Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
thiememeulenhoff
› 2 CARTE ORANGE HFDSTK 2 (DEEL1)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
thiememeulenhoff
2 CARTE ORANGE HFDSTK 2 (DEEL1)
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
l'immeuble=het flatgebouw l'appartement=het appartement la maison=het huis la rue=de straat la place=het plein le boulevard=de boulevard la banlieue=de buitenwijken le quartier=de buurt la tour=de toren la gare=het station le métro=de metro le bus=de bus le vélo=de fiets le bateau=de boot la voiture=de auto l'arrêt de bus=de bushalte aller à pied=lopen aller=gaan habiter=wonen sur=op notre=ons,onze comme = net als zoals on a=we hebben la salle de séjour =de woonkamer la cuisine=de keuken la salle de bains=de badkamer la chambre=de slaapkamer grand grande=groot chez vous=bij jullie alors=dus, dan petit petite=klein il y a=er is er zijn le jardin=de tuin l'eau=het water la mère=de moeder elle a fait=zij heeft gemaakt joli jolie=leuk mooi la vue=het uitzicht les voisins=de buren loin=ver mettre=zetten très fort=heel hard j'ai rendez-vous=ik heb een afspraak Je prends le bus=ik neem de bus où est l'arrêt=waar is de halte a pied, c'est trop loin=het is te ver om te lopen tu prends un taxi=je neemt een taxi tu vas où=waar ga je naartoe on va chez toi=we gaan naar jou huis je suis en retard=ik ben te laat on y va=we gaan à plus=tot later le rendez-vous=de afspraak qu'est-ce qu'il y a?=wat is er où=waar l'arrêt=de halte bien sûr =natuurlijk pas de bus=geen bus à pied=lopend trop=te tout=alles après=na daarna monter=klimmen instappen chez toi=naar jou huis bij jou thuis puis=vervolgens le lit=het bed le train=de trein quel quelle=welk welke la ville =de stad d'accord=oké l'étage=de verdieping de etate l'ascenseur=de lift l'escalier=de trap dur=moeilijk zwaar hard magnifique=prachtig grand grande =groot la place=de plaats même=zelfs le coin=de hoek le livre=het boek aimer=houden van mooi vinden le balcon=het balkon regarde=kijk haut haute=hoog ici=hier joli jolie=mooi la fenêtre=het raam entre=tussen l'arbre=boom chouette=leuk très =erg heel calme=rustig j'habite 10, rue Gerard=ik woon in de Gerardstraat 10 c'est à quel étage?=op welke verdieping is het Voilà ma chambre=hier is mijn kamer j'ai aussi un balcon=ik heb ook een balkon j'ai vue sur le parc=ik heb uitzicht op het park on rentre à pied= we lopen naar huis j'habite tout près= ik woon vlakbij il est comment=hoe is dat/het vous avez combien de pièces=hoeveel kamers hebben jullie? il y a un grand jardin=er is een grote tuin aujourd'hui=vandaag ensemble=samen tout près=vlakbij je passe=ik breng door le père=de vader bon week-end=prettig weekend le centre commercial=het winkelcentrum vous avez=julle hebben combien=hoeveel la pièce= het vertrek la cuisine= de keuken la salle de séjour=woonkamer propre=eigen quelle chance=wat een geluk il a=hij heeft la voiture= de auto
Ingezonden op 16-01-2017 - 575x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Ik hoop dat jullie hier iets aan hebben
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!