Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
biochemieII
› 8 signaal transductie en regeling metabole wegen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
biochemieII
8 signaal transductie en regeling metabole wegen
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Hoe worden processen geregeld in de cellen?= vnl via hormonen, of via MM kinetiek of via allosterie Hoe wordt een hormoon extra cellulair ook wel genoemd?= 1e boodschapper Hoe wordt een molecuul intracellulair ook wel genoemd?= 2e boodschapper Welke drie signaaltransductie wegen ken je ?= adenylyl cyclase weg, inositolfosfolipiden weg en receptor tyrosine kinase weg Welke twee gemeenschappelijke onderdelen hebben alle drie de wegen uit de transductie?= een G proteine transducer en een proteine kinase Welke onderdelen van de transductie vinden in de celmembraan plaats?= de membraan receptor voor de 1e boodschapper, de G proteine transducer en het effector enzym dat de 2e boodschapper aan gaat sturen Hoe verloopt de signaal transductie weg over het algemeen?= een externe stimulans (1 boodschapper) bindt op de receptor membraan, vervolgens vervormt de receptor en stuurt de transducer aan. De transducer heeft effect op het effector enzyme en dat effector enzyme stuurt de tweede boodschapper aan. Dan volgt er in de cel een nuclear effect en uiteindelijk een celresponse. Daarbij is proteine kinase nodig om cel respons te katalyseren Welke energie vorm wordt bij het hormoon receptor complex(fig 10.2a) gebruikt?= GTP (dus niet ATP) Leg fig 10.2 a het hormoon receptor complex uit?= alfa GDP met eraan B en Y gekoppeld wordt getriggerd door een 1e boodschapper, dan vallen B enY eraf en blijft alfa GTP over na activatie met GTP, dan kan door water toe te voegen het effector enzym wakker geschud worden, Pi splitst af.het effector enzym stelt dan 2e boodschapper vrij en aan alfa GDP bindt weer B en Y en wordt weer inactief Wat is de 2e boodschapper van de adenylyl cyclase weg?= Cyclisch adenosine mono fosfaat (Camp) Wat is het substraat van de adenylyl cuclase weg?= ATP Hoeveel CAMP moleculen zijn nodig om het proteine kinase te activeren in de adenylyl cyclase weg?= 4 Camp nodig Hoe wordt de adenylyl cyclase weg geinhibeerd?= door fosfodiesterase, zo wordt de 2e boodschapper camp vernietigd waardoor geen vrijstellen van de actieve plaatsen meer kan plaatsvinden Wat zijn voorbeelden van inhibitoren van de adenylyl cyclase weg?= xanthines en purines. Wat dient als substraat voor het effector enzym in de inositol fosfolipiden weg?=de fosfolipiden die in de plasma membraan zitten worden door effector enzym gebruikt om er tweede boodschapper uit te vormen Wat zijn de 2e boodschappers voor deze weg?= diacylglycerol (DAG) en IP3, daarnaast is calcium nodig om DAG te ondersteunen Hoe werken DAG calcium en ip3 samen?= door IP3 gaat er een calcium kanaal open waardoor calcium in kan stromen om DAG te ondersteunen Waarvoor staat DAG?= Diacyl clycerol Waarvoor staat PLC?= fosfo lipase C Wat is stap 1 van de inositol fosfolipiden weg?=1e boodschapper bindt op celmembraan en activeert ermee de transducer (proteine G complex) Wat is stap 2van de inositol fosfolipiden weg?= G proteine complex stimuleert PLC (fosfolipase C)(effector enzym) Wat is stap 3 van de inositol fosfolipiden weg?=PLC stimuleert PIP2 (inositol fosfolipide) Wat is stap 4 van de inositol fosfolipiden weg?=PIP2 stimuleert DAG en IP3 Wat is stap 5 van de inositol fosfolipiden weg?