Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Gymnasium klas 2
› 1 PARAGRAAF 1-4 BEGRIPPEN AK STEDELIJK GYMNASIUM LEIDEN
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Gymnasium klas 2
, deel 0
1 PARAGRAAF 1-4 BEGRIPPEN AK STEDELIJK GYMNASIUM LEIDEN
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Periferie en centrum= begrippenpaar met de armste en meest ontwikkelde landen. De armste zijn sterk agrarisch. Gesloten economie= economie met weinig/geen handel met het buitenland Grootgrondbezit= landbezit dat in bezit is van één persoon, die op dat land boeren laat werken. Collectieven= groepen samenwerkende mensen Productiefactoren= Deze middelen zijn nodig in een productie proces zoals: natuurlijke hulpbronnen en kapitaal Kapitalisme= Ieder bedrijf mag zelfstandig tot winst komen, en mag ook zelf bepalen wat ze daar mee doen. De overheid bepaalt in grote lijnen hoe dat moet gebeuren Joint-venture= samenwerking tussen twee/meer ondernemingen met als doel gezamenlijk een product op de markt brengen Sinificeren(chinezing)= Andere volken nemen de taal/cultuur over van de Chinezen Kolonialisme= Het opzetten van nederzettingen in minder ontwikkelde delen van de wereld , vanuit westerse/Europese staten Vrijhandel= Handel dat niet door in- of uitvoerrechten wordt gehinderd Geografische spreiding= waar komt een bepaald verschijnsel voor Regionale ongelijkheid= ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkeling tussen bepaalde regio's in landen Infrastructuur= Middelen waarmee goederen/mensen/informatie mee kunnen worden vervoerd Silicon Valley= Zuidkant v de Baai v San Fransisco, in dit gebied zijn veel technologie bedrijven. Urbanisatie= trek van het platteland naar de stad Urbanisatie tempo= De snelheid waarmee de urbanisatiegraad jaarlijks toeneemt/afneemt in procenten Urbanisatiegraad= %van de bevolking dat in de stad woont Rurale= platteland Mobiliteit= Het verplaatsen van personen/goederen/berichten in een gebied. Welvaart, sneller! Hukou= Geboorteregistratiesysteem waarin alle verandering van het leven worden geschreven. Zoals trouwen, geboorte etc. Milieu-uitputting= Het te snel uit de grond halen van grondstoffen, zodat het milieu dit niet kan herstellen Effectieve/nuttige neerslag= Neerslag min de (mogelijke) verdamping Fysisch geografische kenmerken= Kenmerken die door de natuur zijn gevormd, zoals reliëf, hoogte, de bodem etc. Irrigatie= Kunstmatige bevloeiing van gewassen dmv waterleidingen Moessonklimaat= klimaat dat zich in tropische gebieden bevind,waarbij het in de zomer vochtig is, en in de winter erg droog Stuwingsneerslag= Neerslag dat ontstaat doordat lucht tegen een berg moet stijgen. Daar koelt het af en valt neer Sediment= het afzetten van afgebrokkeld gesteente Versterkt broeikas effect= Sterke toename van temperatuur in de dampkring door Co2 uitstoot van de mens Hydro-elektriciteit= Door water opgewekte energie dmv waterraden, turbine etc. Socialisme= beweging die inkomstenverschillen en klassenverschillen wil opheffen, iedereen gelijk Landlocked= Een land dat geen directe toegang heeft tot de zee omdat het omringd wordt door andere landen Genocide= Systematisch uitroeien van een volk/bevolkingsgroep. Gated community= Alle uitgangen van deze woonwijken zijn gecontroleerd, zodat je precies weet wie er allemaal binnen zijn Overbevolking= Hierbij leven er in een gebied/land te veel mensen, en wat problemen met zich meebrengt Milieuaantasting= Verandering in het milieu waardoor leefgebieden van de natuur kleiner worden/verdwijnen Bevolkingspolitiek= Maatregelen die door de overheid zijn ingesteld om bevolkingsomvang te beïnvloeden Geboorteoverschot= Het aantal geboren kinderen min het aantal stervelingen Kindersterfte= Het aantal kinderen dat vóór hun 5e is overleden Minderheden= Kleine groep in de samenleving die een andere cultuur/gewoontes hebben dan de rest Vergrijzing= Toename van het percentage mensen boven 65 jaar in een land Arbeidsproductiviteit= Het aantal producten/diensten dat een werknemer per tijdseenheid maakt Sex-ratio= Verhouding van het aantal mannen ten opzichte van het aantal vrouwen Demografen= wetenschappers die de ontwikkeling, samenstelling en ruimtelijke verdeling van de bevolking bestudeert
Ingezonden op 16-01-2017 - 1290x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
AK pw m2 voor sgl
xxx
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!