Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
EricLeertSpaans
› 16 Werkwoorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
EricLeertSpaans
, deel 1
16 Werkwoorden
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aaien; koesteren; liefkozen; strelen = acariciar aanbevelen = recomendar aankomen; arriveren = llegar aanraken; raken; beroeren = tocar aanwenden; gebruiken; toepassen = utilizar accepteren = aceptar achten; van mening zijn; vinden (mening) = opinar afbreken; breken; kapot maken = romper afsluiten; beëindigen = terminar afsluiten; dichtmaken; sluiten = cerrar afwegen; wegen = pesar annuleren = anular antwoorden; reageren = responder beginnen; starten = empezar begrijpen = comprender bekijken; kijken; nakijken = mirar beloven; toezeggen = prometer beminnen; houden van; liefhebben = amar benzine tanken = tomar gasolina beoefenen; oefenen; trainen = practicar beperken; inpakken; limiteren; omringen = envolver bereiken; verkrijgen = conseguir besluiten; herinneren aan; overeenkomen; instemmen = acordar besproeien; bespuiten; bevloeien; irrigeren = regar besteden; gebruiken; uitgeven = gastar bestellen; verzoeken; vragen = pedir betalen; afrekenen; voldoen = pagar betreden; binnenkomen; binnengaan = entrar bevelen; opruimen; ordenen = ordenar bevestigen; beamen = confirmar bevrijden; halen; laten zien; weghalen; opnemen = sacar bewaken; surveilleren; waken = vigilar bezorgen;brengen = traer bijten; happen = morder blijven; verblijven = quedar bouwen; construeren = construir braden; poffen; roosteren; grillen = asar creëren; maken; scheppen = crear dalen; naar beneden gaan; neergaan; uitstappen = bajar dansen = bailar denken = pensar deponeren; inbrengen; storten = ingresar discussieren; argumenteren = discutir doceren; laten zien; leren = enseñar doen; maken = hacer doorgaan; vervolgen; voortzetten = continuar douchen = ducharse drinken = beber drogen; droogmaken = secar dromen = soñar duiken = bucear duren; meegaan; voortduren = durar een vraag stellen; vragen = preguntar egaliseren; strijken = planchar eten = comer exploderen; exploiteren; ontploffen; uitbuiten = explotar fluisteren = susurrar functioneren;werken = funcionar gaan = ir gaan staan; worden; zich kleden; zich plaatsen = ponerse gaan zitten; zitten = sentarse gaan; lopen; wandelen = caminar gapen; geeuwen = bostezar geven; aanreiken; overhandigen = dar glimlachen = sonreír goedkeuren = aprovar gooien; lanceren; werpen = lanzar grijpen; pakken; verrassen = coger groeien = crecer groeten; verwelkomen = saludar haasten = apresurarse hebben = haber hebben; bezitten; houden; moeten; vasthouden = tener helpen = ayudar herkennen; identificeren; inspecteren = reconocer hinderen; irriteren; storen = molestar horen = oír houden van; lekker vinden; lusten = apetecer huilen = llorar huren = alquillar jagen; vangen; achtervolgen = cazar kamperen; legeren = acampar kennen; weten = conocer kiezen; uitzoeken = elegir komen = venir kopen; aanschaffen = comprar kosten = costar kunnen; mogelijk zijn; aankunnen; in staat zijn = poder kussen; zoenen = besar lachen = reír landen; neerstrijken = aterrizar leggen; plaatsen; zetten = poner lenen; uitlenen; verlenen; geven = prestar leren = aprendar leven; wonen = vivir lezen = leer lijken; vinden (iets) = parecerse moeten; dienen = deber negeren = ignorar nemen; pakken = tomar omarmen; omhelzen = abrazar omdraaien; terugkeren = volver ondertekenen; signeren; tekenen = firmar ontbijten = desayunar ontspannen; relaxen; rustig worden = relajarse openen; open maken = abrir ophouden; pareren; stoppen; tegenhouden = parar opstaan; omhoog gaan = levantarse passeren; verstrijken; voorbijgaan = pasar praten; spreken = hablar proeven; uitproberen; behagen; bekoren;houden van = gustar racen; rennen; spoeden = correr regelen;oplossen;in orde maken;in orde komen = arreglar reizen = viajar repareren = reparar reserveren = reservar ruiken = olor schoonmaken; reinigen; stelen = limpiar schrijven = escribir skiën = esquiar slapen = dormir slepen = arrastrar sneeuwen = nivar spelen = jugar springen; overslaan = saltar stoppen; ophouden; pareren; stoppen; tegenhouden = parar strijden; vechten; worstelen = luchar studeren; bestuderen = estudiar sturen = mandar surfen = hacer surf tegenkomen; treffen; ontmoeten = encontrar tekenen = dibujar telefoneren = llamar; hacer una llamada tellen = contar terugkeren = regresar toestaan;vergunnen = permitir treuzelen; uitstellen; vertragen = tardar uitgaan; vertrekken; weggaan = salir uitleggen; toelichten = explicar uitnodigen = invitar uitrusten = descansar vastmaken = atar vergelijken = comparar vergeten = olvidar verkennen = explorar verkopen = vender vertellen = cantar verwelkomen = dar la bienvenida verzenden; versturen = enviar vieren = celebrar voelen = sentir wachten; hopen; verwachten = esperar wakker worden = despertarse wassen = lavar werken = trabajar weten; beheersen; kennen; kunnen; smaken; vernemen = saber willen; wensen; houden van = querer winkelen = hacer la compra wisselen;overstappen = cambiar zeggen; vertellen; spreken = decir zien = ver zijn; bestaan; komen uit; worden = ser zingen = cantar zoeken = buscar zwemmen = nadar
Ingezonden op 25-12-2016 - 571x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
31-03-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
werkwoorden, alleen de vertaling van hele werkwoorden, dus geen vervoegingen.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!