Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Antropologie
› 0 College 12
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Antropologie
0 College 12
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
In welke landen is de continentale filosofie geworteld? = De Franse en Duitse filosofische traditie. In welke landen is de analytische filosofie geworteld? = In de Engelse en Amerikaanse filosofische tradities. Wat zijn de verschillen tussen analytische filosofie en continentale filosofie? = De analytische filosofie is meer op de (resultaten van) wetenschap georiënteerd dan de continentale filosofie. Verder bestaat er binnen de analytische traditie geen wijsgerige antropologie maar, in plaats daarvan, de zogenaamde philosophy of mind. Zoals de naam al aangeeft, staat philosophy of mind in de traditie die de mens identificeert met zijn geest (mind). Het lichaam/geest dualisme speelt bijgevolg een belangrijke rol in de analytische traditie. De oplossingen voor dit dualisme worden veelal gezocht op het terrein van de wetenschap. Vanuit perspectief van de continentale wijsgerige antropologie schiet de analytische filosofie daarmee tekort omdat er weinig kritische reflectie is op de cartesiaans-kantiaans vooronderstellingen die tot en met nu het dualisme in stand houden, ook in de wetenschap. Van de andere kant is de kritische reflectie op relevant wetenschappelijk onderzoek een sterk punt van de analytische filosofie, en een zwakte van de continentale traditie waarin over het algemeen minder aandacht besteed wordt aan wetenschappelijke ontwikkelingen. Het onderzoek naar en de discussie rond Artificial life (AL) is daar een goed voorbeeld van. Dit is een terrein waarop, naast robotici, biologen, informatici en andere wetenschappers, vrijwel een analytische filosofen actief zijn. Op welk terrein zijn veel analytische filosofen actief? = Atrificial life (AL) Op welk terrein is de oplossing van het lichaam-geest dualisme gezocht in de jaren 60 en 70? = Van AI en computer. Wat is het probleem dat dualisme oproept? = De vraag hoe lichaam en geest kunnen interacteren. De vraag werd ten eerste gereduceerd tot de vraag naar de interactie van brain en mind, hersenen (materieel) en geest (immaterieel), en vervolgens vertaald in termen van respectievelijk hardware en software. Op welke aannamen is de computationalistische benadering gebaseerd? = Dat de menselijke cognitieve processen vergeleken kunnen worden met software in zoverre er in beide gevallen sprake is van informatieverwerkingsprocessen. En dat de hersenen vergeleken kunnen worden met computer hardware, of te wel, met een processor. Vandaar dat de conclusie dat menselijke cognitie en denken in principe zowel op organische hardware (hersenen) als artificiële hardware (computer) kan plaatsvinden. Va wie komt een van de bekendste argumenten tegen het computationalisme en wat voor argument is het? = Van analytisch filosoof John Searle. Het is het Chinese Room argument. Hij argumenteert dat mentale processen niet herleid kunnen worden tot computer programma’s (software) omdat mentale processen altijd een inhoud of semantische dimensie hebben die computerprogramma’s missen. Net als continentale filosofen wijzen ook de meest analytische filosofen reductionistische theorieën af. In het laatste geval gaat het dan om theorieën die de eigen aard van de mind reduceren, zoals materialistische theorieën die het bewustzijn herleiden tot louter Epifenomeen van de hersenprocessen. Noem een vaak aangevoerd algemeen argument tegen dit reductionisme? = Wanneer het bewustzijn louter een te verwaarlozen Epifenomeen van de hersenprocessen zou zijn, dan is in het licht van de evolutietheorie de vraag gerechtvaardigd waarom een dergelijk Epifenomeen vastgehouden is in de evolutionaire ontwikkeling van de hogere zoogdieren. Als het bewustzijn een verwaarloosbaar Epifenomeen is, waarom heeft deze ‘mutatie’ zich dan ontwikkeld tot een ‘adaptatie’, dat wil zeggen tot een blijvend kenmerk van de mens. Wat is adaptatie? = Blijvend kenmerk van de mens. Waarvoor heeft AI benadering deels plaats gemaakt? = Voor de nieuwe Artificial Life benadering die gebruik maakt van systeemtheorie. De systeemtheorie definieert leven