegenspreek berustend = contradictoire een tegensprekelijke vonnis = un jugement contradictoire een uitspraak bij verstek = un jugement par défaut verbeken = casser vernietiging, verbreking = la cassation in cassatie gaan = se pourvoir en cassation het cassatieberoep = le pourvoi en cassation een bevoegdheid = une compétence de rechter die bevoegd is in deze zaak = le juge compétent dans cette matière een kamer van de rechtbank = une chambre du tribunal de burgerlijke kamer = la chambre civile de correctionele kamer = la chambre correctionnelle de jeugdkamer = la chambre de jeunesse een geschil = une contestation een veroordeling = une condamnation veroordeeld worden tot een straf = être condamné à une peine besluiten = conclure in gebreke blijven van te besluiten = rester en défaut de conclure de conclusies = les conclusions de conclusies opstellen = rédiger les conclusions de conclusies neerleggen = déposer les conclusions in gebreke blijven van te besluiten = rester en défaut de déposer ses conclusions de sluiting = une clôture de sluiting van de debatten = la clôture des débats iemand dagvaarden = citer; assigner quelqu'un een dagvaarding = une citation; une assignation de vaststelling = une constatation een vaststelling van iets wat je ziet = une constatation een officiële vaststelling door een bevoegde persoon = un constat de vaststelling van overspel (door deurwaarder) = un constat d'adultère (par l'huissier) de vaststelling van faillissement (door rechter) = un constat de faillite (par le juge) de vaststelling door de politie gemaakt = un constat de police een hof = un cour een rechtbank = un tribunal de beslissing = une décision een omstreden beslissing = une décision contestée een schadeloosstelling, een schadevergoeding = un dédommagement; une indemnisation de vordering, een eis, verzoek = un demande een verzoek tot echtscheiding = une demande en divorce het gebrek, de fout - of - het verstek = un défaut verstek laten gaan = faire défaut iemand in gebreke stellen = mettre en défaut bij verstek veroordeeld zijn = être condamné par défaut de eisende partij = un demandeur; une demanderesse iemand in gebreke stellen = mettre quelqu'un en demeure de verwerende partij = un défendeur; une défenderesse een geschil = un différend een onteigening = une expropriation een proces beginnen = entamer un procès een exploot, betekening = un exploit een executie - of - een uitvoering = une exécution een gedwongen uitvoering = une exécution forcée beroep aanteken = faire appel contre een faillissement = une faillite failliet gaan = faire faillite failliet zijn = être en faillite een rechtsdag vastleggen = fixer une affaire het vastleggen van de dag waarop de zaak behandeld wordt = la fixation de l'affaire op heterdaad = en flagrant délit een griffier = un greffier de griffie = le greffe een gerechtsdeurwaarder = un huissier de justice een zitting met gesloten deuren = une audience à huis-clos een publieke zitting = une audience publique een gerechtelijk onderzoek = une instruction een onderzoeksrechter = un juge d'instruction
Ingezonden op 23-12-2016 - 458x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!