=IP3 opent calcium kanalen Wat is stap 6 van de inositol fosfolipiden weg?=DAG wordt extra ondersteunt door Ca en kan proteine kinase C stimuleren (4 DAGS nodig) Wat is stap 7 van de inositol fosfolipiden weg?=Proteine kinase C stimuleert de fosforylatie van een proteine wat een celrespons opwekt Hoe kan de inositol fosfolipiden weg geinhibeerd worden?= door fosfaat groepen af te knippen van IP3 met fosfatase, zo kan er geen ca kanaal open en kan DAG niet ondersteunt worden Wat is de belangrijkste 1e boodschapper van de receptor tyrosine kinase weg?= insuline. Heeft deze weg een G proteine transducer?= nee, dit is de enigste weg die er geen heeft Wat is het principe van de receptor tyrosine kinase weg?= er zijn twee receptors op de membraan, daar kan insuline op binden en vervolgens schuiven de receptors dichter naar elkaar toe. Dan vind er autofosforylatie plaats waardoor een gefosforyleerde ligand de fosforylatie van doeleiwitten kan katalyseren. Wat is het effector enzym van de receptor tyrosine kinase weg?= fosfatidyl inositol 3 kinase Kost auto fosforylatie atp?= ja Hoe werkt regeling via allosterie?= er zijn twee bindingsplaatsen, eentje voor het werkelijk substraat en eentje voor het alternatief. Het alternatief vernauwt de werkelijke bindingsplaats waardoor het werkelijke substraat niet meer past Wat is de reactie als er onderaan de keten teveel substraat wordt gevormt?= dat werkt inhiberend. Wat is de reactie als er bovenaan de keten teveel substraat wordt gevormt?= dan werkt dat activerend Wat is covalente modificatie?= dmv hormonen een activatie of inhibitie van het proces Welke hormonen spelen een rol bij covalente modificatie?= insuline, glucagon en adrenaline Welke hormonen werken samen?= adrenaline en glucagon, insuline is de tegenhanger ervan Wat is het effect van glucagon en adrenaline?= binden op de plasmamembraan van een cel met een glucagon receptor of B receptor op de lever of spier en activeren proteine kinase A en dat werkt activerend voor de glycogeen afbraak (glycogenolyse) Wat is het effect van insuline en ADR samen?= ADR bindt op alfa 1 receptor in de lever en insuline op de insuline receptor van vetcellen. ADR activeerd proteine kinase C en inhibeerd ermee de glycogeen synthese die insuline wil activeren. Via welke weg verloopt de transductie als proteine kinase A wordt geactiveerd door glucagon of ADR?= via adenylyl cyclase weg Welke doelcellen hebben glucagon receptoren?= enkel de lever! Wat doet ADR met de affiniteit voor insuline van receptoren?= ADR maakt celreceptoren ongevoelig voor insuline ADR kan op twee verschillende receptoren binden in verschillende weefsels, welke receptor in welk weefsel?= in de lever bind ADR op alfa 1 receptors en in spier en vetcel bindt ADR op B receptors. Via welke weg verloopt de transductie onder invloed van ADR in de lever?= via proteine kinase C dus weg 3 tyrosine kinase weg Welk hormoon werkt trager glucagon of ADR?= glucagon is minuten, ADR is seconden Waar wordt de controle van de glycolyse uitgevoerd?= op stap 1, 3, 10 Wat is het principe achter de controle van stap 1 glycolyse?= de glucose opname in de cel, in darm en nier gaat het via een symport met NA+ en in spier en vetweefsel via glut4 en de insuline receptor (weg 3) Welk substraat werkt inhiberend voor de 1e stap glycolyse?= glucose 6 p, als dat opstapelt wordt de glycolyse gestopt, in de lever is het fructose 6 p die inhiberend werkt. Geef 4 voorbeelden van allosterie voor stap 3 controle glycolyse?