als een systeem met twee kenmerken. Welke twee kenmerken zijn dit? = Het systeem is zelforganiserend (autopoietisch) en de interne organisatie maakt replicatie of reproductie mogelijk. En er bestaat altijd een informatie uitwisseling met de omgeving. Deze systeemtheoretische interpretatie van leven is van toepassing op zowel organisch als artificieel leven en maakt dus de continuïteit van organisch leven (de mens) en artificieel leven (robot) mogelijk. Wat is de evolutie in systeemtheoretische termen geïnterpreteerd? = Een proces van toenemende complexiteit van zichzelf reproducerende systemen, van meercellige organismen in de evolutionaire ‘oersoep’ tot, in de toekomst, superintelligente robots (robo superieur). Hoe gebruikt systeemtheorie het begrip emergentie? = Bij een zekere mate van complexiteit is bewustzijn een emergente eigenschap van levende systemen. Waarom liep AI onderzoek vast? = Ze probeerde kunstmatige intelligentie top-down te programmeren. Deze benadering faalde omdat het aantal mogelijke wederzijdse interacties tussen de instructies in een softwareprogramma bij een lineaire toename van het aantal regels code exponentieel toeneemt; met andere woorden, de programmeur wordt al snel geconfronteerd met een mate van complexiteit die onhanteerbaar is. Van welke aanpak gaat AL vanuit? = Van het bottom-up principe dat ontleend is aan de evolutietheorie. Hoe werkt de top-down aanpak? = Het aantal mogelijke wederzijdse interacties tussen de instructies in een softwareprogramma bij een lineaire toename van het aantal regels code neemt exponentieel toe. Hoe werkt de bottom-up aanpak? = Het is ontleend aan de evolutietheorie. Vergelijkbaar met het evolutionaire proces dat resulteert in steeds complexere organismen, worden artificiële entiteiten (robots) zo geprogrammeerd dat zij zich in een proces van – in dit geval – artificiële selectie verder ontwikkelen, dat wil zeggen, complexer worden. Een aantal filosofen verbinden met AL een speculatieve these dat robots de evolutionaire opvolgers zullen worden van de mens. Waarop is deze these gebaseerd? = De these is gebaseerd op een bepaalde interpretatie van evolutie. Het ontstaan van de mens en, in het verlengde daarvan, de ontwikkeling van wetenschap en techniek brengt een belangrijke verandering teweeg in het evolutionaire proces. Evolutie berust op blind toeval en is een proces van toenemende complexiteit en versnelling, dat wil zeggen, steeds sneller ontstaan en steeds complexere organismen. Wetenschap en techniek veroorzaken een belangrijke wending in het evolutionaire proces, omdat ze niet alleen in hoge mate de complexiteit en versnelling van het evolutionaire proces bevorderen, ze stellen ook in staat tot beheersing van het blinde toeval. Met andere woorden, met behulp van wetenschap en technologie kunnen mensen het evolutionaire proces als het ware overnemen, of artificieel voortzetten, door het creëren van een evolutionaire opvolger van de mens. Waarom veroorzaken wetenschap en techniek een belangrijke wending in het evolutionair proces? = Omdat ze niet alleen in hoge mate de complexiteit en versnelling van het evolutionaire proces bevorderen, ze stellen ook in staat tot beheersing van het blinde toeval. Met andere woorden, met behulp van wetenschap en technologie kunnen mensen het evolutionaire proces als het ware overnemen, of artificieel voortzetten, door het creëren van een evolutionaire opvolger van de mens. Het inefficiënte, zwakke menselijke lichaam met zijn messy wet chemistry wordt vervangen door efficiënte, onsterfelijke artificiële entiteiten met een intelligentie die de menselijke overstijgt. Deze posthumane wezens zijn vormen van artificieel leven omdat ze het vermogen tot reproductie en verdere evolutionaire ontwikkeling hebben. Wat is het belang van speculatieve antropologie? = Dat het interessante antropologische vragen oproept. Van welke harde fysieke wet van het organisch leven zijn emoties het gevolg? = Overlevingsdrang. Waarom kan Kismet (een robot) niets voelen en zal hij nooit gevoel ontwikkelen? = Hij is niet onderhevig aan de fysieke drang en stress van het overleven.
Ingezonden op 12-01-2017 - 1011x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!