Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Ethiek
› 0 College 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Ethiek
0 College 1
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
We hebben een historische en systematische inleiding. Wat is systematisch? = Wat nu speelt. Wat is Ethiek? = filosofische discipline die een praktische invalshoek heeft: Hoe moet ik leven, wil dat leven de moeite waard zijn? Hoe moet ik handelen, wil dat handelen goed en rechtvaardig zijn. Waarom is ethiek een praktische invalshoek? = Omdat denken over wat goed is bijdraagt aan een praktisch leven, maar onze persoonlijke ideeën spelen daar ook in mee. Wat is het verschil tussen ethiek en moraal? = Moraal is de normen en waarden die in een bepaalde groep of cultuur heersen. Kunnen impliciet of expliciet. De heersende morales. Ethiek is onderzoek naar heersende moraal en wat mensen feitelijk vinden. Wat is ethisch onderzoek naar moraal anders dan sociologisch onderzoek? = Bij ethiek kijk je niet alleen naar wat moraal is, maar ook naar hoe het zou moeten zijn. Zou het wel zo moeten zijn zoals het is? Bijdrage leveren aan verdere ontwikkeling van moraal. Van wanneer tot wanneer leefde Socrates? = Van 470/469 tot 399 voor Christus. Van wanneer tot wanneer was de archaïsche periode? = Van 800 tot 500 voor Christus. Begin: Olympische spelen. Van wanneer tot wanneer was de klassieke periode? = Van 500 tot 320 voor Christus. Van wanneer tot wanneer was de Hellenistische periode? = Van 300 voor Christus tot 30 na Christus. In welke tijd was er geen ethiek en waarom? = In de archaïsche periode. Er was wel moraal. Wat de goden als moraal gaven was het moraal en daar moest je niet aan twijfelen. Er was ook geen contact met andere volken en er was weinig tijd om over dit soort dingen na te denken. Men stelde weinig vragen. Wat goed was hing samen met je sociale rol, Die rol is statisch, duidelijk, hiërarchisch. Je bent een soldaat, boer, slaaf etc. Was je bakkerszoon, werd van je verwacht dat je bakker zou worden. Je was je rol. Nu is je rol een soort masker, waarachter de mens zit. Anderen konden niet bepalen wie je bent, maar jijzelf ook niet. Heeft volledige morele duidelijkheid wel ooit bestaan? = (PP staat misschien wel, maar...) Nee. Het is een illusie. Soms wordt er gezegd dat men terug wil naar de goede oude tijd waar wel een soort moreel ankerpunt is. Maar het is een illusie te denken dat er een tijd heeft bestaan waarin alles echt duidelijk en helder was. Wat is restauratie? = Een probleem voor ethiek: we weten al wat goed is, dus die vraag hoeven we niet meer te stellen. Waar komt restauratie vandaan? = reactie op verandering. Het ontstaan van ethiek kan worden herleidt tot Socrates. Waarom ontstond het toen en wat kunnen we er nu van leren? = De wereld werd een stuk groter. Stadstaten gingen zich ontwikkelen en gingen nieuwe koloniën maken. Er ontstaat handel, etc. Mensen zien dat het ergens anders anders kan. Reacties die ontstaan: We blijven het op onze manier doen, we houden ons vast aan het oude, aan onze mores. Loslaten van het oude, maar ook het nieuwe omarmen. Het ligt er maar net aan waar je woont. Er is niet iets als goedheid, alleen goedheid in Rome etc. Relativisme. Wat zijn de twee bedreigingen voor ethiek? = Restauratie en Relativisme Waar gaat Politeia (van Plato, de staat) over? = Wat een goede en rechtvaardige staat is. Het boek de staat van Plato is ingedeeld in drie onderwerpen. Welke drie? = - Boek