Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Metaprofesional, deel 1

3 Unidad (3.0-3.5)

Jaar 1

¡Qué familia tan simpática!=Wat een sympathieke familie!
año de prácticas (m)=het praktijkjaar
aquí tenéis=hier: hier zijn
aspecto (m)=het aspect; hier: het uiterlijk
cantidad (f)=de hoeveelheid
carácter (m)=het karakter
comentario (m)=de opmerking
compañero/-a de clase (m/f)=de medestudent(e)
compañero/-a de trabajo (m/f)=de collega
compañía (f)=de onderneming; de gemeenschap
cumpleaños (m)=de verjaardag
en la playa=op het strand
familia (f)=de familie; het gezin
Familia y compañía=Familie & Co.
gusto (m)=de smaak
relaciónalas=koppel ze (gebiedende wijs)
tus amigos (m)=jouw vrienden
relación (f)=de relatie
álbum (m)=het album
caja (f)=de doos
cartera (f)=de portemonnee
casa (f)=het huis, de woning
en casa=thuis
especial=speciaal
ordenador (m)=de computer
(empresa) multinacional (f)=de multinational
¿Qué tipo de empresa crees que es?=Wat voor soort bedrijf is het denk je?
alimentación (f)=de voeding
cosmética (f)=de cosmetica
creer=denken, geloven
empresa de alimentación (f)=het levensmiddelenbedrijf
empresa de cosmética (f)=het cosmeticabedrijf
empresa familiar (f)=het familiebedrijf
tipo (m)=de soort
Y la familia, ¿qué tal?=En hoe gaat het met je familie?
(la) India (f)=India
(los) Estados Unidos (m)=de Verenigde Staten
¿Dónde está…? (estar)=Waar is / ligt …?; hier: Wat is …?
¿no?=nietwaar?
a toda Europa (f)=naar heel Europa
abuelo (m)=de grootvader, de opa
amor (por) (m)=de liefde (voor)
asociar=associëren
calidad (f)=de kwaliteit
claro=natuurlijk
cocina (f)=de keuken
cocinar=koken
está (estar)=(het) is / (het) bevindt zich
exportar=exporteren
fundador/a (m/f)=de oprichter/oprichtster
hermanos (m)=de broers; de broers en zussen
hija mayor (f)=de oudste dochter
hijos (m)=de kinderen; de zoons; de zoons en dochters
hipótesis (f)=de hypothese, de veronderstelling
la especia (f)=het kruid
misma filosofía que… (f)=dezelfde filosofie als …
mucha gente (f)=veel mensen
muchas familias (f)=veel families
niña del logo (f)=het meisje op het logo
nuestros productos (m)=onze producten
primos (m)=de neven; de neven en nichten
producto de calidad (m)=het kwaliteitsproduct
se venden=(ze) worden verkocht
secreto (m)=het geheim
símbolo (m)=het symbool
su=zijn/haar
tía (f)=de tante
todas las palabras relacionadas con… (f)=alle woorden die te maken hebben met …
tradición (f)=de traditie
abuela (f)=de grootmoeder, de oma
hermana (f)=de zus
hermano (m)=de broer
hija (f)=de dochter
hijo (m)=de zoon
madre (f)=de moeder
nieta (f)=de kleindochter
nieto (m)=de kleinzoon
padre (m)=de vader
padres (m)=de ouders; de vaders
tío (m)=de oom
nuestro / nuestra=onze, ons
primo/-a (m/f)=de neef, de nicht
Sr. (señor) Navarro (m)=dhr. (de heer) Navarro
vuestro / vuestra=jullie
¿Cómo se llama…? (llamarse)=Hoe heet …?
¿Cómo se llaman…? (llamarse)=Hoe heten …?
¿Cuántos/-as…?=Hoeveel …?
¿Qué hacen…? (hacer)=Wat doen …?
abuelos (m)=de grootouders, de opa en oma
al resto de la clase (m)=aan de rest van de klas
elemento (m)=het element; hier: het zinsdeel
explicad=leg uit (gebiedende wijs)
tener (g, ie) algo en común=iets gemeen hebben
tomad nota (de)=noteer (gebiedende wijs)
comparad=vergelijk (gebiedende wijs)
considerar=beschouwen als
cien=honderd
en voz alta (f)=hardop
leedlos=lees ze (gebiedende wijs)
mil=duizend
por turnos=om beurten
a unos… kilómetros de Valencia=ongeveer … kilometer van Valencia
casi=bijna
estar (yo estoy)=zijn, zich bevinden
historia (f)=de geschiedenis
productos diferentes (m)=verschillende producten
reportaje (m)=de reportage
color (m)=de kleur
con otro (color)=met een andere (kleur)
adivinar=raden
intentar=proberen
otras informaciones (f)=andere informatie
pensad en=denk aan (gebiedende wijs)

Ingezonden op 22-01-2017 - 165x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Metaprofesional, deel 1

3 Unidad (3.0-3.5)