= inhibitie door citraat, inhibitie door ATP (minder belangrijk), inhibitie door PH daling in de spier (lactaat stapelt op suboptimale verbranding glycolyse stopt). Activatie door fructose 2,6 bisfosfaat (ipv fructose 1,6 bis fosfaat) Teken fructose 2,6 bisfosfaat in gesloten vorm?= zie aantekeningen Hoe werkt de activatie van stap 3 glycolyse door fructose 2,6 bis fosfaat?= als er teveel F1,6 bis P is dan wordt enzym fosfofructokinase 2 geactiveerd ipv 1 en zo wordt F 2,6 bis P gemaakt dit kan niet naar glycolyse dus glycolyse wordt geremd. Als dan F2,6 bis P weer teveel is wordt weer FFK1 geactiveerd en weer F1,6 bis P gemaakt wat wel weer naar glycolyse kan en dus glycolyse activeerd. Welk hormoon speelt voor stap 3 controle glycolyse in de covalente modificatie een rol?= glucagon speelt in lever belangrijke rol Wanneer komt glucagon vrij bij welke toestand van de bloedsuikerspiegel?= als het bloedsuiker daalt dan komt glucogon vrij Wat is het effect van glucagon op de glycolyse?= glucagon stopt de glycolyse want als bloedsuiker spiegel daalt moet je niet nog meer suiker afbreken in de glycoyse Hoe stopt glucagon de glycolyse?= glucagon vangt de pest molecule weg FFK2 waardoor FFK1 minder wordt geactiveerd en zo wordt er minder glycolyse gedaan, ook wordt de 2e fosfaat molecule van F2,6 bis P afgeknipt om zo te voorkomen dat de concentratie van F 2,6 bis P weer FFK1 activeert Hoe wordt stap 10 van de glycolyse geregeld?= covalent via glucagon (enkel in lever) en allosterisch (in alle weefsels) via fructose 1,6 bis P(activator) en acetyl coa, vrije vetzuren, Alanine of ATP als inhibitoren Hoe verloopt de covalente regeling van stap 10 glycolyse in de lever?= pyruvaat kinase wordt inactief gemaakt door er fosfaat aan te koppelen. Zo remt de glycolyse. Als via fosfatase de fosfaat weer wordt afgeknipt is de pyruvaat kinase weer actief en kan glycolyse verder. Wordt de krebscyclus beïnvloed door hormonen?= nee en ook de voorbereiding op krebs wordt niet geregeld door hormonen Welke stappen van de krebs worden geregeld?= stap 1,3 en 4 Hoe wordt de voorbereiding van de krebs geregeld?= eerst via complex 3 en 3 en later via E1 Welke stoffen regelen complex 3 van voorbereiding krebs?= veel NAD+ activeert de voorbereiding en veel NADH inhibeerd de voorbereiding via zwaaiarm 3 Welke stoffen regelen zwaaiarm 2 van de voorbereiding krebs?= veel vrij COA activeert de voorbereiding en veel Acetyl coa inhibeerd de voorbereiding via zwaaiarm2 Hoe wordt stap 1 krebs geregeld?=via atp maar is weinig belangrijke regelaar. Hoe wordt stap 3 krebs geregeld?= via isocitraat dehydrogenase. Veel NADH werkt inhiberend op krebs, weinig NADH werkt activerend. Calcium werkt activerend (bijna bij alle processen) Hoe wordt de oxidatieve fosforylering geregeld?= Via zuurstof, meer O2 werkt activerend en minder werkt inhiberend omdat het zonder O2 niet door kan gaan. Daarnaast ook NADH als regelaar. Welke rol speelt de NADH shuttle in regelen krebs?= NADH uit glycolyse heeft shuttle nodig om uit cytosol naar de mitos te raken. NADH uit krebs of B ox vetten zit als in mitos. Dus inhibeer je de shuttle dan inhibeer je ook via de glycolyse de krebs Hoe werkt de NADH shuttle?= dihydroxy aceton P wordt naar glycerol fosfaat omgezet met gebruik van NADH, de 2 e- worden overgedragen naar de shuttle, daar kan Q naar QH2 omgezet worden en is het in de mitos. Dat is prijs die je betaald, je kan niet naar complex 1 maar je moet naar 3 ox fos. Voor NADH afkomstig uit welk proces…. Is een NADH shuttle nodig?