I–V: schets van de ideale samenleving en onderwijs, vanuit poging rechtvaardigheid te definiëren - Boek VI–VII: de definitie van een filosoof-koning - Boek VIII–X: discussie over voor- en nadelen van verschillende regeringsvormen. (De focus bij colleges ligt bij boek 1) In de staat van Plato zijn een aantal filosofen aan het praten over wat rechtvaardig is. Wat zegt Kepthalos? = Een ander geven wat je hem verschuldigd bent. Teruggeven wat je hebt gekregen. In de staat van Plato zijn een aantal filosofen aan het praten over wat rechtvaardig is. Kepthalos zegt Een ander geven wat je hem verschuldigd bent. Teruggeven wat je hebt gekregen. Wat is het antwoord van Socrates hierop? = Stel iemand heeft je wapens gegeven en komt boos terug om ze op te halen en iemand neer te schieten? In de staat van Plato zijn een aantal filosofen aan het praten over wat rechtvaardig is. Wat zegt Polemarchos? = Je vrienden bevoordelen en je vijanden benadelen. In de staat van Plato zijn een aantal filosofen aan het praten over wat rechtvaardig is. Wat zegt Thrasymachos? = Er zijn verschillende antwoorden. Het belang van de sterkste. (Hij zegt tegen Socrates dat het makkelijker is om te vragen (Socrates stelde de vraag) dan om te antwoorden.) Welke vragen stelt Socrates altijd als er iemand antwoord geeft op zijn vragen (Kernvragen)? = Wat bedoel je? Klopt dat wel? Dan moet ik toch eerst begrijpen wat je bedoelt… Nu weet ik wat je bedoelt, maar nu wil ik proberen te achterhalen of je gelijk hebt. In de staat van Plato zijn een aantal filosofen aan het praten over wat rechtvaardig is. Thrasymachos zegt: ‘Er zijn verschillende antwoorden. Het belang van de sterken.’ Wat zegt Socrates hierop? = Thrasymachos, waarom het belang van de sterkste? (Er is geen antwoord op de vraag wat rechtvaardig is, omdat er geen antwoord op die vraag is, is het geen kwestie van gelijk hebben, maar gelijk krijgen. Antwoord Thrasymachos?) Het laatste stuk van boek 1 eindigt in Aporie. Wat is dat? = Dat Plato het zelf nog niet weet. Restauratie, Ethiek & Relativisme. Waarbij hoort het rijtje: Er is een morele waarheid, niemand heeft hem in pacht, zoeken naar wat goed is? = Ethiek Restauratie, Ethiek & Relativisme. Waarbij hoort het rijtje: Er is een morele waarheid, Ik heb hem in pacht, zoeken heeft geen zin? = Bij Restauratie. Restauratie, Ethiek & Relativisme. Waarbij hoort het rijtje: Er is geen morele waarheid, niemand heeft hem in pacht, zoeken heeft geen zin? = Bij Relativisme. Er voelen allemaal mensen geblinddoekt aan een olifant. Wat zouden relativisme en ethiek hierover zeggen? = Relativisme: Wie zegt dat ze aan een olifant voelen? Ethiek: Ze voelen allemaal aan de olifant, maar niemand heeft de essentie. (Er zijn ook heel veel tussenvormen.) Wie noemt voor het eerst ethiek een aparte wetenschap? = Aristoteles. Aristoteles noemt voor het eerst ethiek een aparte wetenschap. Waarom beginnen we dan toch al bij Socrates? = Het is in metafysisch verband, maar hij heeft het wel al over de vraag wat goed is. Welke twee vragen staan centraal in de ethiek? = Hoe moet ik leven, wil dat leven de moeite waard zijn? Hoe moet ik handelen, wil dat handelen goed en rechtvaardig zijn. De 2e vraag staat in de moderne ethiek centraal, 1e vraag bij Aristoteles. Hoe denkt men tegenwoordig over ethiek? = Dat het niet over je eigen geluk gaat maar om hoe je met de ander om gaat.
Ingezonden op 14-01-2017 - 366x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!