= enkel voor NADH uit de glycolyse want die zit in het cytosol ipv mitomatrix Hoe wordt het lipiden metabolisme geregeld?= via insuline en glucagon, bloedsuiker spiegel is bepalend! Wat is de werking van een hoog bloedsuiker op de lipogenese?= activerend! Wat is de werking van een laag bloedsuiker op de lipogenese?= inhiberend. Wat is het effect van insuline of het vetmetabolisme?= dan wordt de vetsynthese gestimuleerd en de vet afbraak geinhibeerd. Een hoog insuline level stimuleert ook de aanmaak van een bepaald uniek enzym voor de b ox vetten, welke is dat?= malonyl coa Wat doet malonyl coa in het vetzuur metabolisme?= malonyl coa inhibeert allosterisch de lipolyse (afbraak). Malonyl coa legt de carnitine shuttle stil en zo kan er geen vetverbranding plaats vinden want vet kan de mitos niet in. Teken malonyl coa?= zie aantekeningen Wat is het effect van ADR op vet metabolisme?= ADR activeert lipase in de vetcellen en stimuleert de lipolyse Wat gebeurt er als je lipase inhibeert?= kan geen vet afbraak meer plaats vinden je stimuleert er dus de lipogenese mee. Hoe wordt het aminozuur metabolisme geregeld?= enkel via michaelis menten. Az metabolisme is typisch reversiebel en heeft dus geen covalente of allosterische regeling nodig Welke reactie is wel irreversiebel en wordt dus sterk geregeld in AZ metabolisme?= aanmaak van glutamine uit glutamaat. Wat zijn inhibitors voor de omzetting van glutamaat naar glutamine?= veel glycine of alanine werken inhiberend. Daarnaast ook hoog AMP of CTP werkt inhiberend Welk enzym speelt een belangrijke rol in de glycogenolyse?= glycogeen fosforylase. Welk enzym speelt een belangrijke rol in de glycogenese?= glycogeen synthase. Welke drie hormonen zijn van invloed op glycogenolyse en glycogenese in de lever?= insuline (glycogenese ) glucagon en ADR (glycogenolyse) Welke twee hormonen zijn van invloed op glycogenolyse en glycogenese in de spier?= insuline (glycogenese ) en ADR (glycogenolyse) Wat betekend mutueel exclusief?= dat het een niet kan werken als het ander aan het werk is Welke moleculen activeren of inhiberen de glycogenolyse?= activatie via AMP. Inhibitie via atp en glucose 6 fosfaat Als fosforylase wordt geactiveerd door fosforylatie via glucagon en ADR welk proces wordt dan geactiveerd?= glycogenolyse Als fosforylase wordt gedeactiveerd door defosforylatie met fosfatase via insuline welk proces wordt dan geactiveerd?= glycogenese Welk hormoon is van invloed op de gluconeogenese?= glucagon want neogenese enkel in de lever! Wat is het effect van glucagon op glycolyse en gluconeogenese?= stimuleert neogenese en inhibeert glycolyse Welke stappen van de gluconeogenese worden er geregeld?= stap 1,2,9. 11 kan ook geregeld worden maar dan ben je wel min of meer al een beetje te laat eigenlijk Geef een voorbeeld van een activator en inhibitor die allosterisch stap 1 gluconeogenese regelen?= activator is pyruvaat carboxylase (via de vetten niet via de suikers!) via acetyl coa. Inhibitor is fructose 1,6 bis P via AMP en Fructose 2,6 bis P(pest molecule activeert glycolyse dus inhibeert de neogenese). Hoe wordt stap 2 covalent geregeld van de gluconeogenese?= wordt geactiveerd via PEP carboxylase kinase via glucagon. Hoe wordt de pentose fosfaat shunt geregeld?=via stap 1 glucose 6 p naar 6 fosfo gluconolacton Welke enzyme inhibeert of activeert de pentose fosfaat weg?= veel NADPH is inhibitor en weinig NADPH is activator
Ingezonden op 02-01-2017 - 980x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!